Meikarta, een ‘nieuwe standaard voor een wereldstad’ – als het er ooit van komtIn de rijstvelden van het Indonesische Cikarang moet een ‘nieuw Jakarta’ uit de grond worden gestampt. Maar door overmoed, geldgebrek en corruptie is Meikarta voorlopig nog een fata morgana.
Michel Maas 24 oktober 2018, 20:49
Niet minder dan Manhattan moet het worden, met hetzelfde overzichtelijke, kaarsrechte stratenplan: ‘The only grid in Asia’. De bewoners zijn jong, sportief en gelukkig, en hun stad heet Meikarta. Brede fileloze wegen, joggingpaden, winkelcentra, ziekenhuizen, scholen, hotels (5 sterren), een ‘Central Park’ en zelfs een eigen ‘Silicon Valley’, waar Google, Apple en Facebook gezellig bij elkaar zullen zitten. De eerste woontorens heten Irvine, Glendale, Burbank en Newport. Ze vormen samen de wijk Orange County en beloven comfort, pleasure en prestige.
De stad Meikarta is nog in aanbouw. Maar straks als zij klaar is zal hier, in de rijstvelden van Cikarang, een ‘nieuw Jakarta’ staan. Mooier en beter en moderner dan de stoffige, verstopte, stinkende oude hoofdstad die 60 kilometer verderop uit zijn voegen staat te barsten.
Meikarta wordt geen kleine stad. De eerste fase moet 1 miljoen mensen trekken, en later zullen er zelfs 10 miljoen wonen in een luxe die niet zal onderdoen voor New York, Singapore of Londen. Meikarta wordt een on-Indonesische stad die ‘alles overtreft wat dit land ooit heeft gezien.’ Meikarta zet ‘een nieuwe standaard voor een wereldstad, in Zuidoost-Azië en daar voorbij.’
Fata morganaAls het er ooit van komt. Voorlopig woont er nog niemand in Irvine, Glendale, Burbank en Newport. Begin van de maand zijn wel al de eerste sleutels overhandigd aan 863 kopers van appartementen daar, maar niemand heeft die sleutels nog gebruikt, want de gebouwen zijn nog niet klaar. De sleutels moesten de buitenwereld tonen dat er schot zit in de zaak. In werkelijkheid is Meikarta voorlopig nog een fata morgana. Je rijdt erheen, je kijkt, je vertrekt, en denkt: wat heb ik eigenlijk gezien?
Vier torens met lege appartementen. ‘De mensen wachten af. Ze komen hier pas wonen als er buren zijn, en winkels’, zegt een bewaker. Een pr-dame komt haastig aanrennen om te voorkomen dat er foto’s worden genomen. Een onaf gebouw zonder mensen is geen goede reclame voor een wereldstad in wording.
De nervositeit rond Meikarta is groot. Met vier woontorens ben je er niet. Er moeten er tientallen komen, inclusief een shoppingmall met bioscoop en restaurants. En al die gebouwen kunnen niet bij stukjes en beetjes verrijzen, deze stad moet er in één keer staan, met alles erop en eraan. De torens moeten vol, niet alleen deze vier, maar alle honderdtwintig, alle 250 duizend appartementen tegelijk.
Meikarta in aanbouw. Voorlopig is de stad nog een fata morgana. Beeld ReutersMegalomane droomMeikarta is de megalomane droom van de Lippo-groep, een projectontwikkelaar die behalve in bouwprojecten ook in ziekenhuizen, scholen, namaak-Starbucksen en shoppingmalls doet. De groep heeft veel ervaring. Zij bouwt al jaren luxe wijken in het land, maar een hele stad is wat anders. Dat heeft nog nooit iemand aangedurfd.
Meikarta is met een investering van 15 miljard euro de grootste sprong die de Lippo-groep ooit heeft gemaakt. Tientallen miljoenen euro’s zijn er alleen al in een reclamecampagne gestopt die Indonesië maandenlang heeft gebombardeerd met filmpjes, bioscoopadvertenties, shows, maquettes en folders. Appartementen in Meikarta werden op de markt gesmeten met terugkoopgaranties, 0% aanbetaling, fijne afbetalingen en goedkope prijzen. Verkopers herinneren zich de eerste weken, toen ze soms wel ‘duizend appartementen op een dag’ verkochten, maar die tijden waren alweer snel voorbij.
Meikarta moet een complete stad worden van 500 hectare, waar de bewoners nooit meer weg hoeven te gaan. Ze slapen er, eten er en werken er: er is ruimte voor duizenden bedrijven, naast de gigantische auto- en motorenfabrieken die nu al in de buurt staan (bedrijven die ‘jaarlijks 1 miljoen auto’s en 4 miljoen motoren produceren’). Ook voor scholen, universiteiten, ziekenhuizen, shoppingmalls, bioscopen, hotels en een concerthal hoef je niet meer naar Jakarta.
