Traditioneel en toch te sexy [WEBLOG JAKARTA] ‘Hier, die billenbroek moet je ook aantrekken,’ dicteert I’in. ‘Ons geheime wapen!’ Giebelend kijken zeven Westjavaanse Jaipongan danseressen toe terwijl ik de korte broek met ‘heupvulling’ aantrek.
I’ins ogen glijdend goedkeurend over mijn nieuwe rondingen die nog eens extra worden geaccentueerd door de strakke lange rok en de getailleerde doorschijnende kebaya blouse. Met mijn wit geschminkte gezicht en haarwrong oog ik, net zoals de Jaipongan danseressen als een Indonesische geisha.
Een tikkeltje te sexy, vindt de gouverneur van West Java. ‘Om misverstanden te voorkomen’ wil de gouverneur een verordening uitvaardigen dat de Jaipongan danseressen zich wat decenter gaan kleden en minder provocerend met hun heupen wiegen. De nieuwe antipornografie wet verbiedt elke vorm van ‘aanstootgevende’ kunstuiting.
‘Alsof we immoreel zijn,’ briest de bejaarde Jaipongan manager Esih, terwijl ze haar hoofddoek rechttrekt. Esih zit al 60 jaar in het vak. Ze begon als 7-jarig meisje haar danscarrière bij het Jaipongan groep van haar ouders in het Westjavaanse Subang. Ze trokken de hele regio rond om de gasten te vermaken bij besnijdenissen, bruiloften en ander feesten. In haar hoogtijdagen trad Esih regelmatig op in het buitenland om de traditionele danscultuur uit West Java te promoten. ‘Vroeger was het wat verfijnder en ingetogener. Nu dansen ze energieker en sneller. Maar is dat heeft niks met seks of pornografie van doen.’ Esih snapt niet waar de gouverneur en zijn conservatieve moslimgroepering zich druk over maken. Ze is zelf ook een devote moslima, die vijf keer per dag bidt. ‘Ik pas heel goed op mijn meisjes. Jaipongan is puur volksvermaak’
Zittend op het randje van het podium zingt I’in een treurig lied over de liefde. Achter haar laten vier collegaatjes sierlijk hun handen dansen terwijl hun heupen ritmisch meedeinen. Ingeklemd tussen de andere zangeressen en de muzikanten mag ik nog even de kunst afkijken. I’in doet het goed. De enthousiaste toeschouwers stoppen haar handen vol verfrommelde roepia biljetten toe, die zij netjes verder verdeeld. Ook mijn stapeltje roepia geld groeit gestaag.
‘Nu jij,’ zegt I’in. ‘Ja, zing ons een liedje,’ roept een vaste gast. Dat wil ik hun liever niet aandoen. Dansen gaat me een stuk beter af. Al word ik regelmatig met een strenge blik tot de orde geroepen, omdat ik iets te uitbundig dans. Voor Indonesische begrippen mag Jaipongan opzwepend en frivool zijn, maar naar Europese maatstaven is het erg ingetogen en braaf. En verre van ‘vulgair’ zoals de moslim moraalridders beweren. Het meeste intieme contact tussen danseressen en mannelijke toeschouwers blijft beperkt tot een preutse ‘handjesdans’. Als iemand al branie genoeg is om even met zijn hand de bevallige heupen aan te raken, stuit hij op de vulling van de billenbroek.
AD