‘De Feteranen’ van de vergeten oorlog
Ons land heeft volgens toneelschrijver Bouke Oldenhof geen recht gedaan aan de inzet, eind jaren veertig, van Nederlandse militairen in Indië. Hij schreef voor toneelveteranen Joop Wittermans en Freark Smink een nieuw stuk over de worstelingen van oorlogsveteranen met dit verleden.
Café De Rolbrêge van toneelschrijver Bouke Oldenhof was wekenlang het oefenpodium voor twee Friese acteurs. Joop Wittermans uit Beetsterzwaag en Freark Smink werkten er aan ‘De Feteranen.’ Een door Oldenhof geschreven en door Stichting Pier 21 geproduceerde voorstelling over twee mannen die nog dagelijks worstelen met oorlogservaringen uit het verleden.
In de Tweede Wereldoorlog en tijdens de politionele acties in Nederlands-Indië kregen de veteranen Sibbele en Douwe het nodige voor de kiezen. Na de terugkeer uit Indië pakten ze, zo goed en zo kwaad dat ging, het dagelijks leven weer op. Hard werken werd 65 jaar geleden nog als een probaat middel tegen traumatische ervaringen gezien. Dat dit maar al te vaak niet waar is, blijkt meestal op latere leeftijd. Dan komen de belevenissen in Indië in nachtelijke angstdromen tot leven.
‘Myn omkes’ Bij Sibbele en Douwe lijkt er aanvankelijk niet zoveel aan de hand. Slechts één keer per jaar laten ze iets van hun verleden zien. Tijdens de officiële herdenkingen halen ze zichzelf uit de mottenballen en met uniformen vol medailles zijn ze herdenking na herdenking present. Hun aanvankelijk stoere en ontkennende houding verandert gaandeweg. Elke herdenking is voor hen een weerzien dat dieper graaft in het verstopte verleden. Langzaam worden de littekens zichtbaar. Als lamme en blinde leiden ze elkaar door het dreigend oerwoud van herinneringen. Regisseur Jos Thie heeft er een voorstelling van gemaakt waarin hilariteit en breekbaarheid, herkenbaarheid en overdrijving elkaar afwisselen, een voorstelling die de toeschouwer onherroepelijk meesleept.
Oldenhof schreef het stuk op verzoek van producent David Lelieveld. “Syn heit hat beropsmilitêr west en dêr woe der wat mei dwaan. Oer de Twadde Wrâldoarloch is al in soad skreaun. Sa kamen wy der al gau op út dat it dan oer de Indiëgangers gean moast. Yn dy snuorje ha ik ek ‘Op klompen troch de dessa’ fan Hylke Speerstra redigearre. Ien fan de minsken dy’t Hylke interviewd hat foar dat boek, is myn omke. In oare omke fan my is omkaam yn Indië.” Naast het boek van Speerstra en ervaringen in zijn eigen familie, putte Bouke ook uit bezoeken aan herdenkingen. “Neam it mar in soarte fan fjildûndersyk.” Zo rijpte ‘De Feteranen’. Bouke is van mening dat er in Nederland geen recht is gedaan aan de inzet van de Indiëgangers. “Earder waard der net oer praat en no noch faak net. Ik fyn dat wy der net foar weirinne moatte. Dy mannen ha fochten út namme fan ús Nederlânske mienskip.”
‘Bytsje stil’
Bijna zeventig jaar geleden werd Nederland bevrijd van de Duitse bezetting. Voor de meeste Nederlanders kwam daarmee een einde aan de oorlogstijd. Voor 100.000 jongens begon in 1947 de oorlog opnieuw, toen ze naar Java en Sumatra werden gestuurd om het daar op te nemen tegen de vrijheidsstrijders die streden voor onafhankelijkheid. Deze oorlog werd een grote sof voor Nederland. Indonesië werd van een Nederlandse kolonie een zelfstandige republiek. Wat er in die oorlog precies is gebeurd, bleef lange tijd onduidelijk. Omdat steeds meer Indiëgangers de stilte doorbreken, komt daar de laatste tijd verandering in. Hylke Speerstra maakte daar dankbaar gebruik van in zijn boek dat nu ook in het Nederlands is vertaald. Hij schrijft onder andere over de laatste Indiëgangers die 65 jaar geleden aankwamen in de haven van Rotterdam. De Friese jongens werden vervolgens met de bus naar huis gebracht. “Trije en in heal oere yn de bus”, vertelt veteraan Joop Wittermans in het stuk. Als beloning voor zijn trouwe dienst kreeg hij ‘fan de regearing’ een appel mee in de bus. “Foar ûnderweis.” Die appel speelt letterlijk en overdrachtelijk een niet te missen rol bij de herdenkingen van Boukes veteranen. Er worden heel wat appeltjes geschild.
In café De Rolbrêge is het ‘no suver in bytsje stil.’ De repetities van De Feteranen zijn voorbij. “Ja, ik mis dy mannen”, bekent Bouke. “Se brochten harren eigen rûs en gesellichheid mei.” Met mannen als Smink en Wittermans is het goed toeven. Bouke schreef nu voor de elfde keer een stuk waarin Joop Wittermans een rol speelt. “Ik mei graach foar Joop skriuwe. As ik syn teksten skriuw, hear ik it him sizzen. Sa is it gewoan. Wy rinne de doar net plat byelkoar, mar wy ha wol wat.” De rol die Joop in het stuk speelt, is hem duidelijk op het lijf geschreven. Dat geldt zeker ook voor Freark Smink. Als Sibbele en Douwe zetten ze twee oorlogsveteranen neer, die de toeschouwers niet licht gaan vergeten.
De Feteranen
Deze week (12 maart) beleeft ‘De Feteranen’ in Mantgum haar eerste try-out. De première op 21 maart in De Lawei is al helemaal uitverkocht. Wittermans en Smink spelen het stuk 41 keer, door de hele provincie, waaronder op 10 april in De Skâns in Gorredijk en op 14 mei in It Bynt in Boornbergum. www.pier21.nl
Zie de foto's bij sa24