Voor altijd de polder van de Ambonezen
3 juni Marcel Looden Groningen
Het kunst- en cultuurfestival Over de Vloed begint vrijdag. Het vindt plaats langs de kust van Groningen en doet ook het Ambonezenbosje aan. Dat ligt vlakbij Finsterwolde en dankt zijn naam aan de honderden mensen van Ambon die er 60 jaar geleden woonden.
Acht wonderlijke jaren
In de vlakke Carel Coenraadpolder staat een klein bos. Het heet het Ambonezenbosje. Die naam herinnert aan de acht wonderlijke jaren waarin mannen, vrouwen en kinderen van Ambon daar hun thuis hadden.
De Carel Coenraadpolder ligt vlakbij Finsterwolde. Hij werd in 1924 in gebruik genomen en bewoond door een klein aantal mensen. Boeren vooral. Jaren later werden er barakken neergezet, ten behoeve van een werkverschaffingsproject. In de oorlog maakten de Duitsers gebruik van die barakken, na de bevrijding werden NSB’ers er in gevangen gehouden.
Landverraders
En in de herfst van 1953 namen in dat barakkenkamp, dat tegen de dijk van de Dollard stond aangeschurkt, meer dan 300 Ambonezen hun intrek. Ze hadden tijdens de politionele acties de zijde van Nederland gekozen en werden daarom door Soekarno als landverraders beschouwd. Ze moesten vluchten. Nederland nam hen op en gaf hen dus een plekje in die stille polder. Zoals het veel andere Ambonezen elders onderdak gaf.
De nieuwe bewoners van de Carel Coenraadpolder vonden snel hun ritme. Sommige kinderen gingen naar het schooltje dat in het kamp stond. Anderen bezochten een christelijke basisschool in Winschoten. Een busje bracht hen daar naar toe en haalde hen weer op.
De volwassenen hadden ook hun bezigheden. Ze kregen hun dagelijks voedsel uit Finsterwolde, van de slager, de bakker en de groentenboer. ,,Die bezorgden hun producten soms maar de bewoners van het kamp gingen ook naar Finsterwolde toe’’, weet Titia Schillhorn van Veen nog heel goed. ,,Ze vormden een hechte, op zichzelf staande gemeenschap die in het kamp een eigen kerkje hadden. Maar ze isoleerden zich absoluut niet.’’
Mooie herinneringen
Schilhorn van Veen was in die tijd een klein meisje dat met haar ouders op een boerderij in de polder woonde. Ze bewaart mooie herinneringen aan de tijd van de Ambonezen. ,,Het waren bescheiden en vriendelijke mensen. Ze kregen een uitkering van de rijksoverheid maar sommigen verrichten ook klussen. Zo hielp een man in een fietsenzaak. En ik weet ook hoe vrouwen de boeren in de polder hielpen bij de oogst.’’
Zulke herinneringen heeft Annie Jansen ook. Zij is nu 85 en woonde indertijd met haar man in een huisje dat vlakbij het kamp stond. ,,Mijn man werkte op een boerderij. Ik bezocht het kamp regelmatig en nam er deel aan enkele feesten. Het waren inderdaad heel vriendelijke mensen, ik had goede contacten en een mooie band met hen.’’
Band opgebouwd
Acht jaren woonden de Ambonezen op dat stukje grond aan de rand van Nederland. Ze bouwden in die tijd niet alleen met Annie Jansen maar ook met andere polderbewoners en mensen in Finsterwolde een band op. Ze vierden hun feesten maar rouwden ook samen. Bij de dood van kinderen bijvoorbeeld. Enkele pasgeborenen stierven in het kamp, een wat ouder meisje verdronk tijdens een schoolreisje. Die kinderen kregen een plekje op de begraafplaats in Finsterwolde en liggen daar nog altijd.
In 1961 kregen ze te horen dat ze het kamp moesten verlaten. De Nederlandse regering had hen die afgelegen plek toebedeeld in de verwachting dat ze op den duur weer terug konden keren naar hun vaderland, samen met al die andere Ambonezen die elders in het land verbleven.
Maar het was duidelijk geworden dat Indonesië niet op hen zat te wachten. En dus besloot ‘Den Haag’ dat ze dan maar moesten integreren. De Ambonezen in de Carel Coenraadpolder hadden daar geen zin in. Ze waren boos omdat door Nederland gedane beloften niet waren nagekomen, ze wilden niet weg. En dus marcheerden vlak voor de kerstdagen van 1961 politiemensen het kamp binnen. Ze troffen bijna alle bewoners aan in het kerkje. De Ambonezen werden naar verschillende plaatsen in Groningen gebracht en daar gehuisvest.
Ambonezenbosje
De barakken werden snel afgebroken en daarvoor kwamen populieren in de plaats. Die groeiden uit tot het bos zoals dat er nu staat. Dat kreeg snel de naam Ambonezenbosje. Annie Jansen woont daar niet meer in de buurt. Zij is verhuisd naar Finsterwolde. Titia Schilhorn van Veen woont ook in dat dorp, maar is met haar man wel de eigenaar van het bosje. Ze wandelt daar dan regelmatig rond, bekijkt de plaquette die herinnert aan het kamp en haalt herinneringen op aan die acht jaren.
Ze doet dat in alle stilte want de rust die in dat bosje heerst, is immens. Morgen is dat dus even anders. Dan doet het festival Over de Vloed het bosje aan. ,,Maar de activiteiten zijn niet in het bos zelf maar even verderop’’, benadrukt Schillhorn van Veen. ,,In het bos wonen nu veel vogels en die mogen in deze tijd van het jaar niet worden gestoord.’’
Marcel Looden,
(regioverslaggever oost-groningen. Het asielcentrum in Ter Apel en religie zijn onderwerpen waar hij ook regelmatig over schrijft).
dvhn.nl