De tot mislukking gedoemde missie van een fatsoenlijk koloniaal
Door Willem Peeters · 1 februari 2016
Vanaf eind 1947 verbleef Henk Peeters (1899-1959), de vader van de auteur van dit artikel, een jaar in het voormalige Nederlands-Indië. Hij vervulde daar de functie van Directeur-Generaal van het zogeheten Coprafonds dat het handelsmonopolie bezat op copra. Copra is gedroogde kokos (het vruchtvlees van de kokosnoot ofwel klapper), een belangrijke grondstof voor de olieverwerkende industrie (margarine, bakvetten en zeep). Dit artikel gaat over de rol van het Coprafonds. Bevoordeelde dit fonds de Nederlandse copra-verwerkende industrie of hield het vooral de belangen van de Indonesische bevolking in het oog?
Het gevecht om de Copra
In 1947 schreef Henk Peeters een aantal brieven aan Albert Pierhagen (1907-1994), secretaris van het Bedrijfschap Margarine, Oliën en Vetten te Den Haag. Deze brieven zijn in mijn bezit. In de tekst zijn citaten uit die brieven aangegeven met (HP). In 1975 zette Pierhagen zijn herinneringen aan de jaren 1946-1948 op papier. Zijn zoon Wandert Pierhagen stelde mij deze herinneringen ter beschikking. Daar waar in de tekst geput wordt uit deze herinneringen is dat aangegeven met (AP). Bij de voorbereiding van dit artikel is dankbaar gebruik gemaakt van materiaal uit de collectie van het Nationaal Archief te Den Haag. Citaten uit deze documentatie zijn aangegeven met (NA).
De International Emergency Food Council
In 1946 roept Sicco Mansholt, de toenmalige minister van Landbouw, Visserij en Voedselvoorziening (LVV), in samenwerking met het bedrijfschap Margarine Vetten en Oliën (ΜVO) een grondstoffencommissie in het leven. Deze commissie krijgt als opdracht de minister te adviseren inzake het aankopen van grondstoffen voor het ondervoede Nederland. Mansholt stuurt vervolgens een delegatie uit deze commissie naar Londen om te proberen van het Ministry of Food grondnoten(pinda)olie te kopen. Engeland was destijds het enige West-Europese land dat niet kampte met een gebrek aan dergelijke grondstoffen die vanuit hun koloniën in Oost- en West-Afrika werden geïmporteerd. Als woordvoerder van deze delegatie treedt Albert Pierhagen (MVO) op die een bittere pil te slikken krijgt. Het wordt Pierhagen duidelijk gemaakt dat de Britten niet van zins zijn om de Nederlanders ook maar iets te gunnen. Ook een voorstel van Pierhagen om Nederlandse copra te ruilen voor Britse grondnoten ketst af. De belangen van het eigen land wegen zwaarder. Het pleidooi van Pierhagen om een internationaal systeem van grondstoffenverdeling te creëren is in Londen aan dovemansoren gericht (AP).
lees verder bij Historiek