Joodse bloei in onverwachte locatie: Indonesië Donderdag 24 Maart 2011 15:45
Een 19 meter hoge menora, wellicht de grootste ter wereld, staat boven op een heuvel die uitkijkt op de Indonesische stad Manado. Hij dient als bewijs van de tolerantie van het stadsbestuur. Israëlische vlaggen wapperen aan de taxistandplaatsen en in de opgeknapte synagoge waar de lokale autoriteiten betaalden voor de grote davidsster die het plafond van het gebedshuis siert.
Deze regio staat al lang bekend als een christelijk bolwerk en sinds kort ook als de thuisbasis van evangelische en charismatische christelijke groepen. Het gebied in het uiterste noorden van Indonesië getuigt van ongekende pro-Joodse sentimenten sinds een aantal mensen het geloof van hun Joodse voorouders uit Nederland terug omhelzen. Met instemming van de plaatselijke autoriteiten weten ze zich langzaam maar zeker een plaats te verwerven in het woelige religieuze Indonesische landschap, uitgerekend in het land met de grootste moslimbevolking ter wereld.
De enorme kandelaar die de stad Manado liet vervaardigen
Deze nieuwe ontwikkeling gebeurt op het ogenblik dat moslimextremisten brutale overvallen plegen op christelijke en andere religieuze minderheden elders in het land. De centrale overheid doet er weinig aan om het tij te keren omdat ze bang zijn grote groepen moslims tegen zich in het harnas te jagen. Tijdens pro-Palestijnse protesten tegen de Gaza-oorlog werd de honderd jaar oude synagoge in Surabaya gesloten. Daarmee verloor de weinig bekende kleine Joodse gemeenschap haar plaats in deze stad en daarmee is de synagoge, juist buiten het centrum van Manado het laatste gebouw voor de Joodse eredienst in het land.
De synagoge wordt bezocht door een tiental mensen die zonder uitzondering van Indonesische komaf zijn en het Jodendom sinds kort bestuderen. Voor ze op buitenlandse Joodse hulp beroep deden, probeerden ze alles over het judaïsme te weten te komen in een internetcafé in de stad. Zelf zeggen ze al grappend dat ze onderwezen worden door rabbijn Google. Een Thora hebben ze zelf uitgeprint door het boek van het internet te downloaden. En om hun kennis over het davenen (bidden) te vergroten, keken ze naar YouTube filmpjes.
“We proberen gewoon goede Joden te zijn”, zegt de 27-jarige Toar Palilingan, die ultra-orthodox gekleed gaat in zwarte jas compleet met bijpassende hoed. “Maar als je ons vergelijkt met de Joden in Jeruzalem of Brooklyn, dan zijn we dat natuurlijk nog lang niet”, zegt Palilingan, die nu als Yaakov Baruch door het leven gaat.
Indonesië en Israël onderhouden geen diplomatieke betrekkingen maar het is geen geheim dat beide landen al decennialang gemeenschappelijke militaire en economische belangen met elkaar delen. De laatste jaren zoeken steeds meer Joodse zakenmensen, zowel vanuit Israël als uit de rest van de wereld, naar nieuwe mogelijkheden om er zaken te doen.
Moshe Kotel, een 47-jarige zakenman die in El Salvador geboren werd, heeft zowel de Israëlische als de Amerikaanse nationaliteit. Hij komt sinds 2003 elk jaar naar Manado waar hij een groothandel in scharreleieren runt. Kotel, wiens vrouw uit Manado komt, zegt dat hij zenuwachtig was toen hij voor het eerst op de luchthaven van de stad landde. Maar toen ik de Israëlische vlaggen aan de taxistandplaatsen zag, was ik gerust en voelde ik me echt welkom”.
De 27-jarige Toar Palilingan die nu ook ultra-orthodox gekleed gaat
Het overheidsbestuur van Noord Minahasa, een overwegend christelijk district, heeft vorig jaar een gigantische menora laten plaatsen en het hoofd van de toeristische dienst Margarita Rumokoy wist te vertellen dat ze daarvoor meer dan 100.000 euro gespendeerd hadden. Denny Wowiling, die in het plaatselijke bestuur zetelt, zei dat ze de menora hadden laten bouwen nadat ze te weten kwamen dat er ook één stond aan het Israëlische parlement en dat ze hoopten om met de reuzenmenora niet alleen Europese zakenmensen aan te trekken maar ook toeristen. “Maar ook Israëli’s komen kijken hoe hun heilige symbool ook buiten Israël te zien is”, aldus Wowiling.
