Heimwee naar de tropennatuur BANDUNG - Hella Haasse gebruikte het decor waarin zij opgroeide in 'Oeroeg'. Dat boek is het middelpunt van decampagne Nederland Leest.
Theeplantage Gunung Mas, vlakbij BandungGlooiende berglandschappen zover het oog reikt, altijd groene theeplantages, kletterende bergbeken en overwoekerde 'oeroegs'. Precies zoals weleer. Alleen de koloniale planters ontbreken.
Tussen de gladgeschoren heuvels van de theeplantages slingert de weg als een zwart lint naar boven. De Puncak-top is een verplichte stop tussen Bogor en Bandung. Voor passagiers en auto. Het terras van restaurant Rindu Alam ('Heimwee naar Moeder Natuur') biedt een adembenemend panorama van het befaamde west-Javaanse berglandschap, dat menig Nederlandse toerist kent uit de boeken over 'Ons Indië'.
Een landschap uit lang vervlogen tijden. Even lijkt de klok stil te zijn blijven staan. Maar het getoeter en geronk van bussen en auto's uit het dal valt niet te negeren. Evenmin als de rijen souvenirverkopers bij het voetpad naar het nabijgelegen kratermeer Telaga Warna. Dat gaat ten koste van de mystieke uitstraling van het meer, noteerde de schrijfster Hella Haasse teleurgesteld, toen ze in 1976 na een lange afwezigheid weer haar geboortestreek, de Preanger, bezocht.
Het kratermeer was en is een favoriet uitstapje. Als de zonnestralen door de bomen heen weten te dringen, kleurt het water alle tinten groen, blauw en goud. Daar dankt het 'Meer van Kleuren' zijn naam aan. Die kleuren zijn volgens een legende afkomstig van de ketting van edelstenen die een verwend prinsesje nijdig op de paleisvloer gooide. Het koningspaar en zijn onderdanen moesten daar zo van huilen dat het koninkrijk verdronk in een meer van tranen.
Het kratermeer uit Haasses jeugd staat model voor het onheilspellende Zwarte Meer in haar debuutroman Oeroeg uit 1948. Bibliotheekbezoekers kunnen het boek tot en met 20 november gratis afhalen in het kader van de 'Nederland Leest'-campagne. De roman gaat over de relatie van vriendschap en vervreemding tussen het zoontje van een Nederlandse planter en zijn inlandse maatje Oeroeg, die samen opgroeien in de buurt van Sukabumi, tegen het einde van de koloniale tijd.
Het slaperige garnizoensstadje van weleer is na de Indonesische onafhankelijkheid (1949) flink uitgedijd en bruist nu van bedrijvigheid. Sommige plantages hebben moeten wijken voor agro-projecten en villa's voor de hoofdstedelijke elite. Andere hebben hun thee- en rubberbomen verruild voor oliepalmen.
Oeroeg personificeert die omwenteling. Ook in naam, zij het onbewust. Haasse ontdekte pas veel later dat het Soendanese woord oeroeg letterlijk 'aardverschuiving' betekent en figuurlijk 'verandering'.
De romanfiguur Oeroeg symboliseert het einde van het koloniale tijdperk. De zichtbare oeroegs, de aardverschuivingen, zijn voorbodes van oprukkende vooruitgang en verstedelijking. Zij bedolven zelfs de rails van het oude boemeltreintje waarmee Haasses hoofdpersonen door het berglandschap naar school in Sukabumi tuften.
Aan de voet van de berg zijn spoorwegarbeiders nu bezig het treintraject in zijn oude glorie te herstellen. Regionale bestuurders propageren het boemeltreintje als een toeristische attractie, die ook de omringende plantages nieuw leven kan inblazen. Net zoals de theeplantage op de hellingen van het kratermeer bij de Puncak. De liefhebbers kunnen de tocht door het west-Javaanse landschap kruiden met een vleugje nostalgie. In de riante koloniale bungalows van het berghotel Selabintana, net buiten Sukabumi, waant men zich even een plantersbaas. (HILDE JANSEN)
26/10/09 14u59
AD