Oud-Hoogevener Jeroen Lezer werd verliefd op Indonesië
Geplaatst op dinsdag 9 augustus 2016 12:06
Hoogeveen - De 52-jarige oud-Hoogevener Jeroen Lezer woont in Indonesië, nabij hoofdstad Jakarta. Het was de liefde die hem in 1995 naar de Indische archipel bracht.
Jeroen werkt in de filmindustrie. Samen met zijn vrouw Christine heeft hij twee productiemaatschappijen die zich voornamelijk richten op controversiële, spraakmakende films en documentaires. Daarnaast werkt hij ook zelf regelmatig als acteur. Hij is op zijn plek in Indonesië. ‘Ik ben hier geestelijk en lichamelijk in balans.’ En toch… Als hij vooraf had geweten wat hij nu weet, dan zou hij waarschijnlijk naar Amerika zijn vertrokken.
Ericalaan
Jeroen is opgegroeid aan de Ericalaan. ‘Een ouwe, gezellige volksbuurt in Zuid’, herinnert hij zich. ‘Ik ging naar de Abraham Kuyperschool en aansluitend naar de mavo en meao. Jammer dat het nostalgische meao-gebouw is afgebroken voor nieuwbouwhuizen. In Apeldoorn heb ik tijdens mijn dienstplicht de avond-meao afgerond en in Groningen en Emmen ben ik daarna nog hogerop gegaan. Ook heb ik nog veel cursussen gevolgd voor mijn werk in Jakarta.’
De liefde heeft de oud-Hoogevener naar Indonesië doen emigreren.‘Ik kwam er al op vakantie begin jaren 1990 en was verliefd op het land geworden. Daarna werd ik verliefd op een stewardess, Vera. Dat was in 1993. In 1994 heb ik besloten voor haar te verhuizen naar Indonesië.’ In maart 1995 was het zover en liet Jeroen Hoogeveen achter zich.‘Als ik Veertje niet in de lucht had ontmoet, Love Is In The Air, had ik waarschijnlijk gewoon nog in Nederland gewoond, of wellicht in de USA. Ik ben met mijn zakenpartner naar Indonesië verhuisd. Hij was als een broer voor mij in Nederland. Ik vertrouwde hem blind. Hij had mij aandelen en transport van mijn inboedel beloofd. Ik geloofde hem. Niets was minder waar. Hij heeft me opgelicht voor zijn eigen hachie.’
Dramatisch
Er gebeurde meer heftigs. Zo eindigde het leven van Vera dramatisch. Op 35-jarige leeftijd is zij aan leukemie overleden. Inmiddels is Jeroen al zestien jaar getrouwd met Christine, die hij heeft leren kennen tijdens de opnames op de set van de Gordel van Smaragd in 1996 in Sukabumi. Ze hebben een geadopteerde dochter van 18 die geneeskunde gaat studeren. Het gezin woont op een twintig minuten rijden van Jakarta op Cibubur. ‘Zeg maar Amsterdam - Aalsmeer.’
Druk bestaan
De oud-Hoogevener spreekt van een druk bestaan. ‘Zeker in de filmindustrie, waarin ik werkzaam ben. Wij zijn duizendpoten, multitasking filmmakers. Christine en ik acteren ook in films, soaps of commercials en we hebben een stichting die kansarme mensen helpt zoals ondervoede baby’s in de kampong of kandidaatfilmacademiestudenten zonder geld. Daarnaast schrijf ik filmscripts en verkoop ik Indonesische speelfilms aan het buitenland via een distributeur en programmeer ik Indonesische films op een festival in Amsterdam. Verder vertaal ik met een partner filmtaal uit het Bahasa naar vooroorlogs Nederlands in de speelfilm Kartini, waarin ik samen met Christine momenteel ook acteer.’
Spraakmakende films
Jeroen heeft twee BV’s, twee productiemaatschappijen: CHF (Christine Hakim Feature) en RKK Productions (Rumah Karya Kita - Ons Gecreërde Huis). Hij vertelt: ‘Ik heb deze bedrijven met mijn vrouw en een zakenpartner. Wij produceren maatschappelijk, politiek en sociaal cultureel getinte films. We willen het publiek en de pers hersenspoelen en wat meegeven om over te praten. Wij maken controversiële, spraakmakende films. Het publiek en de pers zijn er lovend over in hun recensies, maar de regering en ambassadeurs in het buitenland zijn niet echt blij met ons.Wij laten het publiek namelijk de rauwe waarheid zien en de regering en bobo’s vinden dat maar niks.’
