Poffertjesdag in Breukelen
Plaatselijke historische traditie bijna honderd jaar oud Poffertjesdag in 1952
Cornelis Dudok de Wit
Buiten Breukelen is niemand bekend met het fenomeen "Poffertjesdag', maar desondanks is het op 3 oktober weer zover. Alle kinderen van de basisscholen in dit dorp krijgen dan gratis een portie poffertjes aangeboden. Deze traditie begon in 1914 en wordt betaald uit de erfenis van ‘Kees de Tippelaar’, een uiterst excentrieke inwoner van Breukelen, die leefde van 1843 tot 1913.
Poffertjesdag heeft een vast ritueel: eerst wordt de lekkernij uitgedeeld, waarna er een lezing en herdenking plaatsvinden. De hele dag staat in het teken van Cornelis Dudok de Wit, voormalig bewoner van Villa Slangevecht.
Hij werd in 1843 geboren in een rijke familie en hoefde daarom zijn hele leven niet te werken voor zijn geld. Avontuurlijk als hij was besloot hij op 22-jarige leeftijd om de wereld lopend te gaan verkennen. Hij zou er de bijnaam Kees de Tippelaar aan overhouden, want lopen deed hij.
En hoe! Zo was hij in 1865 de eerste blanke, die het lef had om dwars over Java te lopen om gebieden en culturen te ontdekken, waar nog nooit een buitenstaander was geweest.
Op blote voeten
Dagblad Het Centrum schreef over dit avontuur: 'Per zeilschip voer hij naar onzen Oost, en na een reis van 96 dagen zette hij den voet te Soerbaja aan wal.' Vanaf daar begon hij aan zijn tocht over Java, die anderhalf jaar zou duren en 3.560 kilometer lang was. 'Als eenige bagage had hij een handvaliesje bij zich, een paar ijzersterke schoenen, en zijn reisparasol.'
Die schoenen gebruikte hij overigens alleen als hij in de buurt kwam van Europeanen, want hij liep het liefst op blote voeten. Om te eten schoot hij zo nu en dan een vogel en voor de rest schoof hij aan bij de plaatselijke bevolking, die hem met open armen verwelkomde. Het kostte hem zo'n tien tot twintig centen per dag. Belangrijker was dat hij zo in aanraking kwam met een cultuur, die geen blanke van zo dichtbij had meegemaakt.
Een eigen museum
Toch gaf hij veel geld uit, want onderweg verzamelde hij als een oer-Boudewijn Büch van alles en nog wat om het via Soerabaja naar huis te laten verschepen, naar landgoed Slangevecht in Breukelen. Samen met de grote aantallen wandelstokken, die hij in Java liet maken, gebruikte hij deze verzameling om een privé-museum in te richten.
In 1913 schreef een bezoeker wat hij hier had gezien: 'Dingen van het land, kleedij van vrouwen en mannen, typische bijzonderheden van huis of woning, stukken van vulkanen of gesteenten van bergen, pijpen en stokken, sandalen en voetbekleedsels - ja, je weet niet wat voor ethnografische bijzonderheden. 'n Zweep uit olifantshuid, 'n stuk van een krokodillenstraat, 'n tong van een nijlpaard, 'n kimono van een Japansche geisha, 'n stuk steen uit den Solo'schen kraton, 'n bamboestok van den ouden Sultan van Djoko... dat zijn zo maar enkele dingen, die ik me herinner gezien te hebben.'
Er lagen in dat museum behalve objecten van die ene tocht naar Java nog veel meer opmerkelijke attributen. Kees de Tippelaar had namelijk ook nog wandelingen gemaakt naar onder meer Parijs, Wenen en van New York naar Philadelphia om de Wereldtentoonstelling van 1876 te bezoeken. Helaas is alles verloren gegaan...
Deze overactieve Dudok had maar vier uur slaap per dag nodig. Omdat hij door zijn rijkdom ook niet hoefde te werken, was hij in de gelegenheid om al zijn aandacht te geven aan sport, cultuur en zijn directe omgeving. Zoveel zelfs dat hij nu nog een bekende verschijning is in Breukelen - bijna een eeuw na zijn dood.
Acht miljoen
Dankzij hem bestaat daar nog steeds de jaarlijkse Poffertjesdag.
Op de site van de gemeente Breukelen staat hierover: 'Dudok trakteerde op zijn verjaardag de dorpsjeugd op poffertjes en stichtte bij testament het L.C. Dudok de Wit's Fonds waaruit nog steeds rond zijn verjaardag (3 oktober) de basisschooljeugd in de gemeente Breukelen in de befaamde poffertjeskraam van Van der Steen een portie poffertjes krijgt.'
Geld genoeg overigens, want omgerekend naar de huidige maatstaven liet Dudok – een vrijgezel zonder nageslacht - een vermogen van acht miljoen na.
In 1991 kreeg Dudok de Wit in Breukelen een standbeeld, dat in 2007 werd gestolen. De Historische Kring Breukelen – het bastion van Kees-kenners - schreef hierover: 'Het vermoeden bestaat dat het beeld vanwege de hoge opbrengst van brons is gestolen, te meer daar er in de regio meerdere bronzen beelden zijn verdwenen. De gemeente heeft bij de politie aangifte gedaan van de vermissing. Er is veel publiciteit in huis-aan-huisbladen, dagbladen en radio en tv Utrecht geweest over de verdwijning, waarbij nadruk is gelegd op de betekenis van Kees de Tippelaar voor Breukelen.'
Inmiddels staat er een replica, waar komende vrijdag de 166e geboortedag van Cornelis Dudok de Wit wordt gevierd.
(Jurryt van de Vooren)
geschiedenis.vpro
01-10-2009