Excuses hype
In Elsevier van 31 december alweer, verscheen een interview met Liesbeth Zegveld, advocaat/partner van het (linkse) advocatenkantoor Böhler en hoogleraar Internationaal humanitair recht aan de Rijksuniversiteit te Leiden. Mevrouw Zegveld (41) heeft zich het lot aangetrokken van een handjevol weduwen van door Nederlandse militairen in 1947 omgebrachte bewoners van het Javaanse dorp Rawagedeh. Aanvankelijk had ik mij voorgenomen deze zaak als gesloten te beschouwen, maar de inhoud van het artikel roept bij mij te veel emoties op om eraan voorbij te gaan, daarom kom ik er nog eens op terug.
Al sinds enige jaren roerde mevrouw Zegveld de trom van verontwaardiging omdat de nabestaanden nimmer enige vorm van excuses van de Nederlandse regering hebben ontvangen, laat staan een financiële vergoeding. In 2007 werd door haar namens de weduwen een vordering ingediend voor een schadeloosstelling in een zaak die inmiddels al meer dan 62 jaar oud is en in feite is verjaard. In tal van dergelijke zaken werd de vordering ontzegd, vanwege die verjaring. Maar in deze zaak week de rechtbank hiervan af en veroordeelde de Nederlandse staat tot betaling van een schadevergoeding. Ik schreef hierover in eerder verschenen edities van deze website en elders. De regering ging terecht niet in hoger beroep en keerde in overleg met mevrouw Zegveld aan iedere weduwe een bedrag van 20.000 euro uit. Een groot bedrag, dat in het dorp tot beroering leidde: de andere dorpelingen wilden ook een deel van de schadeloosstelling.
Vragen over de oorzaak van het optreden van militairen werden niet gesteld, evenmin in hoeverre de omgebrachte dorpelingen al dan niet betrokken waren bij het incident. Zelfs kunnen vragen gesteld worden over het aantal dorpelingen, men sprak later van ruim 400 personen en zoals altijd met schattingen vlogen de aantallen je vervolgens om de oren. Maar oké, de schadeloosstelling heeft in het dorp bepaald geen rust gebracht. De weduwen werden stevig onder druk gezet om een deel van de ontvangen vergoeding met de overige dorpelingen te delen.
Mevrouw Zegveld werd na de uitspraak als een heldin ontvangen. Bij het hoe en het waarom van het incident werd niet stilgestaan. Liesbeth, die in de verste verte nog niet bestond toen het incident plaatsvond, richtte zich uitsluitend op de daden van de Nederlandse militairen. Het lijkt erop dat zij nooit heeft onderzocht hoe het kwam dat jonge Nederlandse militairen, nauwelijks droog achter de oren en plompverloren, (want direct na de bevrijding) vanuit Nederland naar een ver land werden gezonden om in opdracht van de toenmalige Nederlandse regering te trachten orde op zaken te stellen. Hoe kwam het dat zij optraden op een manier zoals hen die nu in de schoenen wordt geschoven?
Deze jongens werden tijdens hun optreden geconfronteerd met niets en niemand ontziende terroristen, rebellen, vrijheidsstrijders zo men wil. De verschrikkingen waarmee zij werden geconfronteerd gaat werkelijk ieder voorstellingsvermogen te boven. De jonge militairen waren letterlijk ooggetuigen hoe hun kameraden op de meest weerzinwekkende wijze werden omgebracht of verwond voor hun ogen. Daarover hoorden wij tijdens de rechtszaak helemaal niets en advocaat Zegveld zweeg erover in alle talen, voor zover althans bekend. Het waren de Nederlandse militairen die zich schuldig maakten aan oorlogsmisdrijven en de arme dorpelingen waren daarvan het slachtoffer. En daarmee basta.
Nogmaals: het hoe en waarom werd niet toegelicht. In 1947 was het incident al bekend en werd toen ook al veroordeeld, maar al het water van de zee wast niet af dat de betrokken Nederlandse militairen met weerzinwekkende misdaden werden geconfronteerd en daarop reageerden zoals zij dat deden. Wat weet mevrouw Zegveld hiervan af, zij bestond nog niet eens. Waarom werd Indonesië niet meteen ook aansprakelijk gesteld voor de beestachtigheden van de –veelal islamitische- zogenaamde Indonesische verzetshelden(!) Ik heb in vorige bijdragen al eens gewezen op de verschrikkingen van de bersiap. Maar daaraan werd nu voorbijgegaan. Ook mevrouw Zegveld kwam daarvoor niet in beweging. De regering stelde in die zaak dat zij zich niet beroept op de verjaring, de mensen werden toen niet goed behandeld. Maar wat betreft de jonge Nederlandse militairen? Tegenover hen werden zwakke excuses gemaakt die geen naam mochten hebben en zij kregen een bedragje uitgekeerd dat nauwelijks voldoende was om bij Albert Heijn een boodschap te doen. De weduwen van de op verschrikkelijke wijze omgebrachte militairen werden ook met een fooi afgescheept. Tegenover het leed van Rawagedeh heeft Nederland ten slotte excuses aangeboden en in de buidel getast. En de eigen Nederlandse militairen kwamen met de kwalificatie ‘oorlogsmisdadigers’ naar huis.