Mensen in Indonesië zijn volgens Jeroen niet zo zakelijk als Nederlanders. ‘Imago, naam en relaties zijn belangrijker dan de commercie. En voordat ze zaken doen met je, hoor je privé ook bij elkaar thuis te komen. Heel anders dus dan in Nederland.’
De boer op
Jeroen geniet overduidelijk van zijn werk. Vol enthousiasme vertelt hij erover. ‘Speelfilms zijn grootschalig en documentaires juist kleinschalig. Normaliter kost een docu 30.000 euro en hoogstens 50.000 euro. Het ministerie van cultuur en toerisme was telkens nog onze opdrachtgever en tegelijk onze financier. Bij een speelfilm is het productiebudget gemiddeld 1 tot 3 miljoen euro. Je moet dure acteurs betalen en er is sprake van dure filmsets. Om een speelfilm financieel rond te krijgen, moet jezelf de boer op. Het is ons telkens weer gelukt om geld te krijgen uit verschillende potten. Filmen in Indonesië vergt overigens een enorme hoeveelheid extra organisatie en alertheid. Het westerse streven dingen zo efficiënt en effectief mogelijk te doen, botst met de wetten van de Indonesische logica.’ Vanaf oktober dit jaar gaat Jeroen de financiën doen binnen een nieuwe filmproductie. Het betreft een Papua-film, waarvan de shooting op Papua en in de USA is. ‘Ik word dus de executive producer. Echt iets voor mij want ik ben een pietje precies, een perfectionist.’
Passie
Het produceren van speelfilms en documentaires is om geld te verdienen. Het echte plezier beleeft hij aan acteerwerk voor de camera. ‘Dat doe ik met passie, met hart en ziel’, benadrukt Jeroen. De oud-Hoogevener acteert in films, tv-reclames en soaps. ‘Ik heb ook in een korte Nederlandse film gespeeld en in een rijtje andere films. Ik speel momenteel gouverneur-generaal Rooseboom in Nederlands-Indië 1899 - 1904 in de film Kartini, over de grondlegger van de emancipatie in Nederlands-Indië. Als je hier filmproductie doet, rol je er vanzelf in. Tijdens de productie van onze eerste film werd ik telkens gevraagd ook te acteren of auditie te doen. Ik heb net in Rudy Habibie gespeeld, de derde interim-president die Soeharto na 32 jaar dictatuur opvolgde. Ik speelde een Duitse hoofd administratie van de universiteit waar Habibie in Aachen studeerde. En nu acteer ik dus in Kartini, waarvoor we in Jogyakarta momenteel een shooting hebben.’
Naast zijn drukke werk is de oud-Hoogevener sinds januari dit jaar ook programmeur van het Indomania filmfestival in Amsterdam. ‘Als je een groot filmnetwerk hebt zoals ik, dan gaat het eigenlijk vanzelf. Ze kennen ons in Nederland wel. Zo werd ik benaderd om op het Indomania festival films te programmeren en dat heb ik aanvaard. Het is een cultureel festival aan de Melkweg met onder meer films, muziek, literatuur, dans en natuurlijk veel Indisch eten. Je programmeert binnen het concept van het festival, in dit geval controversiële, spraakmakende films. Ik doe eerst marktonderzoek wat voor publiek er komt. Dokters of zakenmannen of juist studenten of bejaarden of misschien wel linkse rakkers. Daar stem ik de films die ik selecteer, op af.’
Gemengde gevoelens
Jeroen denkt met gemengde gevoelens terug aan zijn tijd in Hoogeveen. ‘Het waren nostalgische jeugdjaren in de Ericalaan met mijn lieve moeder. Ik ervoer daar veel nestwarmte. Maar ik heb geen gemakkelijke jeugd gehad. M’n moeder en vader hebben een korte relatie gehad en zijn uit elkaar gegaan. Mijn vader is in 1972 op mijn 8e al overleden. Mijn moeder overleed op m’n 24e, waardoor ik al vroeg zelfstandig was. Heftig was ook dat ik verdacht ben geweest van de moord op Andrea Luten op 10 mei 1993. Een gek heeft de politie gebeld. Het heeft me jaren achtervolgd. Dat was een zware tijd voor mij. Vooral op filmfestivals in Nederland. In 2005 kwam de recherche eindelijk naar Jakarta om me te verlossen. De DNA-test was uiteraard negatief. Ik kon weer rustig slapen.’
