Indonesië en Nederland hand in hand
26-11-2010 08:54 | Dr. M. de Haas
De banden tussen Nederland en Indonesië dateren van lang geleden. Naast de goede herinneringen die er zijn, moeten we in alle eerlijkheid vaststellen dat er –twee generaties na de losmaking van Indonesië van Nederland– nog veel pijn bestaat. Aan beide kanten zijn er helaas vele levens verloren gegaan; dat leed mogen we niet veronachtzamen. Ook in het huidige tijdperk zijn er wederzijds gevoeligheden. Zo is Indonesië bezorgd over het Nederlandse beleid met betrekking tot moslims en maakt Den Haag regelmatig zijn verontrusting kenbaar over gewelddadige acties van islamitische extremisten tegen christenen.
De pijn uit het verleden en de gevoeligheden van vandaag laten onverlet dat de relaties tussen Indonesië en Nederland hartelijk en intens zijn. Een treffend voorbeeld daarvan is het grote aantal vertegenwoordigers van regering en Staten-Generaal dat jaarlijks aanwezig is op de receptie van de ambassadeur van Indonesië ter gelegenheid van de Indonesische onafhankelijkheidsdag. De aanwezigheid van zo veel hooggeplaatste Nederlandse politici wordt op geen enkele andere diplomatieke receptie geëvenaard. Dat zegt voldoende over de wederzijdse bereidheid sterke banden aan te gaan met respect voor het verleden.
Naast bilaterale betrekkingen liggen er opties om gezamenlijk in de internationale arena op te trekken. Daarbij springen EU en Asean in het oog als organisaties waar Nederland en Indonesië samen kunnen optreden.
Verschuiving
Indonesië speelt een voorname rol in de Association of Southeast Asian Nations (Asean), een samenwerkingsverband van Indonesië, Maleisië, Singapore, Thailand, de Filipijnen, Vietnam, Laos, Cambodja, Birma en Brunei. De Indonesische hoofdstad Jakarta huisvest het secretariaat van deze regionale internationale organisatie, die activiteiten ontwikkelt op politiek, economisch en veiligheidsbeleid.
De genoemde lidstaten zijn (nog) geen voorname spelers in het internationale veld, maar toch zijn er twee gronden te noemen om Asean serieus te nemen. Allereerst omdat de ‘grote jongens’, de Verenigde Staten, Rusland en China, wél de waarde van deze club inzien en er op één of meer manieren mee verbonden zijn. En ten tweede omdat elke deskundige op het gebied van internationale betrekkingen en veiligheid zal erkennen dat er mondiaal gezien een verschuiving plaatsvindt van het politieke, economische en militaire zwaartepunt van het Westen naar het Oosten. Daarbij gaat het met name om China en India, die zich met grote sprongen op genoemde drie gebieden ontwikkelen tot supermogendheden van de nabije toekomst.
Het zou van naïviteit getuigen om te negeren dat het belang van Asean, een regionale organisatie die India en China als buurland heeft, navenant zal toenemen.
Verschillen
De Europese Unie is net als Asean actief op het gebied van politieke, economische en veiligheidssamenwerking. Nederland hecht sterk aan gezamenlijk optreden in EU-verband en doet actief mee in alle samenwerkingsvormen. Ook op veiligheidsgebied, bijvoorbeeld met troepen voor militaire operaties in Bosnië en de Democratische Republiek Congo, en met deelname aan de snellereactiemacht, de zogenaamde EU-battlegroups. Op dezelfde gebieden van samenwerking zijn er echter grote verschillen van inzicht tussen Asean en EU over vorm en inhoud.
Daar waar de EU de tendens vertoont tot een steeds nauwere samenwerking, waarbij landen hun nationale bevoegdheden overdragen aan de Unie, beklemtoont Asean juist de soevereiniteit, niet-inmenging in aangelegenheden van de lidstaten en besluitvorming bij consensus.
In het recente verleden is er een officieus ‘paralleloptreden’ geweest tussen Asean en EU. Van 2005 tot 2006 voerde de EU een civiele waarnemersmissie uit in Atjeh, een regio in Asean-lidstaat Indonesië. En dat ook nog eens onder leiding van een Nederlandse ambassadeur.
Voordeel
Nederland en Indonesië zouden hun goede bilaterale samenwerking kunnen aanwenden om Asean en EU nader tot elkaar te brengen, bijvoorbeeld op veiligheidsgebied. Dat is tot wederzijds voordeel.
Asean kan bij de EU in de leer als het gaat om gezamenlijk veiligheidsbeleid. De EU treedt de laatste jaren voortvarend op met een Europese veiligheidsstrategie, gezamenlijke militaire eenheden en een veelvoud van –weliswaar kleinschalige en niet-gewelddadige– civiele en militaire operaties in alle werelddelen. Van die ervaring kan Asean een heleboel opsteken.
Anderzijds is het onverstandig dat de EU haar huidige beleid van minimale samenwerking met Asean continueert, gezien de sterke toename van het belang van deze regio met de opkomende grootmachten India en China. Wil de EU haar belangen voor de toekomst zeker stellen, dan zal ze een actievere rol moeten gaan spelen in de Zuidoost-Aziatische regio van Asean, bijvoorbeeld op veiligheidsgebied.
Door hun nauwe betrekkingen zouden Nederland en Indonesië als actieve lidstaten van EU en Asean een voortrekkersrol kunnen spelen bij de gewenste intensivering van de samenwerking tussen beide organisaties. Daarbij is de tijd van ”oude koeien uit de sloot halen” tussen beide bevriende landen echt voorbij en richten Nederland en Indonesië zich hand in hand op een gezamenlijke toekomst.
De auteur is Ruslandkundige en als onderzoeker internationale veiligheid verbonden aan het Nederlands Instituut voor Internationale Betrekkingen Clingendael. Reageren aan scribent? goedbekeken@refdag.nl
Ref.Dagblad