En toen las ik in Het Parool van 8 april een interessant stukje over de Amsterdamse grachtengordel, en hoe het kwam dat er elke week (!!) een rondleiding wordt gehouden langs sporen van het Amsterdamse slavernijverleden... per salonboot..
Nieuw in Amsterdam: met de Black Heritage Tour op zoek naar verborgen sporen van het slavernijverleden
Merkwaardig, dacht de Amerikaanse Jennifer Tosch vorig jaar, toen haar colleges aan de Black Europe Summer School in Amsterdam alleen maar over het koloniale verleden van Nederland in Indonesië bleken te gaan. En Suriname dan, het land van haar voorouders? “Ik was de enige in de klas die het vreemd vond dat er met geen woord gerept werd over het slavernijverleden. Dat ergerde me. Ik ontdekte dat slavernij in Nederland in sterke mate een verborgen geschiedenis is.”
Tosch, afgestudeerd socioloog aan de universiteit van Berkeley, reageerde op zijn Amerikaans. Ze deed onderzoek, zocht contact met echte deskundigen en huurde een salonboot om toeristen en andere belangstellenden tegen betaling mee te nemen op een Black Heritage Tour, een rondleiding door de grachtengordel langs de vele sporen van het slavernijverleden. Sommige eenvoudig te vinden, zoals de plaquette voor de ambtswoning, ooit het huis van de slavenhandelaar Paulus Godin. De meeste goed verborgen, in ornamenten, schilderijen of meubilair.
De eerste proefvaart bleek een succes, en vanaf deze maand is er elke week een rondleiding.
Een van de vrijwilligers die de groepen rondleidt is Annemarie de Wildt, conservator van het Amsterdam Museum en een van de adviseurs van Tosch. Een waardevol initiatief, zegt De Wildt over The Black Heritage Tour. “Het is typisch dat we een Amerikaanse sociologe nodig hebben om ons te wijzen op dit deel van onze geschiedenis. Het blijkt heel lastig, ook in de museale wereld, om het andere verhaal over de grachtengordel te vertellen. Het doet afbreuk aan het romantische beeld dat we zo graag koesteren.”
Tosch vertelt dat ze geen toestemming heeft gekregen om met haar groepen het West-Indisch Huis te bezoeken, het voormalige hoofdkwartier van de West-Indische Compagnie aan de Herenmarkt. Schamperend: “Ik kon het wel huren voor feesten en partijen. Dit is dus de plek waar de bestuurders van de WIC het besluit namen om naast goud, tabak en zout ook in slaven te handelen.”
Het Museum Geelvinck zette de deuren wel open van de prachtige stadsvilla aan de Keizersgracht van Albert Geelvinck, één van de bestuurders van de WIC en opdrachtgever van slaventransporten. In de kelder heeft het museum een kleine expositie ingericht over slavernij en de grachtengordel. Tamelijk besmuikt: er zijn vooral afbeeldingen te zien van gevelstenen die verband houden met het koloniale verleden.
Tosch prijst niettemin het lef van het museum om aandacht te besteden aan de zwarte bladzijde van de huisgeschiedenis. “Het heeft een aantal gesprekken gekost. Ik begrijp de angst wel. Mensen zijn bang dat ze worden aangesproken om dat deel van het verleden. Mijn uitgangspunt is: laten we de geschiedenis toch vooral laten zien.”
Dat gebeurt aan boord met heel veel verhalen….
http://www.blackheritagetours.com/