’Ambtenaren verkochten bergingsvergunningen’Fraude met wrakkenDoor OLOF VAN JOOLEN
23-01-2018, 05:30 in BINNENLAND
AMSTERDAM - Indonesië heeft in het officiële onderzoek naar de uit de Javazee verdwenen scheepswrakken aantoonbaar onjuiste informatie laten opnemen. De overheid stelt dat er geen vergunningen zijn afgegeven voor het bergen van schepen, maar in zeker twee gevallen gebeurde dat wel.
Aan de wrakken van de Nederlandse oorlogsschepen die in de Javazee gezonken zijn, zou een bronzen plaquette worden vastgemaakt om ze aan te duiden als oorlogsgraf. De wrakken bleken echter verdwenen en gesloopt.Deze nieuwe onthulling komt van de Indonesische nieuwssite Tirto.id. De website meldde eerder waar stoffelijke resten uit Nederlandse en Britse oorlogsbodems zouden zijn gebleven: in een massagraf op Oost-Java vlakbij de haven waar de brokstukken uit elkaar werden getrokken.
KortenaerUit documenten die de Indonesische onderzoeksjournalisten wisten te bemachtigen, blijkt dat zowel voor de locatie waar de voor 80 procent verdwenen Hr.Ms. Kortenaer lag, als die van de Britse HMS Electra, vergunningen zijn verleend. Het bedrijf dat ze kreeg, is het Indonesisch/Chinese PT Jatim Perkasa dat Tirto en Australische wrakdeskundigen in verband brengen met de vermissing van de Nederlandse wrakken.
De stukken zijn ook in het bezit van De Telegraaf. Ze zorgen voor een ander beeld dan wat minister Bijleveld vrijdag de Tweede Kamer presenteerde. „De belangrijkste conclusie is dat de scheepswrakken zonder vergunning van de Indonesische autoriteiten op industriële wijze zijn geborgen”, schreef ze in een Kamerbrief over de verdwenen scheepswrakken.
Wat ze overigens de Kamer niet meldde en ook niet in de naar het parlement gestuurde samenvatting van het onderzoek staat, is dat er tijdens het onderzoek geen forensisch vergaard bewijs ter tafel is gekomen. Deze kanttekening staat wel in het complete onderzoeksverslag waar De Telegraaf inzage in kreeg. Dit wekt de indruk dat er sprake is van een ’papieren onderzoek.’ Opvallend genoeg melden de opstellers van het stuk dat conclusies zijn getrokken van ’beschikbare informatie.’ Wat klinkt als een kanttekening bij het eigen werk.
Volgens Tirto zijn de Indonesische kustwacht en het directoraat generaal voor zeetransport van het ministerie van Transport druk bezig hun straatje schoon te geven. De onderzoeksjournalisten kregen via een openbaarheidsverzoek een lijst van 217 vergunningen voor bergingen op zee tussen 2014 en 2017. Bij een presentatie aan hen begin dit jaar werd dit aantal plotseling teruggebracht naar slechts dertig.
Herhaalde verzoeken om uitleg die onderzoeksjournalist Aqwam Hanifan neerlegde, werden genegeerd. Hij denkt dat de ambtelijke diensten proberen corruptie te verhullen. Er zouden vergunningen voor grof geld zijn verkocht. Binnen de Indonesische ministeries van Transport en Buitenlandse Zaken zou grote ergernis bestaan over het mogelijke gerommel van de ambtenaren.
De Nederlandse betrokken ministeries zwijgen vooralsnog. Defensie-woordvoerder Paul Middelberg stelt namens dit departement en die van Buitenlandse Zaken en Cultuur, Onderwijs en Wetenschap dat de onthullingen eerst moeten worden bekeken voor de overheid kan reageren.
NabestaandenNamens de nabestaanden van de marinemensen die in 1942 ten onder gingen op de Nederlandse oorlogsschepen, roept voorzitter Jacques Brandt van het Karel Doormanfonds de regering op zo snel mogelijk duidelijkheid te verschaffen. Het Doormanfonds financierde de expeditie die constateerde dat de Hr.Ms. De Ruyter, Java en Kortenaer verdwenen waren.
„Het was een schok voor nabestaanden dat de wrakken waren verdwenen en het is weer een schok dat er sprake lijkt te zijn van een massagraf met stoffelijke resten”, reageert de oud-marineofficier. „Er moet zo snel mogelijk worden uitgezocht hoe het met dit graf zit. De eventuele stoffelijke resten moeten worden veilig gesteld. Nederland moet het officiële onderzoek heropenen als er zoveel nieuwe informatie is.”
Telegraaf