Een klassieker van tante Toetie

23 mei 2014
Een klassieker van tante Toetie

door Joep Habets

Naast de Hollandse pot staat er in ons land nog een potje op het vuur, het Nederlands-Indische. Ook dat culinaire repertoire vindt zijn oorsprong in een matriarchale kooktraditie waarin de recepten van moeder op dochter zijn doorgegeven. Deze niet alleen op en top multiculturele, maar ook breed gewaardeerde keuken hebben we te danken aan de repatrianten uit het voormalige Nederlands Indië. Ze trokken na de Tweede Wereldoorlog terug naar Nederland met hun familie en huishoudelijk personeel. De Indonesische echtgenotes en ‘kokkies’ onder hen hadden de kneepjes van de lokale keuken van huis uit meegekregen. Met de Europese invloed was daar al een Nederlands-Indische keuken ontstaan die zich in Nederland verder ontwikkelde. Noodgedwongen ook, want veel tropische ingrediënten waren in de jaren vijftig en zestig nauwelijks verkrijgbaar.

De vrouwen waren niet alleen thuis, maar ook in de snel opkomende Chinees-Indische restaurants de kokende kracht en ze zijn dat nog lang gebleven.


Pindasaus is één van de gerechten die, de culinaire grenzen overstijgend, populair is geworden. Het recept van tante Toetie grijpt terug op het verleden, maar ze gedoogt het gebruik van pindakaas en keukenmachine.

Maak de sjalotten, knoflook, peper en rawits schoon. Snijd ze in stukjes. Stamp ze in een vijzel met een halve theelepel zout en de plakjes kentjoer tot moes. Voeg tijdens het stampen gaandeweg de trassie en tamarindepasta toe. Gemakkelijk alternatief: maak alles fijn in de keukenmachine. Fruit het kruidenmengsel in een eetlepel olie in een steelpan. Voeg de kokosmelk, goela djawa en ketjap asim toe. Roer de pindakaas erdoor. Breng de saus al roerende aan de kook en laat hem even pruttelen tot de gewenste dikte is bereikt. Verdun de saus met water als hij te dik is. Breng zo nodig de saus verder op smaak met ketjap, goela djawa , tamarindepasta en eventueel sambal.


Pindasaus

Voor vier royale porties: 3 sjalotten, 2 teentjes knoflook, 1 rode peper, grof zout, 1 eetlepel olie, 1 duimdik stukje kentjoer in plakjes, 10 g trassie, ½ eetlepel tamarindepasta, 2 (of meer naar smaak) rawits, 2 dl kokosmelk, 1 el goela djawa, 1 el ketjap asin, 175 g pindakaas met stukjes noot


nrc.nl

Een of andere lolbroek, die tevens op zijn tijd zijn kleinzoon mr. Krupuk zit te jennen, vond het nodig om het volgende idiote gedoe te publiceren op een bevriend forum.

Hij schijnt Rudy Awon te heten en gebruikt zijn naam als R. Awon. Sorry, is gewoon een mafkees.

R. Awon., on 23 mei 2014 at 18:33 said:

Het is toch wat met Tante Toetie.
De hele dag speelde ze met bawang poetie.
Beetje terasi en lombok hier en daar
Dat was haar liever dan die dure kaviaar.
Ze bleef maar recepten ontwikkelen
zodat haar familie lekker konden smikkelen.

Helaas, uit het niets kwam haar nicht Tante Francine.
Die stierde binnen en zei: Laat me je kookzooi zien.
Ze gaf me toch een partij commentaar,
“Huh, je rendang is nog niet gaar.”
En Tante Francine’s commentaar ging maar door,
en als resultaat gaf Tante Toetie haar een lel op een oor.

Het kon dus niet uitblijven;
ze bleven maar kijven.
Tot een brandlucht hen beiden tot de orde riep
en zij op d’r donder kregen van oma Miep.
“Eruit, jullie allebei” en oma wierp hen toe een kruk.
“Ga lekker naar de snackbar en haal maar petat met biefstuk”.

En toen al dese.

Nou ja, waar een mens lol in heeft.