UithangbordenIrvine, Glendale, Burbank en Newport zijn de uithangborden. De vier torens zijn ongeveer klaar. Zij staan het dichtst bij de snelweg, waar een bord ‘welkom in Meikarta’ mensen langs een plantsoentje leidt, over een splinternieuwe weg die ophoudt op de parkeerplaats van het hart van Meikarta: een groot gebouw waarin de kantoren zijn, en de grote verkoophal met de kijkwoningen, een bioscoop en de namaak-Starbucks die Maxx heet.
De hal is verlaten. Honderden lege stoelen staan te wachten op mensen die niet komen, verkopers verkopen niks meer, niemand kijkt in de kijkwoningen, niemand ziet de reclameschermen waarop een gelikte mix van Singapore, Dubai en New York te zien is, onder de slogan: The future is here today.
De stilte van binnen zet zich buiten voort. ‘De bouw gaat 24 uur per dag door’, zeggen de verkopers, maar daar is weinig van te merken. Enkele tientallen torens staan in aanbouw, en in elk van die gebouwen zie je mensen met frisse gele helmen, maar echt veel zijn het er niet, en gebouwd wordt er nauwelijks. In april meldde de krant Kompas dat de hoofdaannemer er helemaal mee was gestopt. De krant citeerde een intern memo waarin aan vijftien onderaannemers werd gemeld dat het werk ‘tot nader order’ zou worden stilgelegd. Later zei de aannemer dat wel werd doorgebouwd aan vier torens (‘Irvine’, ‘Glendale’, ‘Burbank’ en ‘Newport’). Die moesten koste wat kost voor het einde van 2018 klaar zijn.
Gebouwd op juridisch drijfzandDat lijkt te gaan lukken, maar het ziet er niet goed uit voor de nieuwe megastad. Meer slecht nieuws haalde de media. Twee reclamebedrijven klaagden de Lippo Group aan omdat die miljoenen euro’s voor de campagne niet zou hebben betaald. Er verschenen berichten over investeerders die wegliepen, en over Lippo zelf, dat een heel pakket aandelen in Meikarta van de hand zou hebben gedaan. Berichten die steevast werden ontkend. Dan waren er de huizenkopers die interviews gaven waarin ze vertelden dat ze zich bedrogen voelden. Eigendomspapieren kwamen maar niet, en de ‘geld terug’-garantie bleek geen stuiver waard.
Het pijnlijkste nieuws was dat de Lippo Group niet eens zijn bouwvergunningen in orde zou hebben. Meikarta werd gebouwd op juridisch drijfzand. De vice-gouverneur van West-Java, de provincie waarin Meikarta ligt, eiste zelfs stopzetting van alle bouwactiviteiten. Kort daarop kwam de directie met een bouwvergunning op de proppen voor in ieder geval 84,6 van de 500 hectare.
Maandag werd bekend hoe Lippo aan die vergunning is gekomen. Corruptiebestrijders van de Indonesische anti-corruptiecommissie KPK hebben tien mensen gearresteerd, onder wie een bupati (regent), Lippo-kopstuk Billy Sindoro en zijn broer Eddy Sindoro. De Lippo-bazen zouden de bupati ruim vier ton hebben gegeven om de bouwvergunning voor die 84,6 hectare rond te krijgen.
SchrikbeeldToen dit nieuws bekend werd, kelderden de aandelen Lippo meteen met 15 procent en de Indonesische bank BMI kondigde aan voorlopig geen krediet meer te verstrekken. Aan de horizon doemt nu het schrikbeeld op dat critici van het megalomane bouwproject van het begin af aan al hebben geschilderd: het beeld van een spookstad die nooit is afgebouwd. Of op zijn allerbest: het beeld van een doorsnee verzameling woontorens rondom een doorsnee shoppingmall, waarvan er al zoveel zijn gebouwd.
In Jakarta staat zo’n complex, Kemang Village, ook van Lippo. Een mall met een paar woontorens. Het is nooit helemaal geworden wat Lippo beloofde. ‘Hier komt het Marriott’ stond er jarenlang, maar het kwam niet. De groene glazen buitenwand van de hoteltoren is nooit voltooid, het glas is dof geworden en beschimmeld en de toren steekt dood en donker de lucht in, als een waarschuwende vinger.
In het hart van Meikarta staat een lange rij golfkarretjes geparkeerd. Zij zijn een jaar geleden aangeschaft om kopers over het onmetelijke bouwterrein te rijden. De karretjes rijden al een tijd niet meer. ‘Er zijn geen chauffeurs’, zegt een bewaker. ‘O, hoe laat komen die?’ vraagt een bezoeker. ‘Die komen niet meer.’
Volkskrant