woensdag 3 februari 2010 door Elske Schouten
Bidden voor de kerkgangers in Bekasi De kerkdienst van HKBP FiladelfiaAfgelopen zondag woonde ik de kerkdienst bij van de HKBP Filadelfia, een Batak-kerk in Bekasi. Maar niet in een kerk. De gemeenschap probeert al bijna twee jaar een vergunning te krijgen om een kerk te bouwen op het stukje grond dat ze van collectegeld hebben gekocht. Maar de bupati van Bekasi (van de streng-islamitische PKS) weigert die tot nu toe te geven.
Toen de gemeenschap Kerstmis wilde vieren in een soort tent op hun stukje grond, werden ze lastiggevallen door een groep fanatieke moslims. Een paar weken later werd hun stuk land afgesloten door de lokale ordedienst. Dus afgelopen zondag hielden de kerkgangers hun dienst maar in de open lucht, voor het hek van hun perceel.
De priesters waren gekleed in advocaat-achtige toga’s, de kerkgangers zaten op plastic matten op de grond. Het waren er minder dan normaal, werd mij verteld, want er werd gevreesd voor regen. Om de paar seconden raasde er een bromfiets langs, zodat de priesters niet goed te horen waren (niet dat ik er iets van verstond; de dienst was in het Bataks). De dorpsgenoten die langsreden leken niet op of om te kijken van de openluchtkerkdienst. Een medewerker van de lokale inlichtingendienst maakte foto’s.
Ik heb eerder geschreven over fanatieke moslims die een christelijke school aanvielen. Toen kon ik me nog enigszins voorstellen dat het islamitische woonbuurtje niet blij was met de school vol luidruchtige 18-jarigen op de stoep. Maar in dit geval is de beoogde plaats van de kerk in the middle of nowhere. Niemand die er last van zou hebben.
Na de dienst werd er gegeten en vergaderd bij een van de kerkgangers thuis. Het hoofd van de congregatie, pastoor Palti Panjaitan, liet daar een dikke, netjes ingebonden map documentatie zien. Vol met brieven, zoals de toestemming van het dorpshoofd voor de bouw van de kerk. En bijna 300 kopietjes van identiteitsbewijzen van islamitische dorpsgenoten, die akkoord gaan met de bouw van de kerk. En toch is de vergunning er nog steeds niet. De kerkgangers vroegen of ik de mensen in Nederland wilde vragen om voor hun te bidden: bij deze dus.
Hoewel kerken het de laatste jaren makkelijker hebben gekregen in Indonesië (er is minder geweld, de in brand gestoken kerken in Sumatra vorige week waren vrij uitzonderlijk), gebeurt dit soort vergunningenproblematiek wel erg vaak. Vaak zijn het lokale leiders die de kerken proberen tegen te houden.
Wat ik me altijd afvraag, is waarom ze in het vrij gematigde Indonesië verwachten daarmee stemmen te trekken. Hetzelfde met de kwestie Ahmadiyah: waarom zijn er niet meer leiders die het voor hen opnemen? Zijn stemmers in veel gebieden misschien toch minder tolerant dan we denken? Of is het voor de meeste mensen zo’n non-issue dat het voor leiders geen stemmen oplevert om tolerant te zijn en de godsdienstvrijheid te verdedigen? Ik ben er nog steeds niet achter.
NRC