De strijd om minimumloon in Indonesië
Nivelleren is een feest, moeten ze in Indonesië gedacht hebben. Joko Widodo, de nieuwe gouverneur van Jakarta die in zijn eerste maand al opvallend veel aandacht toonde voor de arme drommels in zijn stad, besloot afgelopen week het wettelijke minimumloon direct maar anderhalf keer hoger te maken: 2,2 miljoen roepiah per maand (176 euro) wordt het nu. Vrijwel direct volgde de provincie West-Java met 2,1 miljoen, en ook in andere delen van het land is het onderwerp nu bespreekbaar.
‘Bedrijven krijgen meestal hun zin’
Indonesië kan zich qua kapitalistische houding aardig meten met de VS: ‘bisnis’ is het belangrijkste onderwerp in boekhandels, een grote auto en een groot huis is het hoogst haalbare in het leven (en, vooruit, een keer naar Mekka) en grote bedrijven domineren de politiek. Politici, rechters, militairen en andere ambtenaren halen hun inkomen vaak uit bedrijven die ze naast hun echte baan runnen. Dat iemand als Jusuf Kalla zowel zijn eigen zakenimperium heeft (Toyota’s dealen, kantoren bouwen) als vice-president was (en waarschijnlijk aast op het presidentschap in 2014) vindt niemand een probleem.
de buitenlandredactie