Het verleden wordt nooit vergeten, maar Molukkers voelen zich ook Krimpenaar IJssel- en Lekstreek
12 feb 2014
Door: Thea Van Der Raaf
KRIMPEN AAN DEN IJSSEL - Meer dan 60 jaar geleden kwamen 4000 Molukse gezinnen naar Nederland. Zij werden ondergebracht in kampen. Tien jaar later kregen zij, verspreid over Nederland, woonruimte toegewezen. Ook in Krimpen aan den IJssel. De Molukse bewoners maken nu deel uit van de Krimpense samenleving, maar ooit was het de bedoeling dat de beroepsmilitairen van het Koninklijk Indisch Leger, met hun gezinnen, na een half jaar weer naar huis zouden gaan.
Merisi Battista en Jan Tonikoe: “Nu zijn we allemaal Krimpenaar”.
foto: Thea van der RaafDe 64 jarige Jan Tonikoe was zes maanden oud toen hij met zijn ouders naar Nederland kwam. Merisi Battista, (MB), is 28 jaar en in Krimpen opgegroeid als kind van Molukse ouders. Waar Tonikoe de strenge Molukse opvoeding kreeg, kozen de ouders van MB voor een vrije opvoeding in de Nederlandse samenleving.
De moeder van Tonikoe, destijds net in de twintig, verliet huis en haard om met haar echtgenoot en kind naar Nederland te komen. De Indonesische regering had de Nederlandse regering met klem verzocht om de KNIL militairen, van het inmiddels ontbonden leger, mee te nemen naar Nederland. De Indonesische regering werd in 1948 onafhankelijk en voorzag problemen met de Molukkers die vrij en onafhankelijk van Indonesië en het Javaanse bewind wilden zijn. Voor een half jaar was de belofte. Het werden meer dan 60 jaren. Jaren zonder mogelijkheid, zowel financieel als om politieke redenen, om terug te gaan. Jaren waarin, onthecht van alle familie en alles wat hen lief was, woede en frustratie de boventoon voerde waarna ze uiteindelijk berustten in hun lot.
Grote saamhorigheid
De familie Tonikoe kwamen vanaf de boot in Zeeland en later in IJsseloord in Capelle aan den IJssel. “Dat was een fijne tijd, met de Molukse cultuur, sober maar warm. Er was een grote saamhorigheid”, weet Jan Tonikoe nog. Na tien jaar, waarin nog vier broertjes en twee zusjes werden geboren, vestigde het gezin zich in de Molukse wijk in Krimpen. “Een nieuwe omgeving, nieuwe mensen, uit de beschutting van het kamp. Het was moeilijk,” herinnert Tonikoe zich. “De gezinnen kwamen uit verschillende richtingen van het land. Molukkers zijn van zichzelf emotioneel en terughoudend, dus het heeft even geduurd, maar uiteindelijk ontstond er toch een eenheid, saamhorigheid in de Molukse wijk.”
Strenge opvoeding
Mettertijd paste Tonikoe zich aan. Hij ging naar de Johannes Calvijnschool en had het er naar zijn zin. “Mijn ouders hielden vast aan de Molukse cultuur, ze waren terughoudend en geïsoleerd en de kinderen kregen een strenge opvoeding. “Ik ben heel anders opgevoed”, aldus MB. “Ik heb de Molukse cultuur meegekregen, maar ben opgevoed voor de samenleving waarin we nu leven.”
“Ik heb ook de boosheid van mijn ouders meegekregen”, gaat Tonikoe verder. “Later heb ik hun geschiedenis geaccepteerd, zonder de reden, waarom we hier zijn, te vergeten. In de wetenschap dat een onafhankelijk Molukken er ooit komt, niet zoals wij het willen, maar zoals Hij het wil.” MB onderschrijft die gedachte, “ook als derde generatie moet je je daar aan vasthouden en niet vergeten.”
Gefrustreerd door de geschiedenis van hun ouders, werd in de jaren 70 de oplossing gezocht in geweld. “Er was veel onbegrip bij ons, de tweede generatie Molukkers, en we werden ook niet goed begrepen. We voelden ons ontheemd, waarom zijn we hier? Daar was geen duidelijk antwoord op. Onze ouders hebben nooit geweten waarom de Nederlandse regering haar belofte nooit heeft ingelost,” verklaart Tonikoe.
“Later begrepen we dat geweld niet de manier was. Het verlangen is er nog steeds, maar het is nog niet het goede moment. Daarna kwam de acceptatie en waren we in staat om vooruit te kijken en meer naar buiten te treden. Op dat moment begreep je dat niet, maar terugkijkend was het de beste weg om samen te leven met elkaar in Krimpen.” “Tegelijkertijd is het heel goed om aan je cultuur vast te houden, zo ben je opgevoed, dat is wie je bent,” vindt MB.
Tonikoe woont in het huis van zijn ouders, naar Moluks gebruik. MB heeft nooit in de Molukse wijk gewoond. Zijn ouders kozen ervoor elders in Krimpen te wonen. “Al mijn vrienden wonen verspreid in Krimpen.”
“Uiteindelijk zijn we nu met z’n allen Krimpenaar,” vinden Tonikoe en MB. “De omgang met andere Krimpenaren is toch goed geweest.” “Ik ben gewoon wie ik ben”, zegt MB. “Ik voel me vrij. Ik heb vrienden van verschillende nationaliteiten, ben een kind van de moderne samenleving, met mijn eigen levensopvatting.”
Ode aan eerste generatie
“De activiteiten rond ‘50 jaar samen’ zijn een goed initiatief”, aldus Tonikoe. “Om als Molukker onderscheiden te worden, in de openheid. Dat is voor de derde generatie echt nodig.”
Zowel Tonikoe als MB heeft de behoefte hun afkomst zichtbaar te maken, om te herinneren aan vroeger, als ode aan de eerste generatie.
Na tien jaar kamp kwamen de gezinnen in de nieuwe Molukse wijk van Krimpen wonen.
dé Weekkrant