Bronnen:
Waanders en Tropenmuseum.
Holz - Beknopt overzicht Aceh Oorlog 1924
Lamster - van Heutz 1942
van 't Veer - Hoe beschaafd Nederland orde schiep in Aceh, 1907
De eerste expeditie van de "Ulanda Setan".
Terwijl in Lombok (zie ander artikel hierover) gaande was, waren de Nederlandse troepen al een jaar of 20 bezig in Aceh en talloze keren werd daar van strategie gewisseld, dan weer eens offensief dan weer defensief, niets hielp.
In 1873 was men zeer optimistisch voor de eerste keer geland op Aceh en met de staart tussen de benen al héél snel weer vertrokken.
Op 26 maart 1873 overhandigde Nieuwenhuyzen (vice president van de Raad van Indië) de oorlogsverklaring aan Aceh.
Op 8 april landden de eerste troepen en na zware gevechten sneuvelde 6 dagen later gen. majoor Köhler.
Zijn opvolger van Daalen blies op de 17de de expeditie af en op de 25ste april verlieten de troepen Aceh weer.
4500 Manschappen hadden voet aan wal gezet en daarvan waren er 56 gesneuveld en 430 gewond.
Waarom was deze expeditie mislukt?
- Een zeer verrassende tegenstand van de Acehers, waar het leger geen rekening mee had gehouden.
- Een slechte kennis van het terrein, geen goede landkaarten. (Aceh is circa evengroot als Nederland).
- Een natuur die zij niet gewend waren en waar de Acehers dankbaar wel gebruik van maakten.
- Het ontbreken van kennis op politiek gebied wat betreft Aceh. (Aceh was politiek versplinterd.)
- De Acehers waren bereid om hun leven te geven voor het behouden van hun eigen vrijheid en land en zeer wel gebaseerd op hun geloof.
Het was overmatig duidelijk, dat het leger de Acehers zwaar hadden onderschat en zich zelf zwaar hadden overschat.
De tweede expeditie.
Na het overhaaste vertrek in april door het Nederlandse leger, werden door de Acehers in allerijl versterkingen op de noordkust aangebracht en tegelijkertijd werd in Batavia koortsachtig aan een nieuwe (tweede) expeditie gewerkt door het Nederlandse leger.
De marine verkende de kusten en bracht alles beter in kaart en "inlandsche berichtgevers" hielpen een handje mede om het leger van inlichtingen te voorzien inzake de rivieren, wegen en de kraton bewapening.
De reeds gepensioneerde van Swieten, als jong luitenant onder de Kock in de Java oorlog actief geweest, werd opgetrommeld om de onderneming tot een goed einde te leiden.
Het Nederlandsch Indisch Rode Kruis gaf chocola, tabak en voor het leger nog andere nuttige zaken. (? Rubbertjes anti jeweetwel ziektes ?)
En daar ging het leger op pad richting Aceh: 22 schepen, 8000 militairen, 5000 man ondersteunende manschappen en op 14 december 1873 vond de landing plaats.
Op de eerste Kerstdag (Let there be peace dus ??) vond de belegering plaats van de moskee, welke op 6 januari 1874 pas viel, ten koste van 215 doden en gewonden.
Van Swieten wisselde de strijd af met diplomatie en stuurde vlak voor het Nieuwjaar een bode naar de sultan met een vredesaanbod.
Het liep slecht af met de bode. Het vredesaanbod bereikte de Sultan niet.
Van Swieten stevende op zijn volgend doel af en dat was de kraton die op 24 januari viel. Ook weer ten koste van vele gesneuvelden en de kraton was reeds verlaten.
Totaal aantal gesneuvelden tot dan aan toe bedroeg reeds: 28 officieren en 1700 militairen, mede door de cholera die uitgebroken was reeds aan het begin van de expeditie en de tropische ontberingen en uitputting.
Máár, vond van Swieten: We hebben de kraton in handen en de verliezen wogen niet op tegen deze overwinning.
"De kraton is ons !!" schalde het door héél Indië en Nederland.
Op 31 januari 1874 werd Aceh geannexeerd en van Swieten werd benoemd tot militair en civiel gouverneur.
Ruim 3100 militairen en 128 officieren bleven achter in Aceh om de orde te handhaven. (= Bezettingsmacht dus).
En het wachten was dus nu enkel op de vrijwillige overgave van de Acehers, want hun kraton was immers gevallen en dat wachten duurde voort, moest van Swieten telkenmale Batavia berichten.
Pel werd in april 1874 de opvolger van van Swieten en onder zijn leiding werd begonnen met de aanleg van een verdedigingslinie rondom Kota Radja en gebied rondom de stad/kraton werd voorzien van bentengs om Kota Radja af te schermen van het binnenland en te beveiligen tegen aanslagen.
In totaal werden 38 bentengs gebouwd in de periode 1874/1875 en bezet gehouden door 2700 militairen.
Van oorlogsvoering was totaal geen sprake, aangezien de troepen al moeite genoeg hadden om zich zelf in dit gebied te beschermen en de natuur hielp geen handje mee wegens overvloedige regenval wat ontaardde in een aanmodderen in de modder.
Het leger was derhalve genoodzaakt in de bentengs te verblijven, want de aanvallen van de Acehers liepen door en bij voorkeur 's nachts, zodat de soldaten weinig rust kenden.
Het Nederlandse leger herontdekte de militaire lessen van Vermeulen Krieger uit 1829, die men allang vergeten was, inzake het voeren van een guerilla oorlog.
Want de Acehers benutten elke onoplettendheid, elke zwakte van de tegenstander en dat veroorzaakte geestelijke problemen bij de Nederlandse soldaten. Acehse vrouwen, kinderen deden mee aan de verrassingsaanvallen. Patienten en benteng en dwangarbeiders, niets en niemand werd gespaard door de Acehers.
Het was een tactiek van "hit and run" en dat werd bliksemsnel uitgevoerd.
Daarbij waren de Acehers meermalen moderner bewapend dan de Nederlandse soldaten, want via grootscheepse aanvoer uit Penang (Eiland bij Malaysia) werden de Acehers bevoorraad. (Men denke dus hierbij aan het feit, dat de illegale wapenhandel volop bezig was ....Engeland, USA, China??).
De Acehers waren ook betere schutters en statistieken uit die tijden tonen aan, dat 83% van de gesneuvelden onder de Nederlandse soldaten door geweervuur was getroffen en niet zoals vaak ten onrechte wordt beweerd door klewanghouwen of speren of lansen en dergelijke.
Dan nog het dubbele aantal doden door de tropische ziektes, dat alles werkte deprimerend bij de Nederlandse soldaten en het kostte de leiding dan enorm véél moeite om het moreel enigszins op orde te houden.
Kortom, het viel héél zwaar tegen voor de Nederlandse soldaten.
Deel 2 volgt.