Wolwiling, die lid is van een pinksterkerk, benadrukte dat christenen en moslims vreedzaam samenleven in deze regio maar zei toch bekommerd te zijn dat onder druk van andere regio’s daar verandering in kan komen. De pro-Joodse gevoelens zijn duidelijk een gevolg van de evangelische en charismatische christelijke activiteiten in het gebied die al tientallen jaren op steun van Amerikaanse en Europese zendelingen kunnen rekenen.
Sommige experts beoordelen deze stroming dan ook als een reactie tegen de oprukkende orthodoxe islam in grote delen van Indonesië. Theo Kamsa, onderzoeker aan de universiteit van Den Haag, bestudeerde de Joodse aanwezigheid in Manado. Hij bevestigt deze stelling en zegt dat in deze regio het christendom altijd al gekenmerkt werd door de overtuiging dat het weerstand kan bieden aan de islamitische overmacht.
De menora is echter niet het enige reuzensymbool. Even verder op heeft een projectontwikkelaar een dertig meter hoog Christusbeeld opgericht; daarmee is het beeld maar een vierde kleiner dan het reusachtige exemplaar in Rio de Janeiro. En in het centrum van de stad zijn er ongelofelijk veel kerken van de meest uiteenlopende signatuur en dat allemaal op nog geen honderd meter van elkaar verwijderd.
Tijdens de koloniale periode waren er in Indonesië in vrijwel alle grote steden Joodse gemeenschappen die optraden als bemiddelaars tussen de Nederlandse kolonialen en de plaatselijke bevolking en vaak aan de kost kwamen als immobiliënmakelaars.
“De anti-Joodse gevoelens kwamen pas tussen 1980 en 1990 opzetten en vooral het Midden-Oostenconflict lag aan de oorsprong daarvan”, aldus de onderzoeker. In Surabaya ligt de Joodse begraafplaats er onverzorgd bij. Het is door onkruid overwoekerd en er werden voor het laatst in 2007 nog mensen begraven. De synagoge, die in een hoofdstraat ligt, wordt al tien jaar niet meer bezocht en werd enkel nog uitzonderlijk gebruikt voor een begrafenisdienst. “Tot vorig jaar hadden we geen echte problemen”, zegt Sunarmi Karti, een Indonesische, die nog steeds in de conciërgewoning van de synagoge woont en wiens stiefvader Joods was.
In Manado hebben de Joodse families die uit Nederland kwamen altijd openlijk hun geloof beleden totdat Indonesië in 1949 onafhankelijk werd. Toen hebben Joodse families zich uit veiligheidsoverwegingen bekeerd tot de islam of het christendom.
“We hebben onze kinderen geleerd om nooit over onze Joodse afkomst te praten”, zegt Leo van Beugen, 70. Hij zegt dat hij katholiek werd opgevoed, “onze kleinkinderen weten zelfs niets meer af van hun Joodse wortels”. Van Beugen is de grootoom van Palilingan. Palilingan vernam een tiental jaar geleden, tijdens een hevige discussie over de Bijbel en over Mozes, dat zijn groottante de Joodse afkomst van zijn familie verborgen hield. Ondertussen weet Palilingan, die les geeft aan de Sam Ratulangi universiteit, dat hij langs moeders kant afstamt van Joodse voorouders uit Nederland terwijl zijn vader christelijk en zijn moeder moslima is.
Palilingan is toegewijd aan wat hij zelf als “het pure karakter ” van het ultra-orthodoxe Jodendom noemt en draagt zijn zwarte kleding ook op straat, zelfs als hij naar de hoofdstad Jakarta reist. “De meeste Indonesiërs hebben nog nooit een Jood gezien en denken dat ik van Iran kom”, zei Palilingan. “Op een keer kwam er een groep islamistische betogers op me af en ze riepen: Salaam aleikum, vrede zij met U”.
Bron: New York Times
joodsactueel.be