'Molukse roots wel altijd trouw gebleven'woensdag 13 april 2011 09:52
TIEL - Zestig jaar geleden reisden ongeveer vierduizend Molukse KNIL-soldaten die trouw hadden gezworen aan de Nederlandse driekleur met hun gezinnen naar Nederland. In de hoop en verwachting dat ze hier hun militaire dienst konden voortzetten en na een aantal jaren zouden terugkeren. Nederland maakte zich echter niet sterk voor een Republiek der Zuid-Molukken waardoor ze gedwongen waren hier te blijven. ''Natuurlijk was dat een teleurstelling, maar het was niet anders. We hebben ons erop ingesteld hier een toekomst op te bouwen. Onze ouders hebben ons daar uitstekend in begeleid", aldus Sam Laisina. Hij is de eerste die voor het voetlicht wordt gebracht in een serie over Molukse Tielenaren.
door Erik de Bruin
Sam Laisina is 68. Hij was negen jaar toen hij met zijn ouders, drie oudere broers en een jonger zusje (die een paar maanden oud was) naar Nederland kwam. Over de boottocht, die een maand duurde, vertelt hij wel eens tijdens een voorleesmiddag.
''Het was formidabel. We verheugden ons erop naar Nederland te gaan. Ik weet nog wel dat ik heel nieuwsgierig was. We zaten op een Nederlands-Indische school en leerden veel over Nederland. Over de taal, maar ook de topografie van het land. Doordat we gekolonialiseerd werden was dat heel gewoon. Ik vond het ook niet erg. Het was een plus in je algemene ontwikkeling. Bovendien had ik er veel voordeel van toen ik in Nederland kwam. Omdat we een achterstand hadden begon ik in de eerste klas. Ik moest twee stapjes terug doen. Ten opzichte van mijn klasgenoten wist ik al wel waar Wageningen lag en dat de Rijn bij Lobith het land binnenkomt."
Uitstekend begeleid
''Als ik kijk naar mijn broers en zus kan ik gerust zeggen dat we het maatschappelijk goed hebben gedaan. Daar dank ik in hoofdzaak mijn ouders voor. Ze hebben ons uitstekend begeleid. Terwijl het voor hen juist zo moeilijk was dat ze niet terug konden. Net als alle andere KNIL-soldaten kon mijn vader hier niet zijn militaire dienst voorzetten. Hij had echter trouw gezworen aan de Nederlandse regering en heeft die belofte nooit gebroken. Voor mij was het natuurlijk anders omdat je op een gegeven moment niet anders wist."
Kleinkinderen
In Nederland hebben we tegenwoordig de mond vol van integratie. Sam zegt zich moeiteloos te hebben aangepast. Wel is hij zijn roots altijd trouw gebleven. Zo woont hij nog steeds in de Molukse wijk. ''De binding binnen de Molukse gemeenschap is zeer hecht. Als er een trouwerij is viert iedereen feest en bij een sterfgeval raakt het de hele wijk. Kaartjes versturen is overbodig. Bij de jongste generatie zie je nog steeds dat ze trouw zijn aan de Molukse identiteit. Dat is iets wat we van ouder op kind doorgeven en waar mijn vrouw en ik ook een steentje aan hebben bijgedragen." Hij wijst op een familieportret. Daarnaast prijkt een foto met zes kleinkinderen. ''Het zijn er inmiddels acht. Ze zijn allemaal lichtgetint en zijn zich er ook van bewust dat ze deels Moluks zijn. Terwijl onze kinderen (twee zonen en een dochter, red.) allemaal zijn gehuwd met een Nederlandse partner. Ik hecht er waarde aan ze iets van onze cultuur mee te geven. Mijn kinderen stellen dat gelukkig op prijs."
''Voor ons stond het gezin altijd centraal. Het is dé hoeksteen." Hij zegt het met een brok in de keel. Zijn vrouw is hem namelijk een aantal jaren geleden ontvallen. ''Het valt me nog steeds heel zwaar. Als ik het moeilijk heb stap ik op de fiets en fiets ik naar mijn kleinkinderen. Dan voel ik me een gezegend mens. Met mijn kinderen en kleinkinderen zou ik heel graag nog een keer op vakantie willen gaan naar de Molukken. Daar wonen is een ander verhaal. Ik kan niet zonder mijn familie. Dat is heilig. Bovendien ligt mijn vrouw hier begraven."
''Of ik een keer ben teruggekeerd? Eén keer, in 1981. We zijn naar het dorp gegaan waar mijn vrouw is opgegroeid en naar het dorp waar ik ben opgegroeid. Veel herkende ik niet meer terug omdat er in de loop der jaren natuurlijk veel is veranderd. Wel was ik in positieve zin verrast door de familieband. Die is nog steeds heel hecht. We hoefden nauwelijks op zoek te gaan en werden met open armen ontvangen."
Veenendaalsekrant.nl