Nederlandse sjoel op Java afgebrokenGeplaatst op 17 juni 2013
De enige overgebleven sjoel van het Indonesische eiland Java, is door vandalen verwoest. Het Joodse bedehuis stamt nog uit de Nederlands-koloniale tijd. Het gebouw in het zaken-district van de miljoenenstad Surabaya was reeds lang niet meer in gebruik. Dicht tegen het gebouw aan stond een met spiegelglas opgetrokken modern kantoorpand. De laatste functie was die van woonhuis. Sindsdien was de verantwoordelijkheid voor het gebouw in handen van het Bureau voor Toerisme van Surabaya. In januari 2009 werd het gebouw door islamitische hardliners verzegeld. Kort daarna, op 16 april 2009, werd het gebouw aangewezen als monumentaal erfgoed.Waarschijnlijk is de verwoesting in mei van dit jaar gebeurd. Volgens een ambtenaar in Surabaya, Sachiroel Alim Anwar, zou het kunnen dat de eigenaar het gebouwtje had verkocht en dat de oorspronkelijke eigenaar of de nieuwe eigenaar het nu heeft laten slopen, zonder acht te slaan op de beschermd monument-status.
Het gebouwtje was in Nederlands-koloniale stijl opgetrokken. Uiterlijk zag het er nauwelijks uit als een sjoel. Alleen de mezoeza en twee Magen David-afbeeldingen op de deuren, illustreerden dat het hier om een joods gebedshuis ging.
Sinds 1923
In de Sumatra Post bericht een correspondent over de oprichting van een Joodse Gemeente in Batavia (het huidige Jakarta). Dat was in 1917. De door de gouverneur-generaal goedgekeurde statuten van een vereniging Israëlietische Gemeente Soerabaja dateren van 1923. Bestuurders waren in die tijd Mr Isidore Hen (Landraad-voorzitter op midden-Java), S. Biet jr. en in Soerabaja woonde J.L. Kiek. In 1925 schreef een Mr H. (Mr Isidore Hen?) in een Indische krant dat de grote banken en scheepvaartmaatschappijen geen Joodse employees wilden uitzenden naar Nederlands-Indië. Dit verklaart mogelijk waarom het uiteindelijk niet-Nederlandse Joden zijn die in Surabaya een synagoge oprichten. Wel waren er Joden onder de uitgezonden militairen, onderwijzers en ander Nederlands overheidspersoneel.
Volgens een bericht in Nederlands-Indische krant uit 1925 is in dat jaar de synagoge tot stand gekomen. Dit gebeurde door Sefardische Joden die zich vanuit onder meer Irak en Singapore in Surabaya hadden gevestigd. Ook werd er toen een godsdienstleraar uit Singapore aangetrokken die onderwijs gaf, als sjocheet en moheel fungeerde. “Van samenwerking met de Nederlandse Israëlieten willen zij over het algemeen niet weten, omdat deze het met de godsdienst niet zo nauw nemen. Natuurlijk zijn de Nederlandse Israëlieten welkom bij de godsdienstoefeningen, maar tot het bekleden van een kerkelijk ambt zullen zij alleen dan toegelaten worden wanneer zij Sabbath en feestdagen en spijswetten in alle consequenties in ere willen houden.” De Gemeente zou op dat moment zo’n vijftig leden waaronder vijf kinderen tellen. De meeste Nederlandse inwoners stuurden hun kinderen naar Nederland terug om daar te worden geschoold en opgevoed.
Gesloopt
In juni 2010 was het gebouw doelwit van protesterende moslims die zich op het gebouw stortten na de Gaza Flotilla affaire.
Een islamitische man vernielt de Aron Hakodesj in de synagoge van Surabaya, juni 2010
Joodse vrouw
Op het terrein van de synagoge woonde sinds 1970 een Joodse vrouw van Irakese afkomst, Rivka Sayers. Slechts zo’n drie gezinnen bezochten sindsdien de sjoel om er Sjabbat en de feestdagen te vieren. In Surabaya is (of was?) ook een Joodse begraafplaats. De waarschijnlijk nog enige oorspronkelijke synagoge van Indonesië bevindt zich nu in Manado op het eiland Sulawesi, in de Nederlands-Indische tijd: Menado op Celebes. In 1939 woonden er nog twee Joodse families te Menado: Wijnberg en Bollegraf. Volgens een rapport uit 2004 van een Amerikaans-Joodse organisatie die zich inzet voor Joodse aanwezigheid in de uiterste uithoeken van de wereld, wordt het bouwwerk beheerd door nazaten van de Bollegraf-familie.
nik.nl