Nederlander vaart met hulpgoederen naar het noorden van Lombok
De Nederlander Wijnand ‘Durk’ Langeraar vaart dinsdag met een schip vol hulpgoederen van zijn woonoord Bali naar het noorden van Lombok, het zwaarst getroffen deel van het eiland. ‘Ik vermoed dat we de eerste hulpverleners zijn. De situatie in het noorden is ernstiger dan wat we hier te zien krijgen op het nieuws. Ik weet niet wat me te wachten staat. Het zal wel heftig zijn’, zo laat hij weten via WhatsApp.
Redactie 6 augustus 2018, 19:48
Een bewoner probeert bruikbare objecten mee te nemen uit zijn ingestortte huis in Noord Lombok. 6 augustus 2018. Foto AP
Langeraar, die al 25 jaar op Bali woont, heeft zijn tien meter lange schip Wahoo maandag volgetankt met 700 liter benzine: 500 in een tank, 200 in jerrycans. Aan boord bevinden zich voorraden rijst, kookolie, babyvoedsel, vlees en jodium. ‘De belangrijkste spullen die we meenemen zijn achttien waterfilters’. De apparatuur, van Nederlandse makelij, zet vervuild water snel om in drinkwater.
Drinkwater
‘Het drinkwater is bijna op’, heeft hij te horen gekregen van een bevriende sociaal werkster, Ibu Dian, die hem op Lombok zal vergezellen. Hij pikt haar op van het strand in Senggigi, een populair toeristenoord dat nu grotendeels in puin ligt. ‘We nemen een fles drinkwater van 30 liter mee voor haar familie. Familieleden slapen nu op straat, iedereen is doodsbang’.
Met Ibu Dian – ‘zij weet precies waar de nood het hoogste is’ – reist hij naar een moskee in het gebied ten noorden van Senggigi. Hoe snel dat zal gaan, weet hij niet. ‘De wegen zijn grotendeels onbegaanbaar’. Het bestuur van de moskee zal zorg dragen voor de distributie van de hulpgoederen als die daar eenmaal zijn aankomen.
Het is voor Langeraar de eerste hulpoperatie, maar hij kent het getroffen gebied –en veel inwoners – goed. De 69-jarige geoloog werkte er recent nog samen met de Indonesische autoriteiten op het gebied van ruimtelijke ordening.
De reis op zee, over een afstand van zo’n 140 kilometer, maakt de initiatiefnemer met een kapitein en een dekknecht. ‘Het duurt ongeveer drie uur, als alles meezit. Er zijn nu hoge golven, dus we kunnen niet al te hard varen’.
Gestrande Nederlanders
Op de terugweg wil Langeraar Nederlanders die gestrand zijn op het eiland Gili Meno, ten westen van Lombok, meenemen naar Bali. Hij heeft er een goede kennis wonen – haar houten woning is totaal verwoest, zo valt te zien op een foto die hij via WhatsApp stuurt. Ook krijgt hij van lokale contacten foto’s van andere vernielde woningen, en wegen die bezaaid zijn met rotsblokken. Andere foto's tonen mensen die dakloos zijn geworden of vrezen voor naschokken, en zich verzameld hebben onder een groot zeildoek.
Langeraar: ‘Ik weet niet of er gewonden mee terug moeten naar Bali. Ook al is er nog communicatie mogelijk op het eiland – de torens voor mobiele telefoons bleven functioneren – we zullen pas ter plekke weten hoe ernstig de situatie is.’
Volkskrant