Ach, elke moraal verandert
Theodor Holman
Column Theodor Holman (1953) is columnist, schrijver, televisie- en radiomaker. Elke dag, uitgezonderd zondag, lees je hier zijn column.
DOOR: THEODOR HOLMAN 16 AUGUSTUS 2016, 14:00
Als je herdenkt, scherp je je moraal. Je staat voor een monument dat refereert aan iets wat vroeger is gebeurd, je hoort verhalen en je beseft weer eens wat toen goed en kwaad was. Anders gezegd: je weet weer even waar het om gaat.
Gisteren was de Indië-herdenking in Den Haag. Ik heb de verhalen uit het jappenkamp nog uit de eerste hand. Net als mijn dochter die nog een paar verhalen van mijn moeder heeft vernomen.
Maar haar kinderen? Geen idee. Vind ik het belangrijk? Ach, elke moraal verandert.
Ofschoon het de Indiëherdenking was, herinner ik me 'oom' Rolf, een vriend van mijn ouders. Toen mijn ouders uit Indië kwamen, hoorden ze dat Rolf NSB'er was geweest. Ze wilden hem nooit meer zien en nooit meer ontvangen.
Maar op de begrafenis van een andere vriend van mijn ouders kwam hij opeens opdagen. Schuldbewust. "Hoewel...," hoor ik mijn vader nog zeggen.
Hij wilde een en ander uitleggen en vroeg of hij een keer langs mocht komen. Dat mocht. Ik was, denk ik, twaalf, of dertien jaar.
Hij begreep niet wat hij fout deed toen hij lid werd van de NSB
Oom Rolf kwam langs, ik moest hem een hand geven en werd naar mijn kamer gestuurd, want zo ging dat in die tijd zo. Op een gegeven moment hoorde ik de buitendeur dichtslaan en mijn ouders met elkaar praten. Ik liep mijn kamertje uit en zag ze ontdaan in de kamer zitten. "Is oom Rolf weg?" vroeg ik.
"Die komt nooit meer hier," zei mijn vader. Hij wilde niet vertellen wat er was voorgevallen.
"Een non-valeur," liet mijn moeder zich ontvallen.
Jaren later hoorde ik wat er was gebeurd.
Oom Rolf had proberen uit te leggen waarom hij bij de NSB was gegaan. Hij hield van Duitsers en Duitsland en de Duitse cultuur en begreep de opkomst van Hitler.
Hij begreep niet wat hij fout deed toen hij lid werd van de NSB. Uiteraard wilde hij geen oorlog. Maar hij kon zich Duitsland als vijand niet goed voorstellen. Dat had hij te laat begrepen, zei hij.
Mijn ouders luisterden en waren misschien wel van plan hem weer als vriend te accepteren. Ze kwamen te spreken over Indië. En opeens zei oom Rolf: "Die Chinezen in Indië, dat zijn toch gewoon de Joden van het Oosten."
"Wat bedoel je?" vroeg mijn vader.
"Nou ja, die zijn gewoon niet te vertrouwen."
Parool