Javaanse Jongens in Lombok De Kanaalstraat in LombokUTRECHT - Een gps-tour leidt de bezoeker door de multiculturele Utrechtse wijk Lombok, waar de straatnamen het verhaal vertellen van het koloniale verleden van Nederland.
Het apparaat geeft informatie bij bezienswaardigheden.Wat hebben ze een lol, twee Marokkaanse pubers die zich ophouden in de Kanaalstraat, hoofdader van dé multiculturele wijk van Utrecht. Ze zien twee mannen passeren met 'zo'n luxe navigatieding in de handen'. Of de heren niet een klein beetje gek geworden zijn. En of de wandelaars, koekeloerend op hun schermpjes, de weg echt niet kunnen vinden zonder zo'n duur apparaat.
De wandelaars lopen een gps-route door de Indische buurt Lombok, die grenst aan het Utrechtse stationsgebied. Dat doen ze met een handcomputer, inclusief audio, video en gps, die niet veel groter is dan een stuk zeep. De tour, genaamd 'Linked in Lombok', legt het koloniale verleden van Nederland bloot aan de hand van verhalen achter de straatnamen in Lombok: de J.P. Coenstraat, de 1e Delistraat, de Laan van Nieuw Guinea, om er een paar te noemen. De digitale gids laat bij elke straat verhalen horen over de geschiedenis van de Indische archipel.
De wijk is tussen 1886 en pakweg 1920 gebouwd als typische arbeiderswijk, daarvoor bestond het gebied vooral uit weilanden met hier en daar een molen. Momenteel bestaat ongeveer de helft van de bevolking uit allochtonen.
Lombok raakte in de jaren '80 in verval, de gemeente heeft fors moeten ingrijpen. De wijk is enorm opgeknapt, met als gevolg dat er tegenwoordig ook veel jonge, kinderrijke gezinnen wonen. Lombok is vooral op zaterdag een levendige bedoening: een georganiseerde chaos, met dubbel geparkeerde auto's en heel veel mensen. Uit alle delen van de stad kopen mensen in de Kanaalstraat hun groente en fruit bij de Turkse of Marokkaanse groenteman. Groente en fruit die buiten in blauwe kratten staan uitgestald. Maar ook de islamitische slager, de paardenslager en de oliebollenkraam doen dan goede zaken.
De gps-wandeling, een initiatief van Kosmopolis Utrecht, Museum Maluku en Stichting Papua Cultureel Erfgoed, begint bij café Kopi Susu aan de J.P. Coenstraat, waar de handcomputers te huur zijn voor 5 euro per stuk. Na het tonen van een identiteitsbewijs en bankpas kun je op pad. Het werkt heel simpel: je zet het apparaat aan en luistert naar de aanwijzingen van Esther-Clair Sasabone. Zij is een echte Kopi Susu, Maleis voor koffie met melk, ofwel 'mix van culturen'. Haar vader komt van de Molukken, haar moeder uit Schotland, zijzelf is geboren in Nederland.
Je luistert of kijkt naar een verhaal wanneer Esther-Clair dat aangeeft. De eerste stop is al na een paar honderd meter wandelen, in de hal van zorgcentrum het Hart van Lombok. Het verhaal gaat over kruidnagels en nootmuskaat, die in een vitrine liggen. Specerijen die je normaal gesproken zonder nadenken in de supermarkt koopt: kruidnagels voor bij het koken van rode kool of bereiden van draadjesvlees, nootmuskaat voor over de spruitjes of bloemkool. Nu weet je binnen anderhalve minuut dat deze bomen inheems zijn op de Molukken, een eilandengroep ten oosten van Indonesië, dat kruidnagels goed zijn tegen kiespijn en verkoudheid en dat kruidnagels bloemknoppen zijn. Schepen vol kwamen al die specerijen richting Nederland.
De 1e Delistraat verwijst naar het eiland Deli, aldus Esther-Clair, waar veel tabak werd verbouwd en verhandeld. De handcomputer laat een prachtige foto zien van mannen die tabak aan het oogsten zijn. De landarbeiders dragen van die typische tropenhoeden. Deli, dat in 1861 onderdeel werd van Nederlands-Indië, is een van de voorbeelden van de grootschalige plantage-economie in Nederlands-Indië: Jacob Nienhuys, in 1869 oprichter van de NV Deli Maatschappij, verdiende goed geld met de tabakshandel. Wie kent Javaanse Jongens niet?
En zo passeren twintig verhalen, nooit meer dan twee minuten, de revue. Nooit geweten dat Lombok peper betekent in het Maleis. Of dat Nederland met haar koloniën destijds de grootste islamitische natie van de wereld is geweest. En dat het Nederlandse koningshuis Oranje-Nassau fiks heeft verdiend aan de mijnbouw op het eilandje Biliton, ten oosten van Sumatra. Moreel verwerpelijk of niet, zonder 'zo'n luxe navigatieding in handen' hadden we het koekeloerend op de schermpjes nooit geweten. (JEROEN KREULE)
02/11/09 14u31
AD