‘Misschien heb ik een moeder van haar kind beroofd’
31/05/2018 15:16 by Eddy van der Hart
Nietsvermoedend zaten Marius en Marjan Kooistra eind maart naar de televisieuitzending ‘Adoptiebedrog’ van Zembla te kijken, over misstanden rond adopties uit Indonesië. Ze schrokken toen ‘Kasih Bunda’ voorbijkwam. Dat was het kindertehuis waar zij in 1981 hun nu 37-jarige tweeling adopteerden.
„Meteen appten we onze jongens dat ze de uitzending moesten terugkijken”, vertelt Marjan. „Marijn ontplofte zowat. We hebben meteen alle adoptiepapieren doorgespit en daarin stond ook de naam van de tussenpersoon die in de uitzending als onbetrouwbaar afgeschilderd wordt. Dat was opnieuw schrikken.”
Vooral zoon Marijn is helemaal van de kaart, zegt Marius. „Hij vraagt zich af: ben ik verkocht?” De broers gaan een DNA-test doen. „Zij en wij vonden altijd al dat ze zo ontzettend weinig op elkaar lijken. Maar je denkt: ze zullen een twee-eiige tweeling zijn. Nu is daar twijfel over ontstaan.”
„Ik voel me alsof de bodem onder mijn bestaan is weggeslagen.”
De familie Kooistra heeft zich als klager aangesloten bij het initiatief van juriste Dewi Deijle, ook in Indonesië geadopteerd, die namens de stichting Mijn Roots juridische stappen onderzoekt tegen de Nederlandse overheid. Mijn Roots helpt al jaren in Indonesië geadopteerden naar hun familie te zoeken en stuitte daarbij geregeld op fraude.
Eind april hield de stichting een bijeenkomst op de Indonesische ambassade in Den Haag. Daar werd duidelijk hoeveel de uitzending van Zembla heeft losgemaakt onder de ruim zestig aanwezigen. „Ik voel me alsof de bodem onder mijn bestaan is weggeslagen”, vertelde een man van een jaar of veertig en hij barstte in tranen uit.
Tijdgeest
Het is een gevoel dat Joke Kraaij en haar man Kees herkennen. Zij hebben zich als belanghebbenden aangesloten bij de claim. In 1981 adopteerden zij via de Stichting Kind en Toekomst (SKET) een baby, hun nu 37-jarige dochter Sriwarni. Ze hadden een driejarige zoon, maar Joke wilde altijd al adopteren. „Het was de tijdgeest dat er zoveel kinderen op de wereld waren die hulp nodig hadden.”
Toen hun dochter een paar jaar geleden haar familie in Indonesië wilde vinden, namen de Kraaijs aan dat het een eenvoudig klusje zou zijn. Joke: „Ik had alle informatie dacht ik, ook hadden we een foto van haar moeder.”
Al snel bleek het allerminst simpel te zijn. Na veel omwegen werd de halfzus van Sriwarni gevonden. „Hun vader bleek overleden, waar Sriwarni’s moeder was, wist de halfzus niet. Ze wist wel dat de vrouw op de foto absoluut Sriwarni’s moeder niet was.”
Schaatskrant