Indonesië: Koloniale kolonie verder in verval
Geplaatst door redactie op maart 4, 2012 // La
Toen Emile Leushuis de Gids historische stadswandelingen Indonesië onlangs het licht liet zien, was dit voor de redactie van East Magazine reden zelf een paar van die wandelingen te maken. Dankzij de praktische samenstelling en vormgeving is het boek een ideale hulp op zoektocht naar de fysieke sporen van het koloniale tijdperk. We kozen voor Jakarta en Bandung, de twee grootste steden met de meeste koloniale gebouwen. En kwamen met gemengde gevoelens terug.
Tekst en foto’s – Peter van Riel
Je mag het natuurlijk niet zeggen: dat het Nederlandse erfgoed in Indonesië aan haar lot wordt overgelaten. Maar dat gevoel bekruipt je wel bij een eerste blik op de ruines langs de Kali Besar in Jakarta, de voormalige Molenvliet. Vleermuizen, schimmel, ongedierte en zwervers hebben bezit genomen van de panden, dikwijls 19e eeuwse gebouwen met details die een eertijdse schoonheid doen vermoeden. Ornamenten, opschriften, een enkel stuk smeedwerk laten weinig te raden over hoe de voormalige handelsfimra Maintz & Co eens in volle glorie aan het toen nog kraakheldere kanaal stonden. Niet ver daar vandaan staan de restanten van de Nederlands-Indische Handelsbank. Ook in deplorabele toestand verkerend. De panden van Ghijsels zijn in 2008 tijdens, of vanwege, de bouw van een groot naburig hotel nagenoeg ingestort.
Het stemt allemaal weinig vrolijk. Toch is dat verval, gek genoeg, al in de Nederlandse tijd ingezet. De rijke burgerij raakte eind 19de eeuw uitgekeken op de drukke en hete benedenstad en bouwde ruime woningen in het nieuwe deel Weltevreden. De herenhuizen langs de Kali Besar werden door bedrijven ingenomen en het karakter van de buurt veranderde.
Lees verder bij de Aziatische Tijger.