Splinternieuwe motor voor 33 keer 36 euro
13-08-2009 09:15 | Jan Lepeltak
JAKARTA – Onder het bewind van president Yudhoyono is Indonesië de afgelopen jaren gegroeid tot een van de gezondste economieën ter wereld. De hoge binnenlandse consumptie maakt van Indonesië een nieuwe Aziatische grootmacht. Maar eerst moet de regering de nodige obstakels uit de weg ruimen.
In de kelderverdieping van een luidruchtige shoppingmall –oftewel winkelcentrum– in Kramat Jati staat een Indonesisch meisje in minirokje folders uit te delen. Achter haar staan de nieuwste modellen Yamahamotoren. „Als je nu bestelt, krijg je korting op je aanbetaling”, vertelt de 22-jarige verkoopster Wati. De Indonesische consument kan een splinternieuwe Vegamotor voor omgerekend 36 euro per maand in 33 termijnen afbetalen.
Wati en haar collega’s verkochten in 2008 ruim 6 miljoen nieuwe motorfietsen, het meest gebruikte vervoersmiddel voor de 230 miljoen Indonesiërs. In 2009 worden naar schatting nog steeds 5 miljoen nieuwe exemplaren verkocht.
Bijna een jaar nadat de recessie internationaal toesloeg, worstelen Thailand, Singapore, Vietnam en de Filipijnen met hun exporteconomieën. Indonesië daarentegen beschikt over een reusachtige lokale markt met een stijgende consumptie die de derde democratie ter wereld stevig overeind houdt, en zelfs nog laat groeien. De roepia was de afgelopen maanden de best presterende munt op de Aziatische geldmarkt.
Dit jaar zal de Indonesische economie naar verwachting met 4,5 procent groeien. In 2010 zal dit afnemen naar 4 procent, waarmee Indonesië zich nog steeds kan rekenen tot de belangrijkste groep opkomende markten, met China en India.
Het belangrijkste aandeel van president Yudhoyono hierin zijn de grote politieke stabiliteit en veiligheid in het huidige Indonesië. De bomaanslagen op 17 juli waren een grote schok voor de zakenwereld in Jakarta, na vier jaar rust en regelmaat. Desondanks reageerde de Indonesia Stock Exchange nauwelijks. De verkiezingen verliepen vreedzaam en de continuïteit van het huidige economische beleid is verzekerd, wat zowel de Indonesische kiezers als het bedrijfsleven het belangrijkst vinden. Niet ”change” maar ”juist zo doorgaan” was het verkiezingsmotto van Yudhoyono.
In 2010 wil hij met een verhoging van de overheidsbestedingen de economische groei verder aanjagen en de huidige werkloosheid van 8,1 procent temperen. En het gaat de goede kant op in vergelijking met 2006, toen de werkloosheid nog op 10 procent lag.
Het gebrek aan kredieten en bankleningen voor Indonesische bedrijven om de groei van de interne markt te stuwen is zowel een drama als een zegen. Indonesische banken hebben een pijnlijke les getrokken uit de financiële crisis in 1997, die een ware slachting betekende in de bankensector als gevolg van slechte leningen en wanbestuur. Onder leiding van de centrale bank, Bank Indonesia, wordt al vijf jaar een conservatief beleid gevoerd met hoge rentepercentages en strikte regelgeving. De staatsschuld is verder sterk verlaagd naar rond de 33 procent.
Toch blijven andere langdurige obstakels het potentieel van de grootste economie in Zuidoost-Azië belemmeren. Verstikkende corruptie en slechte infrastructuur schrikken veel buitenlandse investeerders nog steeds af. „De sleutelvraag is nu of de Indonesische regering de komende vijf jaar werkelijk de grote infrastructuurprojecten kan doorzetten. Als de vertraging erg groot is, zal het zeker een negatieve impact hebben op de groei van de economie,” zegt Robert Scholten, president-directeur van de ING Bank in Indonesië.
Een ander risico voor de economische groei is de prijzige import van olie door Indonesië. Met peperdure overheidssubsidies wil de regering de brandstofprijzen kunstmatig laag houden. In 2007 dreigden de brandstofsubsidies de gehele staatsbegroting op te slokken als gevolg van de constante stijging van de olieprijs. De inflatie nam dat jaar toe tot 6 procent. In het derde kwartaal van 2008 veroorzaakte de vrije val van de olieprijs daarom enige opluchting bij de Indonesische regering. De inflatie daalde dit jaar naar 2,7 procent, het laagste inflatie niveau de crisis in 1997.
Het feit dat het aan oliedollars verslaafde Indonesië rijk is aan grondstoffen als palmolie, steenkolen, koper, nikkel en goud, kan de grote redding zijn de komende jaren. De prijs van palmolie zal hoogstwaarschijnlijk weer stijgen. Het grondstofarme China moet voor zijn industriële productie wel in Indonesië zijn, dat ook dicht bij India ligt. Dit kan de hoge binnenlandse consumptie van Indonesië nog meer aanjagen. Maar de grootste vraag is de komende jaren vooral wie in 2014 de stabiliteit van de vertrekkende president Yudhoyono voortzet.
Ref.Dag.