Vervuilende branden veroorzaakt door mens
23 februari 2009
Veni Guido van der Werf in Nature Geoscience
De grote bosbranden die Indonesië in droge perioden teisteren, zijn niet alleen toe te schrijven aan grote droogte. Een team van onderzoekers, waaronder Veni-winnaar Guido van der Werf, analyseerde de dichtheid van smog tijdens de bosbranden. Zij kunnen nu definitief vaststellen dat de bevolkingsdichtheid en het gebruik van land een grote invloed heeft op de hevigheid van de bosbranden. Nature Geoscience publiceerde de resultaten van het onderzoek op 22 februari.
Het grootste probleem van de branden in Indonesië is niet het vuur, maar de ziekmakende rook die door de branden vrijkomt. Het dodental van branden in Indonesië is door die rook waarschijnlijk vele malen groter dan dat in Australië dit jaar. Bovendien brengt de smog grote schade toe aan het milieu. Kennis over de oorzaken van deze branden is essentieel om grote brandjaren beter te kunnen voorspellen.
Waar rook is…
De onderzoekers maakten gebruik van de dichte rook die bij de Indonesische branden vrijkomt om de bosbranden te analyseren. Bij gebrek aan goede satellietbeelden, is er weinig bekend over de branden die vóór de jaren negentig plaatsvonden. De onderzoekers omzeilden dit probleem door uit te gaan van data die in de afgelopen vijftig jaar dagelijks zijn bijgehouden; de zichtobservaties en meteorologische data van vliegvelden.
Eén van de meest opvallende uitkomsten van het onderzoek is dat een kleine hoeveelheid neerslag in Sumatra al sinds zeker 1960 leidt tot branden, terwijl dit in Kalimantan pas sinds 1980 het geval is. Voor 1980 was Kalimantan goed opgewassen tegen de droge periodes, maar na die tijd bleek Kalimantan juist erg gevoelig voor branden in droge periodes. De bevolking van Sumatra groeide sterk in de jaren zestig van de vorige eeuw. In Kalimantan kwam een vergelijkbare bevolkingsgroei pas in de jaren tachtig op gang.
De groei op Kalimantan ging bovendien gepaard met een omslag van kleinschalige landbouw naar grootschalige, industriële landbouw. Om die omslag te kunnen ondersteunen werden grote stukken veengrond drooggelegd en vond er op grote schaal ontbossing plaats. Deze veranderingen in de populatie en het gebruik van land maakten Kalimantan gevoeliger voor branden. Hoewel deze grote invloed van de mens al eerder vermoed werd, is het nu voor het eerst aangetoond op basis van betrouwbare data.
Klimaatverandering
Naast de grote invloed van de mens analyseerden de onderzoekers ook de invloed van twee klimatologische fenomenen. Het was al langer bekend dat El Niño de hoeveelheid neerslag beïnvloedt, maar de Indian Ocean Dipole, een fenomeen dat grote invloed heeft op de oppervlaktetemperatuur van het water, blijkt een even belangrijke speler
Hoewel grote droogte voorziet in de omstandigheden voor bosbrand, zijn het vaak de mensen die ze daadwerkelijk veroorzaken. Veel van de branden zijn aangestoken om landbouwgrond vrij te maken. Bij de langdurige verbranding van biomassa komt naast de broeikasgassen kooldioxide en methaan ook veel koolmonixide en fijnstof vrij. De luchtkwaliteit van Indonesië is tijdens grote brandjaren daarom vele malen slechter dan die in de sterkst vervuilde steden van de wereld. Ook in de verre omgeving ondervindt men last van de vervuilde lucht.
VU-onderzoeker Guido van der Werf voerde zijn onderzoek uit in samenwerking met Robert Field en Samuel Shen. Van der Werf won in 2008 de NWO-Vening Meinesz prijs NWO voor de meest veelbelovende, pas gepromoveerde aardwetenschapper.
NWO