Radicale moslims in Indonesië ruiken bloed na geslaagd proces tegen Ahok

Radicale moslims in Indonesië ruiken bloed na geslaagd proces tegen Ahok

Ab Jansen
15-06-2017

Radikale moslims op West Kalimantan sloegen op 20 mei in op een groep Dayaks die op dat moment een etnisch-religieus feest hielden. beeld AFP, Unique
Met de opsluiting van de christelijke ex-gouverneur Ahok wegens godslastering is de rust in Indonesië nog niet terug. Hun succes doet moslimradicalen gretig zoeken naar nieuwe prooi.
Eind vorig jaar was er in Banda Atjeh, de hoofdstad van de Indonesische provincie Atjeh, een toespraak te beluisteren van Rizieq Shibab, leider van de radicaalislamitische knokploeg Front van Islamitische Verdedigers (FPI). Shibab hitste zijn toehoorders op met onder meer deze vraag: „Atjeh is een model voor heel Indonesië en moet de motor worden achter de beweging die de sharia in het land gaat invoeren. Zijn jullie het daarmee eens?” „Jaaa!” klonk het luid tegenover hem.

Wat de FPI-leider wil, dat gebeurt in feite al jaren, want sinds Atjeh in 2001 als enige provincie de islamitische wetgeving (sharia) mocht invoeren, staat de provincie model voor tal van lokale overheden elders in het land, en precies vanwege die sharia. Volgens een vorig jaar uitgekomen studie zijn er sinds 1998, het jaar waarin president Suharto van het toneel verdween, 442 op de sharia gebaseerde wetten ingevoerd door lokale en regionale overheden.

De recentste zege die Shibab binnenhaalde was vorige maand, toen de christelijke gouverneur van de Indonesische hoofdstad Jakarta werd veroordeeld wegens godslastering. Oud-gouverneur Basuki Tjahaja Purnama, beter bekend als Ahok, zit inmiddels achter de tralies en komt pas over twee jaar vrij.

Ahok had vorig jaar tijdens een verkiezingscampagne uit de Koran geciteerd om moslims ervan te overtuigen dat ze wél op niet-islamitische politici mogen stemmen, en dus ook op hem. Daarmee heeft hij zich godslasterlijk uitgelaten, aldus de FPI. De uit 1965 daterende wet op de godslastering speelde een belangrijke rol bij aanklacht en vonnis. En dat is niet voor het eerst: de wet blinkt volgens kenners uit in vaagheid, is daardoor gemakkelijk te misbruiken en in te zetten tegen religieuze minderheden.

De schrik zat er na het vonnis tegen Ahok goed in bij christenen en andere minderheden. „Als een gezaghebbend iemand zoals de gouverneur van Jakarta om godslastering kan worden opgepakt, wie is er dan nog veilig? Anderen spraken van een „zwarte bladzijde in de geschiedenis van Indonesië”.

Toch zijn het niet alleen moslimradicalen die de vrijheid van godsdienst in Indonesië ondermijnen. Ook gematigde en zelfs christelijke politici blijken er geen moeite mee te hebben om aan te pappen met radicale moslims, met als doel politieke tegenstanders een hak te zetten.

Dat is ook wat er rond Ahok gebeurde. De moslimradicalen binnen de FPI maakten deel uit van een samenzweringsverband van politici dat werd geleid door oud-generaal Prabowo Subianto. Doel van deze kliek was Ahok pootje te lichten, om zo de kans voor diens politieke vriendje (en huidige president) Jokowi, om in 2019 de presidentsverkiezingen te winnen, tot nul terug te brengen. De inzet van de radicale moslims was daarbij van nut, vonden ze. Onder de leden van het anti-Ahokkamp was volgens de Indonesische media ook Hary Tanusudibjo („Hary Tanu”– miljardair, zakenpartner en vriend van president Trump en: christen.

De in Nederland onderzoek verrichtende Indonesiëkenner Chris Chaplin stelt in een bijdrage op het Australische internetforum Policyforum dat zulke bondgenootschappen tussen islamitische organisaties en politici een normaal kenmerk zijn geworden van de Indonesische politieke praktijk. De veroordeling van Ahok zal organisaties zoals de FPI stimuleren daarmee door te gaan, verwacht hij. Nu leiders van de FPI oud-minister van Onderwijs Anies Baswedan als nieuwe gouverneur van Jakarta aan de macht hebben geholpen (door Ahok uit te schakelen), hebben ze laten weten dat ze wat terug verwachten: steun bij het verder doorvoeren van hun islamiseringsprogramma.

