Vredesbestand Atjeh staat op springen
13-03-2009 20:59 | Van onze correspondent
JAKARTA – In Atjeh stevenen voormalige rebellen af op een verkiezingsoverwinning. Dit zet grote druk op het vredesbestand met het Indonesische leger. Het kan tot een nieuw bloedig conflict leiden, vrezen experts.
Het eerste geweld heeft zich al voorgedaan. In februari werden kort na elkaar moorden gepleegd op drie vroegere leiders van de Beweging Vrij Atjeh (GAM). De toedracht van de moorden bleef onduidelijk, maar het veroorzaakte spanningen tussen militairen en voormalige rebellen. Temeer omdat diverse ex-GAM-leiders de afgelopen maanden fel campagne voerden.
Indonesië heeft geen verzoek gericht aan de EU om een delegatie verkiezingswaarnemers naar de Indonesische parlementsverkiezingen van 9 april te sturen. Hierdoor ontbreken buitenlandse waarnemers grotendeels bij de verkiezingen in Atjeh, waaraan voor het eerst lokale partijen deelnemen. Dit verhoogt de kans op ongeregeldheden, volgens conflictdeskundige Sidney Jones van de gezaghebbende International Crisis Group.
„De lokale Partai Aceh lijkt meer dan 90 procent van de stemmen te behalen. Dit kan straks grote problemen veroorzaken”, waarschuwde Jones woensdag in Jakarta.
GAM-commandanten zijn nu leiders van de lokale partijen Partai Aceh en SIRA, en grote kanshebbers in de kiesstrijd. Verkiezingsdeelname van lokale partijen was in 2005 een sleutelonderdeel van het vredesakkoord tussen GAM en de Indonesische regering. Het akkoord maakte een einde aan een conflict dat circa 10.000 mensen het leven kostte.
Vier jaar later is de achterdocht bij Indonesische militairen voor de GAM-politici explosief gestegen. Zowel militairen als politici in Jakarta vrezen dat de verkiezingen de deur openzetten naar onafhankelijkheid van Atjeh. „GAM wint deze verkiezingen, en dan gaan ze een referendum voor onafhankelijkheid aankondigen. Het wordt net zoals in Oost-Timor”, voorspelt Effendi Simbolon, parlementslid van de nationalistische partij PDI-P in Jakarta.
In de straten van hoofdstad Banda Aceh hangen spandoeken met ondubbelzinnige waarschuwingen: ”Wie de nationale eenheid van Indonesië bedreigt, krijgt geen enkele ruimte”. Het is een boodschap van het leger dat mensen geen illusies over onafhankelijkheid moeten hebben.
De Indonesische militairen in Atjeh doen waar ze zin in hebben, en talloze GAM-rebellenleiders zitten in allerlei maffiazaakjes. Zo somt een Europese diplomaat, gestationeerd in Atjeh, de gespannen situatie op. „Het leger heeft zijn politietaken als onderdeel van het vredesbestand in 2005 officieel moeten overhevelen aan de Indonesische politie. Maar ze doen alsof er niets is veranderd, en soms arresteren ze gewoon nog mensen. Onlangs nog stormden ze een vergadering binnen van een buitenlandse hulporganisatie. Ze arresteerden een Filipijnse hulpverleenster, omdat ze geen toestemming had gevraagd voor de bijeenkomst. Vervolgens ondervroegen ze haar zeven uur lang”, vertelt de diplomaat verbijsterd.
Tijdens zijn bezoek aan Atjeh eind februari waarschuwde de Indonesische president Yudhoyono onomwonden dat niemand het vredesproces mocht verstoren: „Termen als militair operatiegebied en GAM hebben we niet meer. Schaf egoïstische gedachtes af en probeer van het vredesproces een succes te maken.”
De Europese diplomaat legt niet alle schuld voor de precaire veiligheidssituatie bij de militairen: „Als je de auto’s ziet waar sommige GAM-leiders in rijden, vraag je je af waar ze het geld vandaan halen.” In de laatste twee jaar steeg de criminaliteit fors in Atjeh. Gewelddadige berovingen van lokale bedrijven vinden dagelijks plaats. Ook zijn er berichten over piraterij voor de kust van Atjeh. Zonder een baan en vast inkomen zijn veel GAM-manschappen gedwongen hun oude wapens nu op de eigen burgers te richten.
Onduidelijk is of politieke motieven of louter zakelijke geschillen ten grondslag lagen aan de drie moorden in februari. „De perceptie onder de bevolking in Atjeh en onder elementen binnen GAM is dat het leger met een hitlist mensen aan het doodschieten is”, aldus Sidney Jones. „Maar sommige van deze commandanten hebben een ontelbaar aantal vijanden.”
Reformatorisch Dagblad