Twintig jaar later nog steeds in angst 8 juli 2009 | tekst: Inge Zondag | fotografie: Inge Zondag
Nog steeds als Enin Supriyanto een groepje militairen ziet voelt hij zich niet op zijn gemak. Met de tijd wordt het beangstigende gevoel minder, maar twintig jaar na zijn arrestatie heeft hij er nog last van. In 1989 werd Enin opgepakt bij een studentenprotest in Bandung, en drie jaar vastgehouden.
Enin was in die tijd een van de leiders van de ‘5 August Movement' in Bandung. Als student aan de Bandung Institute of Technology organiseerde hij protesten tegen het (wan)beleid van Soeharto. Maar in die tijd bleven de protesten niet ongestraft. Al helemaal niet als je protesteert tegen de minister van Binnenlandse Zaken, die op de universiteit een college kwam geven.
Na dat protest werd Enin samen met veertien anderen opgepakt en naar het politiebureau in Bandung gebracht. Daar werden ze vier maanden vastgehouden in afwachting van hun proces. Enin: "Dat waren de vier zwaarste maanden van de hele drie jaar. In principe werd de gevangenis gerund door de politie, maar de militaire invloed was duidelijk aanwezig." De ondervragingstechnieken van de militairen waar Enin en zijn medegevangenen aan werden onderworpen waren op zijn zachts gezegd niet lief. "We werden totaal naakt ondervraagd. En er werd gedreigd onze moeders of andere familieleden erbij te halen." Meer wil hij er niet over kwijt, behalve dat hij daar nu nog steeds last van heeft. "Nog steeds ben ik bang voor militairen, het psychologisch trauma blijft. Wanneer er een legertruck langskomt voel ik me meteen niet meer op mijn gemak. We hebben geen oorlogen of directe terroristische dreiging, dus waarom zijn ze hier? Het is toch nergens voor nodig?"
Na vier maanden tussen zware criminelen op het politiebureau te hebben gezeten, werden Enin en vijf anderen overgeplaatst naar een civiele gevangenis. De andere acht werden vrijgelaten. Eenmaal uit het politiebureau werd het leven als gevangene voor Enin beter. "De andere gevangenen keken tegen je op, wij hadden een hogere sociale status omdat wij het lef hadden gehad ons in de politiek te mengen." En de speciale behandeling werd ook duidelijk door het soort cellen waar ze in zaten. Geen twintig op één cel voor deze politieke gevangenen, zij kregen hun eigen cel, ver weg van de andere gevangen met de boodschap op de deur: 'Kom niet te dicht bij, gevaarlijk'.
Pas een jaar nadat Enin was opgepakt begon zijn proces. Een proces waar de uitkomst al van vast stond. Hij werd tot drie jaar cel veroordeeld wegens het ‘openlijk kritiek uiten tegen een staats officier'. Enin: "We hebben wel beroep aangetekend tegen het oordeel, maar dat was meer voor de vorm, we wisten het resultaat toch al." Hij kon wel onder de straf uit komen door vergeving te vragen voor zijn daden. "Maar dat is en was moreel, politiek en intellectueel gewoon niet mogelijk."
Nadat Enin in 1992 vrij kwam deed hij het rustiger aan met zijn activisme. "In de eerste paar maanden nadat ik vrij was, was ik bang om meteen weer opgepakt te worden." Langzaam maar zeker begon hij de draad weer op te pakken. Afstuderen kon niet meer, want geen universiteit nam hem nog aan. Daarom begon hij als creative director bij een adviesbureau in Jakarta.
Doordat zijn kantoor strategisch stond ten opzichte van het parlementsgebouw heeft hij in 1998 nog geholpen bij de protesten in het parlementsgebouw. "Omdat ik in 1987 al in het gebouw was geweest kon ik de leiders vertellen hoe ze daar moesten komen. Ook heb ik mijn kantoor opengesteld voor proviand en vergaderingen." Nadat Soeharto was afgezet liet Enin het activisme voor wat het is. Momenteel werkt hij als kunstcriticus en curator in Jakarta.
Verspers