Het gaat bijna te goed in Indonesië
ACHTERGROND , Van onze correspondent Michel Maas
Gepubliceerd op 07 juli 2009 20:15, bijgewerkt op 20:17
JAKARTA - De oppositie in Indonesië lijkt geen vat te krijgen op president Yudhoyono. Er zijn nauwelijks thema’s waar kiezers van wakker liggen.
President Susilo Bambang Yudhoyono moet zuur hebben gekeken toen de campagne van zijn vicepresident en tegenstander Jusuf Kalla van start ging. Kalla adverteerde met: ‘The real president’ en ‘Sneller en Beter’. Daarmee maakte hij de verkiezingsstrijd persoonlijk. Wie is de echte president van Indonesië? Wie is de man die de besluiten neemt?
Yudhoyono vindt het vreselijk dat hij het imago heeft een weifelaar te zijn. Hij heeft er een hekel aan keer op keer te moeten horen dat hij een man is die weliswaar veel plannen maakt, maar die vervolgens nooit uitgevoerd krijgt. En het zit hem dwars dat Kalla, zakenman uit Makassar, de naam heeft snel te zijn en scherp, en dat nu in de verkiezingen probeert uit te buiten. Maar Yudhoyono heeft één troef in handen die geen van zijn beide tegenstanders heeft: hij is de president. En daarmee alleen kan hij de verkiezingen winnen.
Hoe hard Kalla en de andere tegenkandidaat, ex-president Megawati Soekarnoputri, ook campagne voeren, zij krijgen geen vat op Yudhoyono. Campagnes, televisiedebatten en georganiseerde massabijeenkomsten blijken geen enkele invloed te hebben op de kiezers. Er zijn geen thema’s waar mensen van wakker liggen.
Het gaat te goed met Indonesië. De moslimterroristen die Bali bombardeerden lijken onder controle, en vredesverdragen hebben een einde gemaakt aan de burgeroorlogjes in Atjeh, Poso en Ambon. Het is nog niet perfect – vooral in Papoea bijvoorbeeld – maar het is sinds 1998 nooit meer zo rustig geweest. Ook economisch heerst er rust. Indonesië blijft weliswaar nog ver achter bij buurlanden als Thailand, Maleisië, Singapore en Vietnam, maar volgens een onderzoek van Gallup hebben de Indonesiërs in ieder geval het gevoel dat de economie vooruitgaat. Het aantal tevreden Indonesiërs is het afgelopen jaar gestegen naar 62 procent. En tevreden mensen kiezen nu eenmaal voor zekerheid. In het geval van Indonesië betekent dat een stem voor de zittende president Yudhoyono.
‘SBY’, zoals Yudhoyono in de volksmond wordt genoemd, hoeft alleen zijn presidentieel gezag in de strijd te gooien, terwijl zijn twee tegenstanders voor de onmogelijke opgave staan het tevreden volk uit te leggen dat het helemaal niet goed gaat met het land.
De campagnes zijn geruisloos voorbij gegleden. Van de economie raakt niemand opgewonden, ook corruptie is geen thema meer. ‘SBY’ heeft op dat terrein zijn imago schoon gehouden en hij ontziet zelfs zijn eigen familie niet: Aulia Pohan, ex-gouverneur van de Bank Indonesia en de schoonvader van een van Yudhoyono’s zoons, is onlangs in een corruptieaffaire veroordeeld tot vierenhalf jaar cel. Dus ook daarop konden de tegenkandidaten hem niet pakken. Zij krijgen geen greep op de president.
Die wordt alleen van zijn stuk gebracht als hij persoonlijk wordt aangevallen. Kalla’s campagne stoort hem zeer, en het stoort hem nog meer als Kalla zich de historische vrede van Atjeh toe-eigent. Kalla heeft daar gronden voor: hij is de man die na maandenlange moeizame onderhandelingen een akkoord bereikte dat een einde maakte aan 36 jaar strijd. Maar SBY was president en voelt zich daarom minstens zo verantwoordelijk voor dat akkoord als Kalla, of zelfs meer. Hij heeft zich zelfs ooit openlijk laten ontvallen dat hij droomde van een Nobelprijs. Het zijn deze kleine irritaties die de verkiezingsstrijd nog een beetje vuur geven.
SBY lijkt moeiteloos af te stevenen op een tweede ambtstermijn. De enige vraag die nog moet worden beantwoord is: haalt hij in één keer de 50 procent van de stemmen, of is er een tweede ronde nodig? De beslissing daarover is aan de 170 miljoen Indonesiërs die mogen stemmen.
Volkskrant