Achteruitgang van Indonesische democratie
20 april 2010 (MO) -
Op één week tijd kreeg de Indonesische democratie twee keer klappen. Zowel godsdienstvrijheid als vrije meningsuiting lijken geen vanzelfsprekendheid meer in één van de weinige Aziatische democratieën.
In oktober 2009 dienden enkele mensenrechtenorganisaties, religieuze minderheden en gematigde moslims een verzoekschrift in bij het Grondwettelijk Hof van Indonesië. Hierin verzoeken ze om de wet op godslastering van 1965 te herzien of te annuleren. Het verzoekschrift werd op 20 april verworpen door het Grondwettelijk Hof.
De wet op godslastering heeft als consequentie dat kleine religies geen kans krijgen in Indonesië. De wet erkent enkel de orthodoxe vormen van zes religies: de islam, het boeddhisme, het hindoeïsme, het katholicisme, het protestantisme en het confucianisme.
Daardoor is het in Indonesië verboden om iets te publiceren over andere religies. Maar ook om “afwijkende” religies aan te bevelen of publieke steun te geven.
Contradictie met grondwet?
De rechter van het Grondwettelijk Hof, Mohammad Mahfud, verdedigt het verdict. ‘De wet is niet in contradictie met de grondwet van 1945, noch met de nationale ideologie’, aldus Mahfud. ‘De wet is noodzakelijk in Indonesië om conflicten tussen religieuze groeperingen te voorkomen.’
Minister van Religie Suryadharma Ali kantte zich ook tegen een wetswijziging. ‘De wet is nodig om harmonie in onze samenleving te garanderen. Maar ook om te voorkomen dat er een explosie van nieuwe religies komt,’ zegt Ali in een interview met de Indonesische krant Jakarta Globe.
Terugval democratie
Mensenrechtenorganisaties waaronder Imparsial (het Indonesische Mensenrechtencommissariaat) begrijpen de beslissing van de jury niet. ‘Volgens de jury past het verdict binnen de grondwet, maar dat klopt niet. Onze grondwet garandeert godsdienstvrijheid. Het is heel teleurstellend dat het Grondwettelijk Hof, waarvan verwacht wordt dat het toeziet op de grondwet, zijn job niet naar behoren uitvoert’, aldus Imparsial.
Ulil Abshar Abdallah, een gematigde moslim reageert teleurgesteld: ‘Het hof lijkt onze grondwet niet te begrijpen, want die garandeert duidelijk godsdienstvrijheid. Deze wet zal een tijdbom worden aangezien minderheidsgroepen de mond wordt gesnoerd.’
Ook mensenrechtenadvocaat Uli Parulian Sihombing is verbaasd en spreekt van een terugval voor de Indonesische democratie. 'Orthodoxe religies lijken door deze beslissing belangrijker dan basisvrijheden.'
Censuur op het internet
Maar niet alleen de godsdienstvrijheid in Indonesië wordt bedreigd, ook het recht op vrije meningsuiting. Sociale netwerksites als Facebook en Twitter worden door de bevolking meer en meer gebruikt om hun ongenoegen te laten blijken over bepaalde zaken als politici en gerecht, en dat is niet naar de zin van de regering. ‘Politici zijn bang van sociale netwerksites’, zegt Megi Margiyono van de Onafhankelijke Journalistenvereniging.
Minister van Communicatie en Informatietechnologie Tifatul Sebriring wil daarom een wet doorvoeren om de inhoud van internetsites te reglementeren. ‘Wij willen de verspreiding van negatieve inhoud limiteren om zo onze cultuur en onze waarden en normen te beschermen. We zijn niet van plan om een voorbeeld te nemen aan China en Facebook en Twitter te blokkeren.’ De bedoeling van Tifatul is om iets tussen China en de VS te worden. ‘Ja, we zijn vrij, maar met vrijheid komt ook verantwoordelijkheid’, aldus Tifatul.
mo/mondiaal nieuws