Museum verandert in poppenhuis vol mode

Museum verandert in poppenhuis vol mode
door Agnes van Brussel.
donderdag 25 juni 2009 | 07:48 | Laatst bijgewerkt op: donderdag 25 juni 2009 | 09:26

In een kamer van het Historisch Museum Arnhem staan vier poppen met de gebreide en gehaakte kleding van de Zweedse ontwerpster Sandra Backlund. Tegen de achtergrond hangen de sprookjesachtige tekeningen van Roland Sohier. foto Marc Pluim

ARNHEM - Een museum vullen met mode en kunst. Dat was de ambitie van het Arnhemse ontwerptrio Suze May Sho. Een exotische naam, waar Rosell Heijmen, Jessica Helbachdren en Connie Nijman achter schuil gaan. Ze zijn op veel kunstfronten actief, maar vooral goed in het inrichten van tentoonstellingen.


Tekenaar Roland Sohier, die twee meer dan levensgrote sprookjesachtige tekeningen leverde, roemt de drie tijdelijke curatoren van het Historisch Museum Arnhem. "Ze weten intuïtief prachtige combinaties te maken." Uitgangspunt waren de acht stijlkamers van het museum, die ieder een heel eigen karakter hebben met muurschilderingen, decoraties en bijzondere kleurstellingen.

Rosell Heijmen nam het beroemde poppenhuis van Lizzy Ansingh in het museum als voorbeeld. Net als in het poppenhuis konden Heijmen en haar partners van Suze May Sho de kamers van het museum naar believen inrichten met mode, kunst en de collecties van het museum. Een jaar zijn ze bezig geweest met het zoeken van de meest uiteenlopende kunstobjecten en het selecteren van modeontwerpers.

"Het idee sloeg aan bij de verschillende ontwerpers en kunstenaars. Iedereen wilde graag meewerken", vertelt Heijmen. "Ik ken de collectie van de beide Arnhemse musea goed en wist meteen dat ik in de historische koloniale kamer de dierenbeeldjes van Ety van Rees wilde exposeren. Ze ademen een sfeer van haar Indische geboorteland."

Daarbij past de dramatische kleding van de Duitse modeontwerper Bernhard Wilhelm. Het lijken stijve, antieke stoffen die de modepoppen een Nachtwacht-achtige uitstraling geven. Maar dat heeft alles te maken met de achtergrond van koloniale figuren in uniform op de wandtapijten. Wie goed kijkt en stiekem voelt, ziet er ook humoristische en soepele kleding in.

Wilhelms modepoppen kregen van Suze May Sho een hoofdtooi van Vlisco-stof met Afrikaaanse motieven. De oorsprong is echter Indonesische batik. In 1846 richtte Pieter Fentener van Vlissingen zijn bedrijf Vlisco op. Hij wist de motieven uit Indonesië goed te imiteren en handelde met zijn stoffen tussen Nederland en Indonesië. Onderweg deed zijn schip West- Afrika aan en ruilde hij de stoffen voor voedsel. De stoffen raakten daar zo in trek dat de handel zich verplaatste naar Afrika. Tegenwoordig brengt Vlisco 150 dessins per jaar op de Afrikaanse markt.

Tegenover de koloniale kamer ligt de groene kamer Het Herbier, die een totaal andere sfeer van natuur en groei ademt. Zo herbergt het museum acht verschillende wereldjes en laat het zien hoe kunst, architectuur en historie in hedendaagse mode bij elkaar komen.

De Gelderlander