‘Hollandse’ schoolboeken voor jeugd op Papoea
16-08-2013 21:45 | Albert Groothedde
Het onderwijs in de Indonesische provincie Papoea is slecht. Martijn en Anne-Marie van Driel werken namens de stichting Help Onderwijs Papua (HOP) aan nieuwe lesmethoden. Ook trainen ze lokale leerkrachten.
Indonesië is al enkele jaren ”booming”. De economie van het eilandenrijk groeit fors. De bevolking profiteert van de toenemende welvaart. Niet alleen materieel, maar ook immaterieel: de kwaliteit van het onderwijs neemt langzaam toe; het aantal analfabeten daalt drastisch.
Niet alle Indonesische staatsburgers profiteren van de ontwikkelingsslag. In de Indonesische provincie Papoea wonen nog steeds duizenden kinderen die geen onderwijs ontvangen. Tienduizenden anderen zitten formeel wel op school, maar krijgen vanwege een spijbelende docent geen les. Of ze begrijpen de leerkracht gewoonweg niet omdat hij hun taal niet spreekt.
De gevolgen van de slechte onderwijssituatie in Papoea zijn niet te negeren. Daalde het analfabetisme in heel Indonesië de afgelopen jaren tot ongeveer 6 procent van de bevolking, in Papoea was een tegenovergestelde beweging zichtbaar. Het percentage dat niet kan lezen en schrijven steeg in negen jaar tijd van 25 naar 34. In de dorpen in het bergland kan dat zomaar oplopen tot zo’n 80 procent.
Lesmethoden
Het Nederlandse echtpaar Martijn en Anne-Marie van Driel werkt al sinds 2005 in Papoea. Zij zijn betrokken bij verschillende projecten die alle als doel hebben het onderwijsklimaat in Papoea te verbeteren. Hun thuisbasis is Wamena, een stad in het centrale bergland.
De Van Driels waren eerst in dienst van de Oikonomos foundation, een liefdadigheidsinstelling van de Nederlandse ondernemer Jan Baan. Namens Oikonomos waren ze betrokken bij de oprichting van een christelijke lerarenopleiding: de STKIP Kristen Wamena, de start van een voorbeeldbasisschool en een trainingsprogramma voor leerkrachten.
Sinds 2011 is het echtpaar actief voor de stichting Help Onderwijs Papua. Onder de paraplu van HOP zetten ze hun werk in Papoea voort. Nu ligt de focus echter op de ontwikkeling van adequate lesmethoden. Om de kwaliteit van het onderwijs in Papoea te verbeteren, zijn namelijk niet alleen goede leerkrachten, maar ook zinvolle leermiddelen mét handleidingen nodig, constateerde Van Driel.
Goede lesmethoden waren in Papoea echter niet voorhanden. Om hierin verandering te brengen besloot Van Driel, na overleg met lokale partners, zoals de overheid en scholen, nieuwe schoolboeken te schrijven. Hij doet dat met een team dat bestaat uit lokale mensen: pedagogen en illustrators.
Het schrijven van een methode is niet eenvoudig. Behalve een verantwoorde didactische aanpak en een heldere leerlijn, moeten er tientallen sommen en teksten worden bedacht. Het geheel dient bovendien aantrekkelijk te worden geïllustreerd.
Als een aantal lessen klaar is, testen plaatselijke collega’s de methode in de praktijk. Na een maand volgt een evaluatie. Het team heeft inmiddels de taal- en rekenmethoden voor groep 3 en e van de bassisschool afgerond.
De nieuwe lesmethode voorziet in een behoefte, merkt Martijn van Driel. „Deze week nog kwam het hoofd van de dienst onderwijs uit Jali langs voor de boeken.” Leerkrachten die de boeken gebruiken, reageren zonder uitzondering enthousiast.
Bekostiging
Ook in de nodige financiën wordt tot dusver „wonderlijk” voorzien. „God doet veel meer dan we hadden durven bidden en denken”, aldus Van Driel.
Hij geeft een voorbeeld. „De Amerikaanse gouvernementele hulporganisatie Usaid kreeg lucht van ons project. Zij was zo enthousiast dat ze heeft aangeboden de druk van de eerste serie van meer dan 100.000 schoolboeken te bekostigen.”
Ondanks de bemoedigingen vraagt het project discipline en geduld, ondervindt Van Driel. „Schoolboeken maken is een beetje doods werk. Ik probeer voor ogen te houden dat het uiteindelijk een belangrijk doel dient. Als de kinderen in Papoea fatsoenlijk leren lezen, zullen ze ook de Bijbel kunnen gaan lezen.”
www.helponderwijspapua.nl
refdag.nl