Molukse kerk telt zegeningen
DRACHTEN - 'Over de toekomst van de Molukse kerk in Nederland ben ik optimistisch, want het geloof houdt ons staande.' Ds. Otto Matulessy, voorzitter van de Evangelische Molukse Kerk in Nederland, is blij met het 60-jarig jubileum van de kerk.
Het was zaterdag onmiskenbaar en bracht een toevallige passant waarschijnlijk in verwarring; geuren uit de oosterse keuken drongen door de mist in Drachten.
De verklaring daarvoor lag bij de bijna tweeduizend gasten uit de Evangelische Molukse Kerk die in de Friese stad waren neergestreken voor de viering van een jubileum. De Evangelische Molukse Kerk, eigenlijk Gereja Indjil Maluku, of kortweg GIM geheten, bestaat zestig jaar en dat is reden voor een groot feest in het zalencentrum van de Evangelische Bethel-gemeente in Drachten.
Bij een jubileum hoort muziek, en in het geval van de Molukse kerk: veel muziek. Molukse gospelkoren en bands uit onder andere Culemborg, Vaassen en Loosdrecht geven optredens. Het diamanten jubileum is niet alleen reden voor muziek, maar evenzeer voor een reünie van Molukse Nederlanders uit het hele land. Veel families met kinderen zijn gekomen en daar is ds. Otto Matulessy blij mee. 'We proberen in ons kerkelijke programma's de verschillende generaties aan bod te laten komen. We willen namelijk dat Gods woord op de jongeren in onze gemeenten goed overkomt.'
Matulessy is voorzitter van de GIM en voorganger in Krimpen aan de IJssel en Moordrecht. Hij is blij met het jubileum. 'Dit is geweldig, het is namelijk niet alleen een jubileum, maar ook de eerste keer dat we in het noorden van Nederland zo'n grote bijeenkomst organiseren.'
De GIM telt zo'n 25.000 leden, verspreid over 63 gemeenten met in totaal dertig voorgangers in heel het land. Niet alleen de opkomst van zaterdag stemt Matulessy tevreden, ook over de toekomst van de GIM is hij optimistisch. Sinds kort beschikt de kerk over een eigen opleidingssemenarie in Houten, waar studenten worden opgeleid voor pastoraal werk binnen de gemeenten. 'We hebben als kerk veel geworsteld in het verleden, bijvoorbeeld met financiële zorgen, maar we zijn altijd bovengekomen. Het geloof in God en onze eigen cultuur houden ons staande.'
militairen
Onder de vele bezoekers bevinden zich ook twee oudere heren, samen aan een geurige Molukse maaltijd gezeten. Beide mannen zijn in 1951, een jaar voor de oprichting van de GIM, als zonen van Molukse militairen van het KNIL (Koninklijk Nederlands Indisch Leger), met hun ouders mee naar Nederland gekomen. Destijds, na de oprichting van de Indonesische staat, haalde Nederland veel Molukse militairen naar het 'moederland', met de belofte hen binnen afzienbare tijd naar de Molukken te repatriëren, waar ze een eigen staat zouden krijgen. Daarvan is het nooit gekomen, en die gebroken belofte doet sommige aanwezigen nog altijd pijn. Of, zoals een van de mannen het verwoordt; 'Ons land is ons afgenomen, we hebben het niet teruggekregen. Waarom hebben jullie ons dit aangedaan?'
Zijn tafelgenoot ziet het anders. 'Ik vergelijk de Molukkers met de Israëlieten uit Bijbelse tijden.' Destijds werden ook de Israëlieten in ballingschap uit hun land weggevoerd. 'Wat er met ons volk gebeurd is, zie ik als Gods wil die ook goeds heeft gebracht. Onze kinderen bijvoorbeeld kunnen hier naar school en krijgen een goede opleiding. Die kans zouden ze in Indonesië niet gehad hebben.'
Uit Bunnik en Deventer komen twee andere bezoekers, twee zussen die in de jaren '70 in het oer-Saksische Bathmen opgroeiden. Omdat ze zelf ook kleindochters van een voormalig KNIL-soldaat zijn, begrijpen ze de pijn van de oude man even verderop. De jongste vertelt: 'Alle aanwezigen hier delen diezelfde geschiedenis van de emigratie naar Nederland en de terugkeer naar het thuisland die nooit kwam. Je blijft Molukker. Onze geschiedenis zie je terug in onze kerk, dezelfde kerk waar mijn kinderen belijdenis hebben gedaan.'
Dominee Matulessy kijkt graag naar de toekomst van de Molukse kerk in Nederland. 'We moeten vooruit kijken, de toekomst van ons en onze kinderen ligt in Nederland. Tel je zegeningen.'
geplaatst:
24-11-2012 - 18.30
laatst gewijzigd:
24-11-2012 - 18.56
auteur:
Folkert van der Meer
ND