Mantelzorger: het verhaal van vader en dochter maandag, 19 april 2010 08:09
Foto Peter Russchen: Harry Damen en Peggy Tan worden geïnterviewd door Bep Martens (midden) ‘Wij gingen naar de dokter, want mijn vrouw had last van evenwichtsstoornis.’ Harry Damen vertelt over zijn ervaringen met de ziekte van zijn vrouw. Dat doet hij samen met zijn dochter Peggy Tan voor een gehoor van ruim dertig aanwezigen op de april-bijeenkomst van het Alzheimerercafé in Bedum.
Het bleek om meer dan evenwichtsstoornis te gaan. Veel onderzoek verder: ‘Ze bleek een vorm van atrofie (afsterven; Red.) van de hersenen te hebben.’ De diagnose was dementie.
In het dagelijks leven verandert er veel. Harry kookt nu dagelijks. ‘Vroeger mocht ik niet koken. Mijn vrouw deed dat graag. Voor mij was het zelf koken een hele omschakeling.’ Zijn vrouw is van Indisch-Chinese komaf, maar hij kan alleen Nederlands koken. ‘Mijn dochter en kleinkinderen koken wel Indisch of Chinees.’
Belangrijker is wat er verandert in het omgaan met elkaar. ‘Je moet veel geduld hebben. Ik moet heel vaak nee zeggen. Bijvoorbeeld als mijn vrouw weg wil gaan. Dat wil zij vaak, maar zij kan het niet; ze heeft er te weinig energie voor.’
Peggy komt terug op het begin van de ziekte. ‘In het begin deed de ziekte van mijn moeder me veel pijn. Ik had een gevoel van afscheid nemen. Na enige tijd ga je aan situaties wennen. Omdat ik in de gezondheidszorg en geriatrie werk kan ik mijn ervaringen en gevoel niet alleen met de familie delen, maar ook met collega’s. Daardoor kan ik beter omgaan met mijn moeder. Ik ga niet meer in discussie met haar. Mijn moeder en ik hebben allebei ons eigen verhaal. Ik heb geleerd om meer samen te praten en te doen. Ik zette me vroeger af tegen de Oosterse manier van doen. Maar ik ben een echt Indonesisch meisje. Daar kwam ik achter na een reis naar Indonesië. Nu merk ik hoe fijn het is om te ontdekken wat je samen kunt beleven.’ Toch is er ook een andere kant. ‘Je wil iemand bereiken, maar er zit wat tussen. Er is geen direct contact.’
Harry heeft vroeger veel foto’s en films gemaakt. Zijn vrouw en hij bekijken die samen. ‘Maar het wordt voor haar te inspannend om lang te kijken.’ Zijn vrouw zit vaak bij hem op de kamer als hij aan het werk is. Soms sluit hij zich af. Uit lijfsbehoud.
‘Ik vind het belangrijk om er af en toe uit te gaan voor mijn hobby. Maar ik leef bij de dag en maak al mijn afspraken onder voorbehoud. Ik ben heel open over wat er met mijn vrouw aan de hand is.’
Het publiek reageert meelevend: de boog kan niet altijd gespannen zijn.
Peggy ziet een duidelijk verschil tussen haar situatie en die van haar vader. ‘Ik ben geen permanente mantelzorger. Ik kom elke zondag met mijn man en door de week nog twee keer. Ik heb meer ruimte om los te laten, want ik ga weer weg.’
Seniorenkrant Groningen