Schoolgaan bij de natuurYvette Benningshof | 128 juli/augustus 2010 issue
Leerlingen van de Green School in Bali worden opgeleid tot milieubewuste burgers. Diep verscholen in het groene hart van Bali ligt de Green School. Naast een drie verdiepingen hoog gebouw van bamboe — met onder meer kunstateliers en een bibliotheek waar de computers draadloos internet hebben — ligt een grasveld, een sportterrein en een natuurlijk zwembad. Een aangename bries is voelbaar. In deze inspirerende omgeving wil de internationale school via het vereiste vakkenpakket (met de programma’s Green Studies en Creative Arts) de leerlingen opleiden tot kritische denkers en doeners die zich zullen inzetten voor een duurzame samenleving.
De Green School, twee jaar geleden geopend, is het initiatief van John en Cynthia Hardy, die eind jaren zeventig naar dit Indonesische eiland kwamen en een juwelierszaak opzetten. ‘Voor mij was de boodschap van Al Gore een bevestiging om deze school te bouwen’, zegt de Canadese John Hardy, verwijzend naar de film An inconvenient truth. ‘De komende generaties zijn de spil van de verandering.’ Hardy hoopt dat de leerlingen aan zijn school afstuderen ‘met een groot hart en een grondige kennis van een duurzame leefwereld’.
De kleinsten (vanaf drie jaar) krijgen antroposofisch onderwijs; de oudsten (tot zestien jaar) richten zich op onderwerpen als duurzame energie en ‘mondiale bewustwording’. De school — die ruimte biedt voor bijna het dubbele van de huidige 132 leerlingen — probeert het goede voorbeeld te geven met composttoiletten en een vortex, die uit het water van de rivier de Ayung energie moet gaan opwekken. Intussen bouwen leerlingen een bamboeclubhuis en onderhouden ze een groentetuin.
De achtjarige Nederlandse Jip Luchsinger gaat sinds een paar maanden naar de Green School, nadat zijn ouders tijdens hun sabbatical naar Bali verhuisden. Zijn klas heeft een eigen rijstveld. ‘We gingen in lange broek, lange mouwen en met een hoed op de rijst met een schaartje oogsten’, vertelt Jip. Hij vond het ‘leuk’ maar ook ‘zwaar werk’ in de hete zon.
Ook krijgt Jip onderwijs in muziek, dans en theater, met Balinese culturele uitingen als houtbewerking en mepantigan (Balinese zelfverdedigingskunst). Iedereen krijgt ook les in het Indonesisch. Jip: ‘Ik leer veel van de leraar, zoals papier maken, kleien en Balinese liedjes.’ En omdat zijn klasgenootjes overal vandaan komen, kijkt hij iedere dag in de atlas ‘om de nationale vlaggen uit mijn hoofd te leren’.
De visie van de Hardy’s is om een community te vormen. Daarom werken ze samen met lokale bouwvakkers, rijstboeren en kunstenaars. Om het open karakter te benadrukken, zijn er geen hekken om het terrein. ‘Dit is het zaadje, het begin’, zegt John Hardy. ‘Mijn droom is om meer Green Schools over de hele wereld te openen.’
Ode Magazine