28 november 2013|
tekst Victoria Broens|
beeld Geesje van Haren|
Mijn broer had het zwaarder dan ik
Hans en Louis van Onna zijn broers. Beide zijn eind jaren veertig op missie geweest in Nederlands-Indië.
Hans: “Louis is eerder opgeroepen dan ik. Hij is één jaar ouder. Weet je eigenlijk wel hoe dat ging? Die meldplicht? Nou, je kreeg een simpele brief waarin stond dat je je moest melden. Dan werd je gekeurd, waarna je bericht kreeg dat je was goedgekeurd en dat je je op Bergen op Zoom mocht komen melden. Zo ging dat. En wat wisten wij nou van Indië? Wij waren gewoon snotneuzen. Het was spannend allemaal. In de trein op weg naar de kazerne heerste een jubelstemming. Het voelde als een schoolreisje. Ben jij ook weggebracht door papa naar het station?”
Louis: “Dat weet ik niet meer.”
Hans: “Binnen de familie was het niet zo’n hoogtepunt als dat je nu zou verwachten. Je had maar te gaan. Het was gewoon je plicht. Toen Louis nog op training in Nederland was, kwam hij af en toe in het weekend naar huis. Ik weet niet meer of ik daar naar nou echt naar uitkeek. We waren een groot katholiek gezin. Twaalf kinderen, het was druk, er was veel gedoe. Dat kwam gewoon op de grote hoop terecht zeg maar."
"In Nederlands-Indië hebben we elkaar nooit opgezocht. Dat is bijna niet meer voor te stellen, maar dat was zo moeilijk. En het is zo’n groot land. Jij zat op een gegeven moment in Yogya. Toen ben ik bezig geweest om jou daar op te zoeken. Maar dat is toen niet gelukt. Dat is eigenlijk wel heel jammer. Toen ik terugkwam na de oorlog was Louis alweer aan ’t werk.”
Louis: “Ik kwam hem s’avonds tegen bij het eten thuis.”
Hans: “Er waren ballonnen toen ik thuis kwam. Die waren er bij jou ook. Maar die uitzending, dat was een gebeurtenis die al voorbij was. Op weg terug naar huis waren wij in de boot al bezig om met de toekomst te beginnen. Natuurlijk waren ze bij ons thuis blij dat we er waren. Maar het was meteen ook de start om weer te gaan werken. Verder te gaan. Indië lag al achter ons. Prettige dingen heb ik wel kunnen delen, maar voor de rest praatte je er niet over.”
Louis: “Het is een zwarte bladzijde in de geschiedenis. Ook voor ons zelf was het geen succesverhaal. We kwamen terug en kregen nog een douw. We waren moordenaars. We zijn heel anders ontvangen dan andere veteranen."
Hans: “Louis heeft het veel zwaarder gehad dan ik. Hij heeft de Tweede Politionele Actie meegemaakt.”
Louis: “Ik heb Hans wel wat verteld over de Tweede Politionele Actie. Hoe wij allemaal bij het vliegveld op Jakarta werden gedropt. Maar anderen weten toch niet wat dat is.”
Hans: “Heb je daar toen kamp opgezet?”
Louis: “Ha, je weet zelf toch hoe dat gaat. De tenten waren lek. Het was ellende.”
Hans: “Ik heb veel foto’s. Ik ben altijd een verzamelaar geweest. Hier is de menukaart van een restaurant daar. Ik ben toen goed bevriend geraakt met die eigenaar. Dat was een Chinees. Jammer toch dat je het contact met iemand zo compleet verliest. En dit is een hondje wat ik daar had, 'Nelly'. En ik heb nog een foto Louis, van als je terugkomt. Kijk, dat ben jij. Je herkent hem wel hè? En dit zijn de jongens die zijn omgekomen. We zijn elf jongens van onze compagnie verloren."
...
"Bij jullie waren dat er veel meer hè?”
Louis: “Ja.”
Hans: “Heb je veel patrouille gelopen? Heb je vuurcontact gehad daar? Dat weet ik eigenlijk niet eens.”
Louis: “Jazeker. Tweemaal. Ik heb twee strepen."
Hans: “Dat wist ik niet. Dat moet je mij laten zien. Jij hebt ook nog wel foto’s Louis. Die moeten we bij mijn foto´s voegen.”
Louis. “Nou dat hoeft niet hoor.”
Hans: “Nu ik ouder ben, ben ik er meer mee bezig, met dat verleden. Louis en ik zijn samen naar de Veteranendag geweest. We bladeren samen door de Checkpoint. En ik ontmoet veel veteranen op het internet. Maar sommige mensen overdrijven. Van die mannen die het alleen maar over bommen en granaten hebben. Er was pas iemand die mij meteen salueerde toen ik hem gedag zei. Dat vind ik zó onsympathiek. Ik kijk liever naar de toekomst. Wat kun je ervan maken. Daar steunt Louis mij in."
"Of er niet meer dingen zijn die we aan elkaar willen vragen? Ik begrijp wat je bedoelt. Volgende week gaan we een week weg. We gaan het huis van een vriend winterklaar maken in Biddinghuizen. We gaan het erover hebben Louis.”
Louis van Onna vertrok in 1948 en diende onder andere op Sumatra bij de landmacht. Hij is 86 jaar oud en woont in Diemen.
Hans van Onna vertrok in 1949 naar Oost-Java, waar hij twee jaar diende in de marine. Hij is 85 jaar oud en woont samen met zijn vrouw Ines in Amsterdam.
Foto's van de broers bij VersPers