Memorial Airshow Ede: 'Hessenweg werd geen Polderbaan'Door: Henny Jansen | woensdag 16 juni 2010 13:57
EDE - Honderd jaar luchtvaart komt zaterdag 18 september op de Ginkelse Heide letterlijk overvliegen tijdens een groots opgezette luchtshow ter ere van Jan Hilgers. Hij maakte op 29 juli 1910 als eerste Nederlander een motorvlucht boven de kruising Zonneoordlaan/Hessenweg. In aanloop naar het evenement, waar tussen de 50.000 en 100.000 toeschouwers worden verwacht, brengt Nieuwsblad Ede Stad een serie artikelen over de Jan Hilgers Memorial Airshow Ede. Te beginnen met de aanleiding, de historische daden van luchtvaartpionier Jan Hilgers.
Wanneer Jan Hilgers en de Doesburger Heide ter sprake komen, wordt weleens verkondigd: 'Ja..., voor hetzelfde geld hadden we Schiphol om de hoek gehad, en niet in de Haarlemmermeer'. Nu is het tegenwoordig vanaf de 'gate' twintig minuten taxiën naar de Polderbaan, dus we mogen er misschien wel gelukkig mee zijn dat we de Goudsberg, en de Eder Heide nog in de huidige staat hebben. Feit blijft inderdaad wel dat in de omgeving van de Zonneoordlaan en Hessenweg een gemotoriseerd vliegtuig het luchtruim koos, met een Nederlander als gezagvoerder.
Dit was op 29 juli 1910. Eigenlijk zou niet Jan Hilgers, maar Clement van Maasdijk de eerste zijn die dat zou doen. Dit zou in Friesland gebeuren tijdens de in Heerenveen georganiseerde vliegdagen. Twee Haagse zakenlieden wilden die primeur graag voor zichzelf, dus organiseerden ze een vliegdemonstratie bij Ede, boven de Doesburger Heide. Hiervoor vroegen ze Jan Hilgers. Deze kon nog niet echt vliegen; om bochtjes te vliegen moest hij zijn vliegtuig landen, draaien en weer opstijgen. Toch was het een succesvolle demonstratie.
Evert Jan Schoonderbeek
Johan Willem Emile Louis Hilgers (Jan Hilgers) werd geboren op 19 december 1886 te Probolingo in Indonesië. Hij werkte bij de firma Verwey en Lugard die in 1910 nabij Ede en Soesterberg twee vliegkampen had ingericht. Aangezien Johan Hilgers al ervaring had met het vervaardigen van zweefvliegtuigen, werd hij door deze firma naar het Franse Pau gezonden om daar vlieglessen te nemen bij Blériot. Nog voordat hij zijn brevet gehaald had, moest hij terugkeren naar Ede om daar een vliegdemonstratie te geven. In Heerenveen was men namelijk de primeur aan het voorbereiden om de eerste Nederlander boven Nederland te laten vliegen. Die Nederlander moest Clément van Maasdijk worden. Verwey wilde die primeur afsnoepen en kocht Blériot XI die Johan uiteindelijk op 29 juli 1910 vloog. Het toestel werd via Wageningen getransporteerd door Evert Jan Schoonderbeek naar het vliegkamp in Ede.
De vlucht stelde niet veel voor. Johan had daarvoor nog maar drie keer gevlogen en kon nog geen bochten maken. Hij vloog daarom in een rechte lijn, landde, draaide zijn toestel om en vloog weer verder in een rechte lijn. Johan bleef een tijdje in dienst bij Verwey en Lugard en hun Maatschappij voor Luchtvaart. Hier maakte hij een aangepaste versie van de Blériot XI, die aangeprezen werd als het type 'Verwey & Lugard', en had de verantwoording over de fabriek. In 1911 haalde hij alsnog zijn brevet bij zijn eigen vliegschool.
In 1912 vertrok hij naar Duitsland om daar te gaan werken bij Fokker. Hij demonstreerde de Fokker Spin in Rusland en vertrok met twee Fokkers naar Nederlands-Indië om daar het product aan te prijzen. Wat niet zo'n succes bleek te zijn. Hij was de eerste vliegenier die in Indonesië een crash maakte, die hij overleefde. Hij bleef in Nederlands-Indië wonen en op 27 september 1913 trouwde hij met Anna Sophia Blijenburg in Bangil. Uit dit huwelijk kwamen zes kinderen voort.
