„Sta hijsen van vlag in Papoea en de Molukken toe”
23-06-2010 12:00 | gewijzigd 23-06-2010 12:00 | Buitenlandredactie
NEW YORK – Vreedzame uitingen van onafhankelijkheidsstreven, zoals het hijsen van de vlag, moeten in Papoea en de Molukken onbestraft blijven. Dat stelt de internationale mensenrechtenorganisatie Human Rights Watch (HWR) in het rapport ”Prosecuting Political Aspiration”, dat gaat over detentie en mishandeling van politieke gevangenen in Indonesië.
Het rapport, dat woensdag uitkwam, stelt de arrestatie en jarenlange opsluiting aan de kaak van Molukkers en Papoea’s die op vreedzame wijze uiting gaven aan hun onafhankelijkheidsstreven voor de Molukken en Papoea. HWR interviewde meer dan vijftig politieke gevangenen in de Molukken, Papoea en op Java. Volgens HWR zitten er zeker honderd activisten momenteel gevangen vanwege vreedzame politieke uitingen.
HWR beschrijft de zaak van tien vooraanstaande Papoea- en Molukse activisten die vanwege hun activiteiten voor jaren achter de tralies zitten. In diverse gevallen was er sprake van marteling, mishandeling of het willens en wetens onthouden van medische zorg aan gevangenen.
Vooral het hijsen van de vlag, de Morgenstervlag van de Papoea’s en de RMS-vlag van de Molukkers maakt de Indonesische autoriteiten iedere keer weer hypernerveus, met als gevolg een ‘overkill’ aan oppressie. HWR eist in het rapport de onvoorwaardelijke vrijlating van alle personen die vanwege vreedzame uitingen van hun politiek opvattingen werden opgepakt en vastgezet. Zij moeten een nieuw proces krijgen, dat volgens internationale rechtsnormen verloopt. Verder roept de organisatie Jakarta ertoe op het hijsen van de Papoea- en de RMS-vlag niet langer strafbaar te laten zijn.
Het voor jaren opsluiten van activisten nam in de Molukken een hoge vlucht nadat op 29 juni 2007, tijdens de viering van een nationale feestdag in Ambon-stad, de RMS-vlag werd ontrold voor de ogen van de Indonesische president Yudhoyono. Prompt werden tal van activisten opgepakt. In Papoea zette de moord op Papoealeider Theys Eluay, op 10 november 2001, de zaak op scherp. Pogingen van diverse Papoea-activisten om de Morgenstervlag te hijsen en daaromheen betogingen te organiseren, werden neergeslagen.
HWR wijst erop dat Indonesië onder meer de vrijheid van meningsuiting in de grondwet heeft laten vastleggen. Om die reden zou sowieso het hijsen van de vlag mogelijk moeten zijn. Tegelijkertijd erkent de organisatie dat afscheidingsbewegingen terecht de zorg kunnen zijn van de autoriteiten, maar steeds zal de wijze waarop activisten te werk gaan –met geweld of vreedzaam– moeten bepalen of optreden van de staat gerechtvaardigd is.
Ref.Dagblad