"Amerika was heel goed op de hoogte van moordpartijen in Indonesië in 1965-1966"
De mensenrechtenorganisatie Human Rights Watch roept de Amerikaanse overheid op om alle archiefmateriaal inzake het bloedbad in Indonesië in de jaren 60 vrij te geven. HRW is bezorgd over een nieuwe "anti-communistische paranoia" in het Zuidoost-Aziatische land.
Jos De Greef
18-10-2017 16:37
Gisteren heeft de Amerikaanse archiefdienst documenten van de VS-ambassade in Indonesië uit de jaren 60 openbaar gemaakt. Daaruit blijkt volgens Human Rights Watch duidelijk dat de ambassade in de Indonesische hoofdstad Jakarta en dus ook het ministerie van Buitenlandse Zaken in Washington volledig op de hoogte waren van de massale moordpartijen die toen in dat land aan de gang waren.
HRW vraagt dat de VS-overheid nu ook alle andere gerelateerde diplomatieke en geheime documenten over die periode vrijgeeft, ook die van de geheime dienst CIA die niet openbaar gemaakt zijn. Volgens de organisatie gaat niet niet om verre geschiedenis, maar is de kwestie erg actueel. Zo stelt HRW een opstoot vast van "anti-communistische paranoia" door aan het leger gelinkte groepen en radicale moslimgroepen in Indonesië, terwijl er in dat land niet zo meteen een opgang van communisten te merken is.
De voorbije jaren waren er in Jakarta nog gewelddadige betogingen van extremistische moslimgroepen die zich verzetten tegen een onafhankelijk onderzoek naar het bloedbad van 1965. Volgens hen zou dat het communisme in Indonesië opnieuw aanwakkeren. Critici stellen dan weer dat moslimgroepen de herdenking van het bloedbad misbruiken om aanhang te winnen en politieke druk uit te oefenen op de regering.
"Het probleem om de vele PKI-gevangenen op te vangen en te voeden, wordt vaak met succes opgelost door de verdachten te executeren"
Telegram van de VS-ambassade in Jakarta aan Washington, november 1965
"Bij de ergste wreedheden van de 20e eeuw"
De moordpartijen in Indonesië in de jaren 60 zijn bij ons minder goed bekend, maar volgens Human Rights Watch gaat het om een van de meest bloedige wreedheden uit de vorige eeuw.
In Indonesië -het grootste land in Zuidoost-Azië- was toen een schimmig machtspel aan de gang tussen de regering van president Sukarno, de erg grote Partai Komunis Indonesia (PKI) en rechtse groepen binnen het leger. De climax kwam eind september 1965 toen communisten een aantal generaals vermoordden en rechtse militairen onder de latere dictator Suharto genadeloos terugsloegen.
In heel Indonesië, maar vooral op Java en Bali, braken toen massale moordpartijen uit, maar soldaten, paramilitaire groepen en radicale moslims jacht maakten op al dan niet vermeende communisten, maar ook op leden van de Chinese minderheid, advocaten, journalisten en zo wat iedereen die verdacht werd van sympathie voor de PKI.
In totaal zouden daarbij een half miljoen tot een miljoen mensen zijn gedood, vaak op erg brutale wijze. Al lang werd vermoed dat de CIA bij de coup betrokken was. Amerika haalde hoe dan ook voordeel uit de situatie, want Indonesië werd daarna een bondgenoot in de Koude Oorlog. Het "succes" van de CIA in dat land was van een veel groter strategisch belang dat de meer bekende oorlog in Vietnam, Laos en Cambodja en kostte de VS bovendien geen enkele soldaat.
VRT NWS