Op 30 mei 1914 werd de Proefvliegtuigenafdeling van het Nederlandsch-Indisch leger opgericht (voorloper van de uiteindelijke ML-KNIL), en werd Hilgers aangetrokken als instructeur-werktuigkundige. Hij bleef hiervoor werken totdat Nederlands-Indië in 1942 door de Japanners werd binnengevallen. In 1945 overleed Hilgers in een gevangenkamp nabij Ngawi.
Vliegkamp Ede
Op 20 augustus 1910 werd in Gilze-Rijen op de Molenheide het eerste Nederlandse vliegterrein officieel in gebruik genomen. De werkzaamheden aan het terrein in Ede werden inmiddels ook met succes bekroond. Zelfs buitenlandse gasten beschouwden het vliegkamp als een der mooiste in Europa. In oktober van 1910 werd hier een grote vliegdemonstratie gehouden met diverse buitenlandse aviateurs. In november gebeurde dat op Soesterberg. Beide demonstraties waren een groot succes. Financieel was dat niet zo, omdat het publiek al snel merkte dat je veel goedkoper en net zo goed buiten het terrein naar het vliegen kon kijken.
De luchtvaartactiviteiten van Verwey en Lugard werden ondergebracht in de Maatschappij voor Luchtvaart (MvL). Jan Hilgers ging de fabricage van vliegtuigen leiden en was vlieginstructeur op de beide vliegvelden van Soesterberg en Ede. Op de Hertenberg in het landgoed de Valouwe is in 1911 en 1912 zelfs nog een tweede vliegmaatschappij actief geweest: De Condor van Henri Bakker, H. Kanters en B. Moerkoert. Hier werden eveneens vlieglessen en demonstraties gegeven.
Het bleek spoedig dat de verwachtingen van de leerlingen-aantallen te hoog gegrepen waren . Er moest geld bij. De vliegdemonstraties brachten ook niet op wat men gehoopt had. De MvL hield het begin 1912 voor gezien. In juni 1912 hield De Condor er mee op. Henri Bakker ging echter door en richtte een eigen vliegschool en vestigde zich met zijn Blériot op het terrein op de Doesburger Heide. Bakker was een van de weinige pioniers die nog een boterham in de aviatiek verdiende.
In 1913 kwam er een nieuwe vliegmaatschappij bij: 'De Kampioen' met zelfs drie Blériots en drie Sommer-tweedekkers. De vliegtuigen werden ondergebracht in de loods van De Condor.
Op 1 juli 1913 kwam er op Soesterberg een militaire luchtvaartafdeling, vanwege de militaire toepassingen van de luchtvaart. Met het begin van de eerste wereldoorlog in 1914 breidde de militaire luchtvaar zich noodgedwongen uit. De civiele of sportluchtvaart ging in het oorlogsgeweld ten onder. Het Edese vliegkamp werd betrokken bij de 'overlandvluchten' die benodigd waren voor het militaire vliegbrevet. Er werd nu regelmatig tussen Soesterberg en Ede heen en weer gevlogen.
Na de eerste wereldoorlog vestigde de jonge vliegtuigbouwer Joop Carley een echte vliegtuigfabriek op het vliegkamp Ede. Hij maakte hier diverse vliegtuigen. De vliegschool was ook flink opgezet met in totaal 13 toestellen. Daarnaast werd de mogelijkheid voor passagiersvluchten geboden.
Concurrent Anthony Fokker was in de Eerste Wereldoorlog in Duitsland als vliegtuigbouwer actief geweest. Na de oorlog kwam hij terug met een groot aantal van zijn vliegtuigen die inmiddels grote indruk hadden gemaakt. Men stond in de rij om zijn producten af te nemen. Dit ging ten koste van vliegtuigbouwers als Joop Carley. In september 1921 keerde hij terug naar het westen van het land. Het vliegkamp bleef ontruimd achter, de hangars werden gesloopt. Alleen de betonvloeren deden nog een tijd dienst, onder andere als tennisbanen. Het vliegveld werd ingezaaid en bebouwd.
Bronnen: 'Ede, de stad en de ruimte', 'Van Spin tot megajet, luchtvaart in Nederland', Postzegel uitgifte boek 1994, PTT Post Filatelie, Aviateurs van het eerste uur - Wim Schoenmaker/Thijs Postma, 1984, uitg. Romen Luchtvaart, ISBN 9028837645.
Jan Hilgers met de Blériot X1.EdeStad.nl