LATIHAN ENAM / OEFENING ZES. Vertalen.
1e oefening. Vertaal in het Indonesisch.
1. Ik ga naar de markt.
2. Mevrouw koopt vijf bananen.
3. Wat kost het?
4. Welkom mevrouw, hoe is het met u?
5. Ik wil geen bananen, ik wil ananas.
6. Meneer eet een vrucht.
7. Mevrouw Ketut Nyoman en moeder komen uit Bali.
8. In de winkel zijn bananen duur, op de markt zijn ze goedkoop.
9. Hoe gaat het ermee? Goed, dank u wel./
10. Twee dames kopen acht vruchten.
P.S. (koppel)werkwoord ‘zijn’ wordt niet vertaald in B.I.
Bovenstaande zinnen zouden jullie moeten kunnen vertalen, alle woorden staan in de woordenlijsten.