Uren wachten op de placenta
>Liesbeth Hesselink deed promotieonderzoek naar de doktersschool voor Javaanse jongens en de vroedvrouwenschool voor Javaanse meisjes.
>Europese artsen waren jaloers op de Javaanse dokters en inlandse vrouwen wilden geen ‘gestudeerde’ Javaanse elitevroedvrouw bij het kraambed.
‘Volgens de inheemse Indische traditie werd bij een geboorte de navelstreng pas doorgeknipt als de placenta ook was geboren. Als dat niet gebeurde bleven traditionele vroedvrouwen, meestal oude vrouwen die zelf ook al kinderen hadden gebaard, soms dagenlang op de placenta wachten. Moeder en kind verloren dan veel bloed, met vaak de dood van beide tot gevolg. De voor vroedvrouw geleerde Javaanse vroedvrouwen daarentegen knipten de navelstreng direct door. Beter voor moeder en kind, maar niet volgens de inlandse tradities. De opgeleide vroedvrouwen, die vaak maar acht dagen aan het kraambed bleven helpen in plaats van de traditionele veertig, werden door de inlandse vrouwen dan ook niet geaccepteerd bij de geboorte van hun kind.’
Dit zegt historica Liesbeth Hesselink naar aanleiding van haar op 26 maart te verdedigen promotieonderzoek Genezers op de koloniale markt. Inheemse dokters en vroedvrouwen in Nederlands Oost-Indië 1850-1915.
In 1851 richtte de koloniale regering in Batavia twee opleidingen op: een doktersschool voor Javaanse jongens en een vroedvrouwenschool voor Javaanse meisjes. De bedoeling was dat zij de traditionele inheemse geneeskundigen, de zogenoemde ‘doekoens’, zouden gaan vervangen. ‘Maar de inlanders waren nauwelijks bereid gebruik te maken van de diensten van de afgestudeerde Javaanse artsen en vroedvrouwen’, zegt Hesselink, die vooral bronnenonderzoek heeft verricht, waarbij ze ook brieven heeft gelezen die Europese artsen uit Indië naar Nederland stuurden. ‘Daarin komt ook een beeld van jaloezie naar voren. Er werd heel wat afgeklaagd over de Javaanse dokters, die nooit zelfstandig medische handelingen zouden hebben kunnen verrichten en vooral werden ingezet als vaccinateur tegen de pokken.’ De vroedvrouwenschool werd in 1875 zelfs gesloten wegens gebrek aan klandizie. Voor de Javaanse jongens liep het beter af: vanaf 1900 voerde de Nederlandse regering en koloniaal beleid dat zich meer bekommerde om het wel en wee van de inlanders, waardoor de Javaanse artsen beter geaccepteerd werden en uiteindelijk aan Nederlandse universiteiten ook een (verkorte) artsenopleiding konden volgen. (DW
http://www.folia.nl/nieuws/uren-wachten-op-de-placenta-634.html