De baby is een chagrijnige grijze wolf geworden
DOOR: THEODOR HOLMAN 1 JULI 2017, 14:00
Ja, ik ben een babyboomer! Ik ben, zoals Ischa Meijer dat zo mooi verwoordde: 'Het jongetje dat alles goed moet maken.' Ik was de naoorlogse hoop. Laat ik eerlijk zijn: ik kreeg een keurige opvoeding.
Maar nu is de 'boom' er een beetje uit, en de baby is een chagrijnige grijze wolf geworden. Wat nu?
Mijn vader vertelde over de tocht naar Indië, de luxe op het MS Johan van Oldenbarnevelt; zo'n reis wilde hij nog eens maken. Mijn moeder had gelezen over een hotel met een tennisbaan. Wij gingen kamperen in Frankrijk of aan het Comomeer. Ik zou nu best een cruise kunnen maken, ik zou naar Indië kunnen, ik zou veertien dagen in zo'n hotel kunnen verblijven, maar ik wil niet op een boot, ik wil nu niet naar Indië en ik kan niet tennissen.
Ik had deze zaken graag voor mijn ouders gekocht of georganiseerd, maar die zijn dood. Nu zou ik het liefst willen kamperen. Nee, nog liever wil ik helemaal niet op vakantie. Ik hoor constant dat 'de economie' erbij gebaat zou zijn als ik, babyboomer, geld zou uitgeven.
De redenering daarachter begrijp ik. Sparen is tegenwoordig des duivels. Onethisch zelfs... Maar... Juist door mijn opvoeding kán ik geen grote uitgaven doen. Dat is zonde. Spaarzaamheid & Soberheid zijn Deugden van Beschaving, is mijn motto. En beschaving is zelfbeheersing. Zeker als het gaat om geld.
Geld was bij ons thuis elke dag onderwerp van gesprek, want vader werkte bij De Nederlandsche Bank. Dus ik weet waar ik over spreek. Geld is de eerste bestaande God in mijn wereldbeschouwing. (Google is de tweede.) Beter dan God kan geld dromen laten uitkomen. (En Google geeft tenminste antwoord op je vragen.)
Maar wees voorzichtig met wat je aan de goden vraagt. Als wij, babyboomers, geen geld uitgeven en te veel sparen, komt dat door onze naoorlogse opvoeding. Geld was het fundament van je zelfstandigheid. En er was en is altijd dreiging. Je moest en moet, bij wijze van spreken, altijd weg kunnen en elders een bestaan kunnen opbouwen, zonder iemand tot last te zijn.
Opsmuk is dan fout, omdat je je dan onderscheidt van anderen, niet door je kennis of kunde, maar door je aangekochte allure. Dat hoort niet. Wie altijd een net pak draagt, werkt niet of heeft geen net werk.
Theodor Holman (1953) is columnist, schrijver, televisie- en radiomaker. Elke dag, uitgezonderd zondag, lees je hier zijn column.
Parool