Aan het werk op de Molukken voor water én warme hap 22-08-2016 Marieke Kwak Drenthe
De leidingen lopen dwars door het oerwoud. (FOTO SUKARELA)Het gezin Keur uit Grolloo is de jetlag inmiddels weer te boven. Dian-darat, het dorpje waar ze zijn geweest op de Zuidoost-Molukken, ligt op twee etmalen reizen van hun woonplaats in Drenthe.
Een uithoek in de Indonesische republiek, dichter bij Australië dan bij de Indonesische hoofdstad Jakarta. Hoe een Drentse familie erbij komt om juist hier de bevolking aan stromend water te helpen? Nou, dat ligt dan weer vooral aan hun vriend Marco Brons (53) uit Rheden, eigenaar van het Emmer bedrijf Cumapol.
,,Mijn vrouw heeft Indonesische roots’’, vertelt Brons. ,,Haar vader, die in 1951 als voormalig KNIL-militair naar Nederland kwam, was min of meer dorpshoofd van Dian-darat. Hij is altijd erg betrokken gebleven bij het dorpje, ook na zijn komst naar Nederland. Als er iets nodig was, werd er door de familie in Nederland geld ingezameld. Later werd dat minder, toen mijn schoonvader ouder werd en zijn energie afnam. Twintig jaar geleden is hij overleden. Mijn vrouw en ik zijn in 2007 naar Dian-darat gegaan. Ze wilde graag naar haar familie toe. Er wonen veel ooms, tantes, neven en nichten van haar. Toen wij de leefomstandigheden daar zagen, dachten we: hier moet wat aan worden gedaan.’’
Lopen met emmers waterVooral de watervoorziening was volgens Brons een probleem. ,,In de jaren zeventig is er in Dian-darat met hulp van Novib een watertoevoersysteem aangelegd vanaf een bron, die op een heuvel in het oerwoud ligt. Er zouden toen vier waterbakken komen in het dorp, maar er zijn er uiteindelijk maar twee gebouwd. De bewoners haalden hier met emmers het water uit dat ze gebruikten om zich mee te wassen en om mee te koken. Ze moesten wel veertig keer per dag op en neer lopen met die emmers, de één 200 meter, de ander een kilometer. En het ergste is: dat water halen gebeurde vooral door de kinderen. Die konden dan dus niet naar school.’’
Stichting SukarèlaVoor Brons en zijn vrouw stond het vast: dit waterproject moet worden afgemaakt én uitgebreid. Ze richtten er een stichting voor op, met Brons als voorzitter: de stichting Sukarèla, wat in het Indonesisch ‘vrijwilliger’ betekent. Edwin Keur (50) is penningmeester. ,,Met de naam willen we duidelijk maken dat het puur vrijwilligerswerk is wat wij doen. Al het geld dat we inzamelen, gaat ook echt daarheen. Reizen maken we op eigen kosten. Onze hulp gaat nu naar het hele dorpje, niet alleen naar de familie. En we proberen zo veel mogelijk werk te laten doen door de mensen ter plaatse. Als vergoeding krijgen zij een fatsoenlijke warme maaltijd als ze een dag hebben gewerkt. Daar zijn ze heel blij mee. Ze zijn daar zo arm. De meeste mensen hebben nog niet eens geld om een kip te kopen.’’
Nederlandse kerkklokDe hulp ging met vallen en opstaan. Om alvast wat te oefenen, en om hun goede bedoelingen te laten zien, besloot de club eerst een kerkklok aan het dorpje te schenken. Dian-darat is het christelijke deel van het grotere Dian. ,,Ze hebben daar eigenhandig een kerk gebouwd, maar ze zijn niet in staat een klok te maken. Ze hebben er de materialen niet voor. Wij hebben er daarom één laten maken door een juwelier in Nederland. Maar het kostte enorm veel geld, tijd en moeite om hem op de goede plek te krijgen, door allerlei bureaucratie. Tja, een klok voor een christelijke kerk in een moslimland...’’, zegt Keur.
,,We zijn daar wijzer door geworden’’, vult Brons aan. ,,Mede uit gesprekken met de mensen daar is ons duidelijk geworden dat we zendingen beter van persoon naar persoon kunnen versturen. Zodra ze daar namelijk zien dat de afzender een stichting is, denken ze dat er geld te halen valt. Dan proberen ze er een slaatje uit te slaan.’’
25 kilo, hup, op de schouderNa de kerkklok volgde gereedschap, ingezameld via stichting Gered Gereedschap, en deze zomer dus de voltooiing van het waterproject. Het aantal waterbakken dat nu in Dian-darat staat, is dankzij de stichting uitgebreid naar vier. Verder zijn de leidingen voorzien van een stuk of twintig tappunten zodat iedere dorpsbewoner vlakbij huis water kan halen. Keur: ,,Voordat de waterbakken konden worden gebouwd, moest de hoofdbak boven bij de bron worden vergroot. Werkelijk iedere man die er toen was, heeft geholpen met het sjouwen van zakken cement. Hup, op de schouder. Wel 25 kilo.’’ Ook zijn er toiletten gekomen bij de twee schooltjes, een eis die de stichting Wilde Ganzen verbond aan haar financiële steun.
Water voor elke dorpelingDat de plaatselijke bevolking steeds bij de plannen is betrokken, en ze deels zelf opstelde, is volgens Keur en Brons een groot voordeel geweest. Bij de Indonesische avonturen van de Waterleiding Maatschappij Drenthe (WMD) raakten de locals gedemotiveerd vanwege de te dominante positie van de WMD, zo stond in het onderzoekrapport naar het fiasco. Aan de andere kant: de hulp van de WMD was wel van een heel ander kaliber dan die van Sukarèla. Terwijl dankzij de WMD honderdduizenden Indonesiërs nu over een goede drinkwatervoorziening beschikken, richt Sukarèla zich louter op een dorpje met nog geen duizend inwoners. Bovendien sluit de stichting geen huizen aan op water. Bewust niet. ,,Wij houden het bij openbare waterbakken, waar elke dorpeling uit kan halen wat hij nodig heeft. Anders krijg je scheve gezichten’’, zegt Keur. ,,Onze manier is beter voor de bevolking, daar ben ik van overtuigd.’’ En een stuk goedkoper: waar de WMD een miljoenenverlies leed, was Sukarèla de afgelopen vier jaar 35.000 euro kwijt.
Dagblad van het Noorden