Muziek 8 september 2010 Seije Slager
Nieuw geluid op de gamelan Al heel lang laten westerse componisten zich inspireren door de klanken van de Javaanse en Balinese gamelan. Andersom gebeurde zelden, maar daar komt nu verandering in. Al zitten niet alle Indonesiërs daar op te wachten.
’Herinner je de Javaanse muziek”, schreef Claude Debussy in 1895 aan de dichter Pierre Louÿs, „die elke subtiele betekenis kon uitdrukken, zelfs de onzegbare betekenissen, en die onze akkoorden deed klinken als doorzichtige spookverhalen die je aan ongehoorzame kinderen vertelt.”
Componist Evan Ziporyn © TrouwHij verwees naar de Wereldtentoonstelling van 1889 in Parijs, waar hij betoverd was geraakt door een Javaanse gamelan. Het was voor het eerst dat de Fransen kennis konden maken met zo’n ensemble, waarin vooral de klanken van xylofoons en andere metalen percussie-instrumenten opvallen. Debussy was dan ook niet de enige componist die daar rondliep; ook een tijdgenoot als Erik Satie raakte er in de ban van de mysterieuze klanken uit het verre Oosten.
De timing van dat optreden was goed; exotisme was in de mode in die dagen. Veel schilders lieten zich inspireren door Japanse motieven. En ook in de muziek waren oriëntaalse motiefjes al enige tijd bon ton.
Niet dat Debussy veel op had met componisten die hun stukken al te opzichtig tooiden met exotisch klinkende versierselen. Hij sprak bijvoorbeeld laatdunkend over de opera Lakmé van Léo Delibes. De invloed van de gamelan is in zijn werk ook niet direct aan te wijzen. Maar Debussy probeerde in die tijd los te komen van de rigide voorschriften van de westerse klassieke traditie. Dat er ergens anders hoogwaardige muziek werd gemaakt met andere toonladders en een geheel andere formele structuur, zal hem bevestigd hebben in bepaalde ideeën die in zijn hoofd borrelden.
Diezelfde scheiding tussen exotisme en dieperliggende invloed was driekwart eeuw later nog intact. In 1973 ging de Amerikaanse componist Steve Reich naar Bali om daar gamelan te studeren, en ook hij had weinig op met het exotisme van zijn dagen: popmuzikanten die ineens op een sitar gingen spelen. „Ik probeer niet te klinken als een Balinese muzikant, ik probeer te denken als een Balinese muzikant”, merkte hij op over de gamelaninvloed in zijn eigen werk. Die is vaak indirect. Net als in veel gamelanmuziek hoor je in sommige stukken van Reich een basis van snelle, percussieve patronen, waaroverheen een veel tragere melodielijn gespeeld wordt.
Het is dan ook lastig om de gamelan zomaar te integreren in de westerse muziek. De instrumenten zijn namelijk gestemd in intervallen die niet overeenkomen met die van westerse instrumenten. Pas de afgelopen jaren zijn er voor het eerst speciale gamelans gebouwd die chromatisch gestemd zijn, en waar westerse componisten dus mee uit de voeten kunnen.
Omgekeerd geldt dat al helemaal: door de aparte stemming van hun instrumenten was het vrijwel onmogelijk voor Javaanse en Balinese musici om buitenlandse invloeden in hun muziek te verwerken.
Dat er op dat gebied toch wat borrelt, is morgen in het Tropentheater in Amsterdam te horen tijdens het programma ’Gamelan Now!’. Het theater vroeg aan het Javaanse ensemble Kyai Fatahillah en aan het Balinese ensemble Semara Ratih om stukken van Steve Reich te bewerken voor gamelan.
In hoeverre is er in Indonesië een klimaat voor hedendaagse muziek op de gamelan? Programmeur Henrice Vonck: „Er is een verschil tussen Java en Bali. Op Java heb je meer conservatoria en concertzalen, daar is dus ook wel een markt voor nieuwe muziek. Zeker in West-Java, waar de gamelan minder geassocieerd wordt met de traditionele hoven van de sultans zoals in Centraal-Java. Iwan Gunawan, die voor Kyai Fatahillah componeert, is eigenlijk een componist zoals wij die kennen. Hij is bijvoorbeeld ook begenadigd pianist.”
Op het hindoeïstische Bali ligt het anders, legt Vonck uit. „Daar is gamelan veel meer een onderdeel van religieuze ceremonies. En zit men dus ook minder te wachten op vernieuwing. Het is echt hard zoeken naar interessante componisten daar.” Maar I Made Arnawa, die voor Semara Ratih componeert, is wel een uitzondering. „Dat is een heel interessante man. Hij heeft in zijn eentje een compositietechniek uitgedokterd, waarbij hij sommige spelers patronen van bijvoorbeeld vijf maten laat herhalen, en andere van zeven maten. Daardoor gaat het asynchroon lopen, en komt het op een gegeven moment weer bij elkaar. Het grappige is, dat hij pas veel later ontdekte, dat Reich in zijn phase shift werken een vergelijkbaar procedé toepast.”
Ook de Amerikaanse componist Evan Ziporyn heeft voor het programma een op Reich geïnspireerd stuk voor gamelan gecomponeerd. Ziporyn, die als klarinettist veel samenwerkt met Reich, maakt al jarenlang hedendaagse muziek voor gamelan, waarbij hij Balinese en westerse instrumenten combineert.
Hij bevestigt dat de situatie voor hedendaagse muziek op Bali lastig is. „Er is altijd wel een zekere ruimte voor innovatie. Een dorpsgamelan is bijvoorbeeld trots als ze een nieuw stuk geleerd hebben. Maar er is maar een handjevol componisten echt bewust bezig met vernieuwen, en die hebben moeite om een publiek te vinden. Iemand als Dewa Ketut Alit is origineel, vaak zelfs behoorlijk briljant. Maar hij moet zijn brood verdienen door les te geven aan ensembles in Japan, Singapore, Australië en de Verenigde Staten.”
Dat dat tegenwoordig kan, is natuurlijk wel nieuw.
© Trouw 2010, op dit artikel rust copyright.
Voor de tweede keer organiseert het Tropentheater dit jaar het Internationaal Gamelan Festival Amsterdam. Op donderdag 9 september, tijdens de avond Gamelan Now! staat de kruisbestuiving tussen gamelan en westerse muziek, met name Steve Reich, centraal.
Op vrijdag 10 september zal het ensemble Kyai Fatahillah een avond lang Javaanse gamelan uit heden en verleden spelen, op zaterdag 11 september is het de beurt aan de Balinese gamelan van Semara Ratih.