Het wordt wel de „paradox van de Indonesische democratie” genoemd: moslimradicalen die gebruikmaken van de vrijheid van meningsuiting én inspelen op machtsspelletjes van politici om hun eigen agenda te realiseren.

Moslimmilitanten bedreigen met hun pro-sharia-acties regelrecht het voortbestaan van Indonesië als land van etnische en religieuze minderheden. “Bhinneka Tunggal Ika”, eenheid in verscheidenheid, was en is het motto van de republiek sinds die in 1945 door Sukarno werd uitgeroepen. De grondwet, de Pancasila, typeert Indonesië niet als islamitische staat –en dat ondanks dat moslims er in de meerderheid zijn– maar evenmin als seculiere staat. Het geloof in God vormt de basis van de grondwet. Welke God? Dat mag die van één van de zes door de staat erkende religies zijn: islam, boeddhisme, hindoeïsme, protestants en rooms-katholiek christendom en het confucianisme.

De Pancasila was bedoeld om rust te brengen in een multireligieuze samenleving, maar dat streven werd ook toen aangevochten door moslimradicalen. Tegenover Pancasila plaatsten zij hun ”Charter van Jakarta” om van Indonesië een islamitische staat te maken. Niets nieuws onder de zon dus, maar er is wel één verschil: onder het autoritaire bewind van Suharto kregen ze geen voet aan de grond. Met de zwakke regeringen van nu ruiken radicale moslims wel hun kans.

Christelijke gouverneur Kalimantan weigert te zwijgen
Nu de christelijke oud-gouverneur van Jakarta, Ahok, achter slot en grendel zit, hebben moslimradicalen een nieuw slachtoffer op het oog: de christelijke gouverneur van West-Kalimantan, Cornelis M. H.

De problemen begonnen begin mei met een toespraak waarin Cornelis in niet mis te verstane woorden de leider van de militante moslimbeweging FPI de wacht aanzegde. Hij zou linea recta worden teruggestuurd zodra hij voet aan wal zou zetten op West-Kalimantan.

De gouverneur had recht van spreken: al eerder –in 1996, 1997 en in 2001– waren er in zijn provincie bloedige etnische conflicten. De etnische Dayakd maken er 35 procent van de bevolking uit, daarna komen de Maleisiërs (34 procent), de Javanen (10 procent) en de Chinezen (. Bijna 60 procent van de bevolking is moslim, 34 procent christen. In zo’n lappendeken kunnen islamitische onruststokers van buiten node worden gemist.

Banda Atjeh

Een week later was Cornelis op bezoek in Banda Atjeh, en dat heeft hij geweten: leden van de radicaalislamitische beweging LPI postten voor zijn hotel om hem daar weg te krijgen. En met succes: de gouverneur werd prompt de provincie uitgezet.

Cornelis sloeg op 12 mei terug. Toen werden twee FPI-kopstukken die vanuit Java naar de hoofdstad van West-Kalimantan Pontianak waren gekomen, op een vliegtuig terug naar Jakarta gezet. Direct werd de gouverneur ervan beticht zelf etnische onrust aan te wakkeren.

Inmiddels leeft in Pontianak de vrees voor agressie van moslims jegens christenen. Zo wordt het zichtbaar dragen van kruisjes door christenen vermeden.

RD.nl

Ex-gouverneur van Jakarta vervroegd vrij


12-12-2018 12:15
Buitenland


De christelijke oud-gouverneur van Jakarta, Basuki Tjahaja Purnama (‘Ahok’), komt op 24 januari vervroegd vrij. Dat meldden Indonesische media dinsdag.

De gouverneur werd in mei vorig jaar veroordeeld tot twee jaar cel, nadat de rechtbank van Jakarta hem schuldig bevond aan godslastering. Ahok zou de Koran en het islamitisch geloof hebben beledigd.

Het nieuws van zijn vervroegde vrijlating werd bekend gemaakt door de algemeen directeur van de Indonesische gevangeniszaken, Sri Puguh Budi Utami. Ahok komt eerder vrij wegens goed gedrag.

Vrijlating op 24 januari betekent voor Ahok een strafvermindering van drie maanden en vijftien dagen.

Ref.Dagblad