De Nederlandse ambassadeur bood zijn excuses aan en hief na afloop het glas, deed ongetwijfeld zelfs een plas, maar de nabestaanden van de meer dan 6200 gevallen Nederlandse militairen?
En we zijn er nog niet.
Mevrouw Zegveld heeft zich nu geworpen op Zuid-Celebes en kapitein Westerling, omdat toen in de strijd tegen terroristen standrecht werd toegepast en naar men zegt enige duizenden werden omgebracht. Ook hier wordt voorbijgegaan aan het optreden van de tegenstanders, zoals hun nazaten in het huidige Sulawesi nog steeds moordend en brandend hun misdaden plegen tot op de dag van vandaag. Feit is wel dat het na de actie van Westerling c .s. vanaf eind 1947 op Zuid-Celebes volkomen rustig bleef tot na de soevereiniteitsoverdracht. Mevrouw Zegveld onderzoekt nu in hoeverre een vordering voor schadevergoeding kan worden ingediend, waarvoor zij al contact heeft opgenomen met nabestaanden. De Haagse rechtbank verklaarde immers dat een beroep op de verjaring Nederland en dus de betreffende militairen niet toekomt. De rechtbank schuift daarbij gemakshalve de nog levende militairen naar de zijkant van de geschiedenis. Hoe oud waren deze rechters eigenlijk? Bestonden zij al toen onze jongens werden uitgezonden?
Srebrenica
Veteranen en militairen die deel uitmaakten van DUTCHBAT3 liggen intussen sinds de val van Srebrenica voortdurend onder vuur. Voor de door de Serviërs omgebrachte moslims wordt hen de rekening gepresenteerd.. Van de regering wordt geëist dat zij haar excuses aan de nabestaanden aanbiedt en een schaderegeling met hen treft. Op vragen uit de Tweede Kamer heeft de regering al geantwoord dat zich onthoudt van excuses en schadevergoeding zij zolang de zaak onder de rechter is.
Over de val van Srebrenica en wat daaraan voorafging heb ik al diverse artikelen geschreven. Men kan zich erop voorbereiden dat men niet eerder zal rusten voordat de regering ook hier al dan niet bij minnelijke schikking de eisen zal inwilligen, waarbij ook hier de Dutchbatters als mede verantwoordelijken voor de massamoord zullen worden gebrandmerkt. Inmiddels blijkt mevrouw Zeg veld namens de nabestaanden van de omgekomen moslims aangifte te hebben gedaan. De landelijke Reflectiekamer van het OM onderzoekt nu of kolonel Karremans vervolgd kan worden wegens medeplichtigheid aan volkenmoord. Wanneer en of het OM besluit tot vervolging over te gaan is onbekend.
Men zal dan toch ook aandacht moeten geven aan de rol , die de strijdende moslims en uit de islamlanden afkomstige Mujahdien, hebben gespeeld en die die mede van invloed is geweest op het optreden van de Serviërs. Gezien de vele verhalen rond de val van de enclave mag daaraan gerust worden getwijfeld. In de pijplijn van de excuses-hype bevinden zich nog enkele zaken van door het vuur van Nederlandse militairen omgekomen “onschuldige” burgers tijdens missies in diverse andere delen van de wereld. Men make zich geen illusies vroeg of laat zal ook hier de eis tot schadevergoeding op de tafel komen.
Les
De les van Rawagedeh en alles wat daarna kwam is dat militairen zich nog eens goed moeten bezinnen in hoeverre zij zich nu laten uitzenden naar gebieden om elkaar naar het leven staande stammen uit elkaar te houden en al dan niet hun leven te verliezen of de rest van hun leven getraumatiseerd te zijn.
Ofschoon de meeste veteranenorganisaties zich kennelijk bij de excuses-hype hebben neergelegd, laat het mij niet met rust. Zoals het mij ook niet met rust laat om voorbij te gaan aan het leed van de honderdduizenden Nederlanders opgedaan tijdens de bersiap, de beroofde (Indische) Nederlanders, het verraad van de Zuid-Molukkers, de Papoea’s enzovoort, die kennelijk niet in aanmerking komen voor excuses, laat staan volledige schadevergoedingen. Zaken die dan plotseling weer wel als verjaard moeten worden beschouwd, maar in feite blijven vreten aan ieders rechtsgevoel.
En om heel duidelijk te zijn: zelf heb ik niets te klagen over de diensttijd in Indonesië, het tegendeel is meer dan waar, maar ik zal mij er niet bij neerleggen en het blijven opnemen voor hen die door de Nederlandse politiek toen, nu én in de toekomst werden geofferd op het altaar van de excuses hype.
Artikel7.nu