Recensie Ouwe Pinda’s
Theater ***
Door Karin Veraart
Ouwe Pinda’s, door Bellevue Lunchtheater/Rudolphi Producties. Tekst, spel: Bodil de la Parra, Nadja Hüpscher. Met Kees van der Vooren (muziek, spel). Regie: Paul Knieriem.
Bellevue, A’dam, 14/1; hier t/m 2/2, daarna tournee met uitgebreide versie.
zie speellijst viarudolphi.nl
De la Parra en Hüpscher treffen juiste toon in vertelling over hun Indonesische roots.
Wat is een tokeh nu precies? De dames komen er niet helemaal uit. Oké, dat beest maakt dat geluid (‘tokeh’), maar is het nu gewoon een hagedis of ligt het genuanceerder? Er dreigt onenigheid en geërgerd breekt het duo zijn zojuist begonnen wajangspel maar weer af.
Welkom bij Ouwe pinda’s, waarin Bodil de la Parra en Nadja Hüpscher onder meer zichzelf spelen (enfin, zo ongeveer): twee actrices met Indonesische roots die op een dag bedachten dat ze daar misschien iets mee zouden kunnen doen op toneel. Mooie verhalen te over immers.
Maar zo eenvoudig blijkt dat dus niet. Want wat wil je vertellen, hoe ver wil je gaan en wat te doen als de één daar toch weer anders tegen aankijkt dan de ander? Waarbij het dan niet eens gaat over zoiets als de tokeh, maar je meer moet denken in termen van kampherinneringen.
De la Parra en Hüpscher maken de toeschouwer ‘gewoon’ maar deel van hun overwegingen. En dat leidt tot een reeks vermakelijke, soms pijnlijke en ook ontroerende scènes, die tezamen een innemende voorstelling vormen die op een mooie manier weer eindigt met de tokeh.
Intussen gaat het over de geur van rijst en is er gamelanmuziek (muzikant-componist Kees van der Vooren beheert de (kook-)instrumenten, eet De la Parra een hete rode peper en wordt gesproken over de bevrediging en troost die voedsel kan schenken. Even later gaan oude foto’s rond.
Dat zijn soms wat stroeve momenten, maar geleidelijk blijkt dat het tweetal wel weg weet met de clichés. Sprookjesachtige vertellingen komen langs, met schatkistjes en boze tantes (geestig neergezet door De la Parra) in fraaie oosterse uitdossingen en geheimzinnige sferen. Maar ook de serviceflat, waar Tafeltje Dekje de rijst vervangt door aardappelen en vergetelheid wordt omarmd om verschrikkingen uit het verleden te verdrijven (vertederend spel van Hüpscher). En dan weer aarzelen ze. Wat moet er worden verteld? Wat is te pijnlijk? Hadden we het toch maar niet over Indonesië moeten willen hebben?
Toch wel. Met deze Ouwe pinda’s treffen ze uiteindelijk de juiste toon.
Uit de Volkskrant, 16-01-2014