Toen Nederland 52 jaar geleden uit West-Papoea vertrok, barstte er een bloedige onafhankelijkheidsstrijd los die tot op de dag van vandaag voortduurt. Maar er is bijna niemand die dat weet, en niemand die iets doet. Samen met fotograaf Andreas Stahl maakte correspondent Lennart Hofman een unieke, levensgevaarlijke tiendaagse reis door de jungle om het verhaal van deze vergeten bevolkingsgroep op te tekenen.
In deze jungle vinden honderden onopgemerkte executies van Papoea's plaatsCorrespondent Vergeten oorlogen
Lennart Hofman
- Citaat :
- "Tijdens het maken van dit verhaal hield ik een dagboek bij, waaruit ik achttien dagen aaneensluitend steeds een dag publiceer. Hier is ook ander uniek beeldmateriaal te zien, gemaakt door Andreas Stahl."
Een kleine zestig jongens en meisjes staan doodstil opgesteld naast een stoffig rugbyveldje, ergens diep in de jungle in het grensgebied tussen Indonesië en Papoea-Nieuw-Guinea. Een man in legeruniform loopt langzaam voor hen langs en kijkt hen één voor één streng in de ogen. Met een dunne stok tikt hij tegen de arm van een jongen van amper tien jaar oud. Die gaat direct nog rechter staan dan hij al stond.
Even verderop ramt een man in een oud voetbalshirtje zijn vuisten in een vast ritme tegen een houten paal. Het getik van zijn knokkels tegen het hout vermengt zich met de uitbundige geluiden van de omliggende wildernis.
Het tafereel is onderdeel van een training van misschien wel de meest primitieve rebellengroep ter wereld: de Free Papua Movement, oftewel de Organisasi Papua Merdeka (OPM). Ze strijden al ruim vijftig jaar tegen Indonesië voor een onafhankelijk West-Papoea, betreuren honderdduizenden doden en zijn hun leven geen moment van de dag zeker.
Wij zijn de eerste journalisten die dit trainingskamp bezoeken, en dat ging niet vanzelf. Los van de moeilijke reis en de erbarmelijke levensomstandigheden worden de rebellen constant opgejaagd door speciale elite eenheden van het Indonesische leger - en ook de geheime dienst is overal. Dat maakt het voor journalisten vrijwel onmogelijk om dit trainingskamp te bezoeken.
Dat het toch lukte gaf de mensen in dit uiterst afgelegen deel van de wereld een klein beetje hoop. ‘Als de wereld zou weten wat wij doormaken, hadden ze ons allang geholpen,’ zegt een oude man met een doorgroefd gezicht stellig. ‘West-Papoea is ons land, maar we worden afgeslacht door Indonesië zonder dat we daar iets tegen kunnen doen, en zonder dat iemand het weet.’
artikel in
De CorrespondentDit artikel wordt met je gedeeld door correspondent Lennart Hofman