Indo’s nog steeds vergeten groep
Den Haag – “Het staat helaas vast dat de overheid niet bereid is de kosten van een Indisch cultureel centrum voor haar rekening te nemen. Er is geen beleid gericht op de Indische Nederlanders, hoewel zij de grootste groep migranten vormen.”
“Elke andere ‘minderheid’ met een eigen cultuur wordt door de overheid gesubsidieerd: Indische Nederlanders worden nog steeds vergeten. Maar wij moeten ons niet uit het veld laten slaan. Integendeel, het prikkelt ons om te bewijzen wat wij waard zijn.”
Bittere woorden van voorzitter mr. E. Schenkhuizen van de Stichting nazaten Indische Nederlanders en sympathisanten (Nines) tijdens de opening van de Indische dag, zaterdag in het Haags Congresgebouw.
Het was wel een bijzondere manifestatie: ruim tweeduizend bezoekers hebben zich kunnen overtuigen dat het de groep ernst is. Er waren natuurlijk wel nostalgische elementen: het optreden van Wieteke van Dort en de vele krontjong-ensembles en niet te vergeten een scala van Indische culinaire geneugten, maar de tempo-doeloesfeer was er een beetje uit.
Men kon goed merken dat de organisatie van deze dag – mede mogelijk gemaakt door toch een subsidie van het ministerie van WVC van tienduizend gulden en het belangeloze optreden van alle artiesten – in handen was van de tweede generatie. Een soort zakelijkheid, zo men wil een verharding, liet zien dat er iets op handen was: de herontdekking van het Indo-zijn.
Synthese
Van twaalf uur ’s middags tot middernacht waren er vele programma’s. Indonesische inbreng, zoals angklung-orkesten en pentjak-silat naast specifiek Nederlandse bijdragen demonstreerden dat de Indische Nederlander in zijn maag zit met zijn twee herkomsten en nu op weg is naar een synthese, waarbij het Indonesische element – er was grote belangstelling van de Indonesische ambassade – niet weg te denken viel.
Wieteke van Dort typeerde verder: de eerste generatie heeft keihard aangepakt. Zonder protest begonnen directeuren en jongere ambtenaren na hun komst in Nederland opnieuw als jongste bediende en geluidloos ging de Indische groep op in de Nederlandse samenleving.
Maar de jongeren willen dit niet langer: auteur Jill Stolk, voordragend uit haar binnenkort te verschijnen boek ‘Kleurverschil’, probeerde de vraag wat het betekende een Indo te zijn, te beantwoorden en kwam tot meer dan vijftig antwoorden. Maar een Indo komt pas tot bezinning als hij omstreeks dertig jaar is en daarom moet men niet wanhopen als de jongeren zich nu nog over andere dingen druk maken.
Trouw?
Maandag 3 oktober 1988?