Aantal besneden meisjes en vrouwen veel hoger dan eerder beweerd

Aantal besneden meisjes en vrouwen veel hoger dan eerder beweerd

Wereldwijd niet 140 maar 200 miljoen vrouwen besneden


Messen die bij de besnijdenis worden gebruikt. © Sven Torfinn

Unicef neemt voor het eerst Indonesië op in zijn mondiale statistieken van genitale verminking (FGM). Daardoor valt de schatting van het aantal besnijdenissen wereldwijd veel hoger uit. Ruim 200 miljoen meisjes en vrouwen zijn besneden, zo blijkt uit cijfers die het VN-kinderfonds vandaag publiceert. Tot nu toe werd steeds gemeld dat 100 tot 140 miljoen een vorm van besnijdenis hadden ondergaan.

Door: Rob Vreeken 5 februari 2016, 01:11

Ook de bevolkingsgroei draagt bij aan de stijging, maar die is vooral te verklaren doordat nu ook Indonesië in de cijfers is opgenomen. In het bevolkingsrijke land (255 miljoen inwoners) komt genitale verminking op grote schaal voor. Van de meisjes tot 14 jaar is maar liefst 49 procent besneden. Daarmee verovert Indonesië in één klap een plaats in de topdrie van Unicef. Alleen in Gambia (56 procent) en Mauritanië (54 procent) zijn verhoudingsgewijs meer meisjes besneden.

Vrouwenbesnijdenis komt wereldwijd veel vaker voor
Lees hier het artikel dat Rob Vreeken twee jaar geleden schreef.

De omvangrijke onderrapportage in de mondiale FGM-cijfers van de VN werd twee jaar geleden al vastgesteld door de Volkskrant. De veel te lage schatting was het gevolg van het ontbreken in de statistieken van een reeks landen in Azië en het Midden-Oosten, in het bijzonder Indonesië en Maleisië.

Uit deelonderzoeken kon toen al worden geconcludeerd dat genitale verminking in Indonesië wijd is verspreid. Onderzoekster Claudia Cappa van Unicef gaf tegen de krant toe dat 'het mondiale cijfer kan exploderen' als die conclusie officieel zou worden bevestigd. Die 'explosie' heeft nu inderdaad plaatsgevonden, met de publicatie door Unicef van nieuwe data aan de vooravond van de International Day for Zero Tolerance Against FGM.

Verzwegen landen
De onderrapportage was het gevolg twee factoren: onwil van de regering van Indonesië (en andere 'verzwegen' landen) om onderzoek te doen naar besnijdenis en de formalistische werkwijze van Unicef. Omdat de VN-organisatie met overheden samenwerkt, vindt ze dat ze geen cijfers kan publiceren indien die niet door de betreffende regering zijn bevestigd.

Als gevolg daarvan werd in publicaties van Unicef en andere VN-organisaties niet alleen met geen woord gerept van besnijdenis in Indonesië, ook de schatting van de mondiale prevalentie van FGM viel stelselmatig veel te laag uit. Cappa zei twee jaar geleden 'te popelen om onderzoek te doen in Indonesië en Maleisië'. Zonder medewerking van de autoriteiten kon daar echter geen sprake van zijn.

Achter de schermen oefende Unicef intussen wel druk uit op de Indonesische regering om besnijdenis op te nemen in de vragenlijsten van het nationale gezondheidsonderzoek, MICS. Die lobby is geslaagd.

Dat de buitenwereld geen oog heeft voor besnijdenis in Indonesië komt ook doordat 'khitan', zoals het ter plekke wordt genoemd, minder ingrijpend is dan de ernstige verminkingen die in Afrika voorkomen. Meestal is sprake van een prikje in de clitoris van de baby of wordt er een stukje afgesneden. De VN beschouwen alle vormen van besnijdenis echter als een ernstige vorm van geweld tegen meisjes.

Uit de nieuwe Unicef-cijfers blijkt verder dat het aantal besneden meisjes wereldwijd percentueel daalt. Maar de daling wordt nominaal tenietgedaan door de bevolkingsgroei. Daardoor neemt het aantal besneden meisjes en vrouwen wereldwijd de komende vijftien jaar nog 'aanzienlijk' toe.

Volkskrant