Nog regelmatig komt hij naar Hoogeveen, om daar de familie van zijn vaders kant te bezoeken. ‘Dat is altijd beregezellig. Ik ontmoet dan ook veel vrienden uit mijn ouwe buurtje, van school en van eerdere banen.’ Tevens bezoekt hij altijd het graf van zijn ouders. ‘In Hoogeveen kan ik weer even opladen voor het drukke leven in Indonesië. Ja, Hoogeveen betekent voor mij een moment van thuiskomen en innerlijke rust. Er zijn jaren geweest dat ik elk jaar naar Nederland kwam en soms zelfs twee keer per jaar. De afgelopen jaren was dat om het jaar.’
Groepscultuur
Het leven in Indonesië is volgens de oud-Hoogevener heel anders dan in Nederland. Het is een land van uitersten en grote contrasten. ‘De Indonesische samenleving is een constructie van minstens twee waarheden. De formele en de gangbare. Met de eerste houdt het gezag de bevolking in zijn greep. De tweede houdt de samenleving draaiende. Iedere Indonesiër en soms buitenlander weet hoe hij de autoriteiten kan omkopen en omzeilen. De autoriteiten weten dat ook en zorgen er in voorkomende gevallen voor dat zij omkoopbaar en omzeilbaar zijn.’ Jeroen noemt ook de groepscultuur. ‘Men zit zelden alleen. Privacy kent men hier niet. Als ik alleen wil zijn, denken ze dat ik ziek ben. En het klimaat is fijn, maar het is ook een typische nanti of besok - manyana cultuur. Nooit haast, nooit rationeel. En religie is nummer 1. Hoe groter de armoe in het land, hoe sterker het geloof. Wat ik heel fijn vind zijn de bediendes en chauffeur thuis, dat scheelt je dagelijks vier uur huishoudelijk werk. Geld verdienen gaat makkelijker dan in Nederland. Prettig vind ik ook de beleefdheid en het respect voor ouderen. Geduld hebben ze hier uitgevonden. Het zijn lieve mensen hier, heel zachtaardig en fijntjes.’
Zooitje
Maar er zijn ook minpunten. ‘Politie en leger zijn de maffia. Ze zijn corrupt. De elektriciteit valt regelmatig uit. Als blanke betaal je altijd meer. Het verkeer is een zooitje: zware files, links inhalen, rechts inhalen of over de vluchtstrook rijden. Afspraken komt men zelden na en iedereen komt altijd te laat, ook bij zakelijke afspraken. Afbellen of informeren is er niet bij.’ ‘Wat ik mis aan Nederland? Dat alles werkt en functioneert, de sociale voorzieningen, de vier jaargetijden, onze nuchterheid, klagen over van alles en nog wat, de infrastructuur, de Hollandse Chinees, de fietscultuur, lekker schaatsen, naar Ajax of Oranje, grote maten kleding en schoenen, Maar er is ook genoeg wat ik niet mis: alle regeltjes en gehaastheid, dat als je in Nederland rondloopt je steeds vaker in de minderheid bent als blanke Nederlander, dat Nederlanders zich steeds meer aan buitenlanders of allochtonen aanpassen. Is men knettergek geworden? Dat moet je hier proberen, dan kun je oprotten als buitenlander.’
Een koe in z’n kont kijken
Op de vraag of het leven in het buitenland heeft gebracht wat hij ervan verwacht had, antwoordt Jeroen: ‘Ik ben veel verder en hoger en succesvoller geëindigd in het leven dan dat ik had durven dromen toen ik nog in Nederland woonde en werkte. Wel ben ik van mening dat als ik van tevoren alles had geweten over de mentaliteit in Indonesië en hoe corrupt het hier is, ik niet hier naartoe verhuisd zou zijn maar wellicht naar Amerika, waar ik ook wel zo ver in de filmindustrie had kunnen eindigen. Maar dat is een koe in z’n kont kijken.’
Foto's bij Hoogeveensche Courant